Lara: ‘Het klinkt vast niet sexy of onafhankelijk, maar mijn leven draait om onze kinderen’

column lara
Lara Temme
Lara Temme
Leestijd: 4 minuten

Lara Temme is tekstschrijver en woont samen met haar zoon (7) en dochter (9) in Brabant. Thuis wordt er veel gelachen, geknuffeld, gehuppeld en gezongen. Wel vals, maar daar heeft het gezin zelf weinig last van. Evenals de altijd rommelige zolder. 

Lees verder onder de advertentie

Zwart gat

Eindelijk, het is zover. De jongste is er doorheen. Een hele tijd leek het erop dat het nog wel even zou
duren: de spanning zorgde ervoor dat hij steeds net tekort kwam. Maar ineens lukte het. Mijn
dochter en ik keken elkaar met open mond aan, gevolgd door gejuich. Dit gingen we vieren!

Lees verder onder de advertentie

Iedereen die kinderen heeft, zal deze worsteling herkennen, of in de toekomst gaan ervaren: Het
Gat. Ja, dat plastic geval dat veel kinderen angst aanjaagt in het zwembad. Kun je er niet doorheen,
dan zwem je niet af. Punt. Waar sommige kinderen vol zelfvertrouwen het hele stuk onder water
zwemmen, is het bij onze kinderen altijd het lastigste onderdeel geweest. Maar nu onze zoon de
benodigde afstand voor C kan afleggen, is het eind van de zwemles na al die jaren zowaar in zicht.

Watervrees

Zelf heb ik alleen mijn diploma A, waarvoor je in mijn tijd nog niet hoefde te duiken, laat staan een
stuk onder water zwemmen. Al was het nog steeds een hele kluif om te slagen: ik begon mijn
watercarrière met schoolzwemmen, en de twee niet bepaald vriendelijke juffen konden niets met
watervrees.

Lees verder onder de advertentie

Van één van het moest ik per se van het glijbaantje af: een geel geval dat in het diepste stuk van het badje stond. Doodeng vond ik het. “Vang je me op?”, vroeg ik met een bevend stemmetje. Ja, dat zou ze doen. Op het moment dat ik naar beneden gleed, deed de juf een flinke stap opzij, geen moment van plan geweest me te helpen. Ik probeerde me nog vast te houden, maar het glibberige plastic deed die poging jammerlijk mislukken. Ik kwam onder water terecht en kon zelf niet omhoog komen – de juf sleurde me aan mijn arm terug naar de bovenwaterwereld. Tussen mij en zwemmen is het daarna nooit meer goed echt gekomen.

Lege nest syndroom

Ook al hoorde onder water zwemmen niet bij het vroegere curriculum van A, toch ben ik de laatste
tijd veel bezig met het gat waarvan ik vermoed last te gaan krijgen. Nee, ik ga niet op voor mijn B of
C. Ik heb het over het lege nest syndroom, waarover ik me nu soms al afvraag: steven ik daar door
de huidige invulling van mijn leven niet met een rotvaart op af? “Kijk je nog wel eens naar
vacatures?”, vroeg mijn man me laatst. Ik voelde me meteen schuldig, met mijn zeer parttime
tekstschrijversbestaan. Moet ik meer in de toekomst gaan investeren?

Lees verder onder de advertentie

Ik moet ‘een eigen leven hebben’

Het klinkt vast niet sexy of onafhankelijk, maar mijn leven draait om onze kinderen. Dat is schijnbaar
niet gezond, want je moet ‘ook een eigen leven hebben’. Maar wat is dat dan precies, een eigen
leven? Dingen zonder je gezin doen? Moet ik meer de hort op of mijn werkzaamheden uitbreiden,
puur omdat ik daar later misschien profijt van heb? Ik begrijp heus wel dat je aan de toekomst moet
denken. Maar ik denk ook dat we met z’n allen veel te weinig in het nu leven.

Lees verder onder de advertentie

Te veel gericht op de toekomst

Sommige mensen kunnen alles opzij zetten om iets te bereiken, zodat ze daar over twintig jaar de vruchten van kunnen plukken. Ik snap daar echt niets van. Wie heeft jou beloofd dat je oud gaat worden? Ik wil er liever nu zijn voor de kinderen en over tien, vijftien jaar in een gat donderen, dan nu mijn leven anders indelen in een poging die val te voorkomen.

Lees verder onder de advertentie

Leven zonder zwemles

Ook al is in gat kunnen vallen geen fraai vooruitzicht, laat me in ieder geval goed nadenken over wat
ik wil en belangrijk vind, nu en later. Ik ga er uiteindelijk vast mijn weg wel in vinden. Eerst maar eens
afrekenen met het zwembadgat. Als het goed is, mag onze zoon volgende week afzwemmen. Een
leven zonder zwemles – wat een weelde!

Tot ik er iets beter over na ging denken. Want what’s next? Van twee keer per week in de warme kantine, al nippend van je drankje kijkend naar je zwemmende kroost, naar een aantal keer per week door weer en wind langs de lijn? Hmm. Misschien is een dreigend gat soms zo slecht nog niet.

Lees ook: Lara: ‘En toen belandde ik bij de crisisopvang’

Meest bekeken