Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Tabitha (44) woont met haar zoontjes Teun (7) en Willem (3) in Haarlem. Haar man kreeg een jaar geleden de diagnose: onbehandelbare hersentumor. Een maand later was hij overleden. Hoe ga je als gezin verder na zo’n plotseling verlies? In deze columns krijg je een inkijkje in momenten die zij meemaken. Het eerste jaar zonder papa.
We hebben Teun naar school gebracht en Willem en ik gaan straks zwemmen met een vriendinnetje van hem. We lopen op de stoep en Willem speelt op het randje. ‘Pas op!’ waarschuw ik hem, ‘straks komt er een auto aan die je niet ziet. Dan kun je een ongeluk krijgen.’ Een gesprek die elke moeder wel duizend keer voert met haar kind. ‘Ik wil naar papa,’ zegt Willem. ‘Papa?’ ‘Ja, ik wil bij papa in het graf liggen.’ Oké, het is net half 9 geweest en ik word weer even wakker geschud.
Ik begrijp hem. Toen Frank net overleden was wilde ik ook wel dood. Niet echt dood natuurlijk, ik wilde bij hem zijn en vond alles zo zinloos. Wat voor zin had het leven als Frank er niet meer was? Willem wil natuurlijk zeggen dat hij zijn papa mist en bij hem wil zijn. Dat hij beschermd wil worden door zijn vader. Ik zucht en zeg dat ik hem goed snap: ‘Ik mis papa ook heel erg.’ En dan monter: ‘Wij moeten nu proberen verder te gaan, te genieten.’ Want ja, dat voorrecht hebben wij. Wij leven! Hoe graag ik ook terug zou willen gaan in de tijd, wij moeten én gaan door. Frank zou het niet anders willen.
“Wat voor zin had het leven als Frank er niet meer was?”
Maar vaak voel ik het verdriet om het feit wat hij allemaal al heeft moeten missen. Hoe groot zijn jongetjes inmiddels zijn worden. Hoe Teun z’n A en B diploma heeft gehaald. Hoe Willem doorgegroeid is van een ledikant naar een groot bed. Hoe ik achter het fietsje aan ren, Willem met een helm op en los van mij fiets. Weg… en hoe ik hem weer opvang als het mis dreigt te gaan. Hoe Teun zijn eerste doelpunt scoort. Zijn eerste melktanden verliest. Hoe goed hij mij voorleest, als ik hem naar bed breng. De eerste logeerpartij. De volzinnen die Willem inmiddels spreekt. Momenten waarop trots en gemis hand-in-hand gaan. Wat had Frank dit graag mee willen maken en wat hadden wij hem graag erbij gewild.
We waggelen door en balanceren op de stoeprand en het leven. We groeien naar elkaar toe in deze nieuwe samenstelling. En zoals elk gezin hebben wij ook onze dagelijkse ruzietjes, gesprekken, lach- en huilbuien en knuffelsessies. We vallen en staan weer op. En als we vallen, willen we het liefst opgevangen worden door de handen van papa. Konden we inderdaad nog maar even bij hem liggen.