Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Nicole is getrouwd met Johan, de vader van hun jongste twee kinderen. Zoon Jonathan (6) is het kind van de man die Nicole vekrachtte.
“De dag dat ik ontdekte dat ik zwanger was, heb ik twee flessen rosé leeggedronken. Ook al had mijn huisarts nog zo gezegd dat de kans minuscuul was dat ik van de verkrachting zwanger was geworden, de test toonde overduidelijk twee streepjes. Ik begon te huilen en greep naar de alcohol in de hoop dat die een miskraam zou veroorzaken. De dagen daarna zat ik apathisch op de bank.
In het gezin waarin ik ben opgegroeid is abortus geen optie, ongeacht de omstandigheden. Maar welke andere keuze had ik? Afstaan ter adoptie? Zelf houden? Ik had een vriend in vertrouwen genomen. Zijn moeder raadde ze me een verloskundige aan: ik moest eerst maar eens checken of ik echt zwanger was. De verloskundige reageerde enthousiast: ‘Och, kijk dat hartje eens mooi kloppen.’ Ik begon meteen te huilen en vertelde haar alles. Ze sloeg meteen aan het bellen en regelen.
Om een overwogen keuze te maken, moest ik hulp krijgen. Niet alleen psychologisch, maar ook praktisch en juridisch. Ik liet het allemaal over me heen komen, alsof het niet over mij ging. Die avond was ik zo wanhopig dat ik iets deed wat ik sinds mijn kindertijd niet meer had gedaan. Ik begon te bidden. Daarna nam ik een slaappil in. De volgende ochtend werd ik wakker, zag de pot zwangerschapsvitaminen en stopte instinctief een roze pilletje in mijn mond. Ineens zag ik alles helder: dit kind had mijn vlees en bloed en was voor de helft van mij. Hij mocht dan op een gruwelijke manier zijn verwekt, de baby kon er niets aan doen. Dat wil niet zeggen dat het een makkelijke beslissing was of dat ik over de verkrachting heenstapte. Die heeft me een levenslang trauma bezorgd en in één klap al mijn zekerheden weggenomen. Evenals mijn vertrouwen in mensen.
Bart en zijn vrouw waren kennissen van mijn ouders over wie ik me vaak zorgen maakte: ze hadden twee kinderen, vader sloeg moeder, moeder sloeg de kinderen. Op een dag belde Bart huilend op: hij zat er helemaal doorheen en wilde even rust. Dat leek me verstandig. Spontaan bood ik hem een slaapplaats aan in het studentenhuis waar ik woonde. Over de daadwerkelijke verkrachting wil ik niet te veel vertellen. In het kort kwam het erop neer dat hij me op dag vier van zijn logeerpartij ineens vastgreep. De hele daad heeft tien minuten geduurd. Ik stribbelde vreselijk tegen. Toen hij klaar was, was hij zo kwaad dat hij me tegen de koelkast smeet en daarna van de trap gooide. Bebloed rende ik naar de buren, die direct de politie belden. Op het bureau werd nogal bagatelliserend gedaan over de verkrachting. De politie had Bart verhoord en typeerde het als ‘een ruzie in de relationele sfeer’.
Bart beweerde dat hij bij mij inwoonde en dat we ruzie hadden gehad. Ik rilde en huilde, had een gekneusde rib, wondjes op mijn gezicht en borsten, down under was het een ravage. Er werden wel foto’s gemaakt, Bart kreeg een waarschuwing maar werd niet in hechtenis genomen. Ook kreeg ik geen slachtofferhulp aangeboden. Het enige wat de politie wilde doen was bemiddelen tussen de twee ‘ex-geliefden’. De manier waarop de politie mij behandelde, heeft me enorm beïnvloed. Ik heb jarenlang bijna niemand durven vertellen dat ik ben verkracht. Ik gaf mezelf de schuld. Ik had immers zelf de boel verkloot door Bart in huis te nemen.
De rest van het verhaal lees je in Kek Mama 11-2016.