Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Chiara, moeder van Joah (1.5) en redacteur bij Kek Mama, speurt samen met haar man Dan naar de perfecte balans tussen (zelf)liefde en luiers.
Het regent op z’n Hollands, zo’n bui die je normaal gesproken direct in een rothumeur brengt. Maar vandaag? Vandaag kan het me niks schelen. Ik kom net terug van mijn allereerste lange weekend zonder mijn mannen, en ik ben zó klaar voor een warm welkom van mijn kleine zonnestraaltje.
Doordrenkt en wel haast ik me naar boven (wij slapen beneden, leven boven—iets met interieurdesigners die te veel tijd hadden). Ik bereik de laatste trede van de trap, en daar staat hij dan, mijn Joah, bij de salontafel. “Hoi lieffie!” roep ik vol verwachting. En wat doet mijn kleine? Hij werpt me een blik toe zo droog als een maisstick, haalt net zijn schouders niet op, en gaat verder met zijn speelgoedauto. Nou, daar sta je dan.
Serieus? Was dit het? Mijn hele ‘homecoming queen’-fantasie spat uiteen als een zeepbel. Ik had me minstens een ontvangst verwacht zoals zijn vader altijd krijgt na een dag werken. Maar nee, dit was meer ‘oh, jij weer’. De regenbui die me net kletsnat had gemaakt? Een schijntje vergeleken met deze koude douche. En zo snel als ik naar boven haastte, ren ik de trap weer af, duik op bed, begraaf mijn hoofd in het kussen en barst in huilen uit.
Ik weet dat ik een bofkont ben. Echt waar. Ik breng meer tijd met Joah door dan wie dan ook. Maandag en woensdag werk ik thuis; we hebben de hele ochtend (voor ik hem naar de opvang breng) en namiddag (nadat ik hem weer heb opgehaald) samen. Dinsdag is hij met zijn vader, donderdag bij opa en oma. Vrijdag en zaterdag zijn helemaal voor ons samen, en zondag is ons gezinnetje compleet. Ik hoef mijn kleine boef dus maar weinig te missen.
Het eerste jaar was het ook overduidelijk dat hij daardoor meer naar mij toe trok. Hij plakte aan me vast als een klein kangeroetje bij zijn mama, en oh, wat genoot ik daarvan. Tuurlijk, Dan vond het soms minder leuk, en dat snap ik wel. Dus ik heb echt mijn best gedaan om de band tussen mijn mannen te versterken (en Dan zelf natuurlijk ook). En met succes. Want nu? Nu lijkt het alsof Joah met superlijm aan zijn vader vastzit. Wanneer Dan na een dag werken thuiskomt, hoeft hij de sleutel maar in het slot te steken en Joah laat zijn speelgoed vallen en rent naar de trap om zijn vader op te wachten.
En als Jo en Dan dan knuffelen en ik me erbij voeg, duwt Joah mij zonder pardon weg. Het is alsof hij wil zeggen: “Papa is van mij, mama, en jij? Zoek maar een andere plek.” Als Dan hem aan mij wil overhandigen, stribbelt ons kleintje hevig tegen en begint hij te krijsen. Het moge duidelijk zijn: hij wil ab-so-luut niet dat ik hem vasthoud. Eerst vond ik het geen probleem. Sterker nog, ik was blij dat die twee eindelijk de band hadden waar Dan zo naar verlangde. Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet jaloers, ik ben juist trots op de band die Joah met zijn vader heeft. Maar het voelt alsof ik word afgewezen door mijn eigen kind, en dat doet pijn.
Diep in mijn hart weet ik dat Joah van me houdt. Hij is een kind, en hij bedoelt het natuurlijk helemaal niet zo. Hij wil me geen pijn doen, dat weet ik zeker. En ik weet ook: alles is een fase. Daarom hield ik mezelf voor dat het niet lang zou duren voordat hij me weer met open armen zou ontvangen. Maar die fase duurt nu wel heel lang, en toen ik die dag door de stromende regen naar huis liep, na mijn eerste lange weekend weg zonder mijn gezin (waar ik trouwens nog een heel hoofdstuk aan zou kunnen wijden—stay tuned!), hoopte ik op dat warme welkom. In plaats daarvan brak ik, alsof die regenbui direct in mijn hart was doorgedrongen.
“Maar het voelt alsof ik word afgewezen door mijn eigen kind, en dat doet pijn”
Een paar dagen later, als Joah me weer die koude schouder geeft, besluit ik mijn gevoelens met Dan te delen. Hij weet me altijd op te beuren, en voor ik het weet, hebben we het over hoe trots we zijn op Joah. Hoe hij zo gegroeid is en hoeveel hij op Dan lijkt—tenminste, qua uiterlijk. Want volgens Dan is Joah qua karakter juist weer een kopie van mij. “Net zo ongeduldig, eigenwijs en avontuurlijk als zijn moeder.” “En net zo dol op jou,” voeg ik eraan toe. Ha! Misschien is dát wel de reden dat hij zo naar zijn vader trekt—hij ziet mij al genoeg in zichzelf.
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.