Elsemieke: ‘Ik wilde per se thuis bevallen, ondanks dat dat niet “mocht”’

28.09.2024 15:00
elsemieke column Beeld: Michelle van den Broek Fotografie

Elsemieke, moeder van Odin (3) en Xavi (1) en redacteur bij Kek Mama, heeft haar passie in het moederschap gevonden en probeert er met een flinke portie introversie en een vleugje ADD wat van te maken.

Bij mijn eerste wist ik al: ik wil graag thuis bevallen. Sterker nog: ik wil eigenlijk per se thuis bevallen. Dat lukte, maar toen ik daarna met gierende banden en gillende sirenes naar het ziekenhuis werd gereden door een fluxus, werd me daar verteld dat ik dat thuis bevallen de volgende keer op m’n zwangere buik kon schrijven.

Goed, dat moet je mij sowieso niet zeggen, dat ik iets niet mag. Daar ben ik allergisch voor. Het is ook niet eens waar, want het is een advies. Ze kunnen je niet dwingen. Wat dacht je, dat ze je thuis zouden komen ophalen? Natuurlijk niet. Maar goed, het protocol van de verloskunde schrijft voor: ruim bloedverlies betekent volgende keer in het ziekenhuis bevallen.

Eigenwijs

Alleen wilde ik dat eigenlijk nog steeds per se niet. Eigenwijs is my middle name. Ik had mijn eerste bevalling ook helemaal niet als traumatisch of vervelend ervaren, integendeel! Het was een heel fijne ervaring en ik heb ook geen last gehad van dat bloedverlies, ik was helemaal high van de hormonen en voelde me alleen maar dolgelukkig en trots dat we een baby – de mooiste, liefste baby, zelfs – hadden gekregen. Maar het protocol staat vast, en mijn gevoel ook, dus toen ik zwanger werd van zoon nummer twee, wist ik dat ik daar iets mee moest.

Dan kan je twee dingen doen: je gaat naar je verloskundige en gaat er met een gestrekt been in: “Ik ga hoe dan ook thuis bevallen, of jullie het ermee eens zijn of niet”. Of je gaat in gesprek. Uit eigen ervaring zou ik je dat laatste aanraden. Daar kom je een stuk verder mee. Dus zodoende: bij dezelfde verloskundigenpraktijk als de vorige keer, ging ik in gesprek. We hadden extra afspraken om alles goed door te nemen, maar uiteindelijk kwam het vonnis: het was goed.

Onder een paar voorwaarden, dat wel. Preventief katheteriseren, preventief een ocytocine prik geven en twee verloskundigen ter plaatse voor wat extra handen als het weer mis zou gaan. Prima. Zolang ik maar thuis mocht bevallen. Er viel een last van m’n schouders. Mijn gewenste thuisbevalling was weer binnen handbereik. Yes!

Hobbels

Alleen toen bleek de baby in stuit te liggen, wat in principe – volgens dat protocol dus – ook een retourtje ziekenhuis betekent. Onvolkomen stuit, ook nog, wat betekent dat zijn beentjes helemaal gestrekt lagen, met z’n voeten in z’n gezicht. Ja hoor, krijgen we dat weer. Had ik zo veel moeite gedaan, ging dit zeker alsnog mijn mooie plan in de war schoppen. Dacht het niet. Dus ik heb alles gedaan wat ik kon vinden om de baby te laten draaien. Je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het geprobeerd: naar de osteopaat (aanrader trouwens, heerlijk die behandeling), op de kop op een strijkplank liggen (ja, echt), een soort wierook stokjes bij m’n kleine teen op laten branden (ja, echt), allerlei yoga-achtige oefeningen… En met resultaat! Baby is zelf omgedraaid, zonder versie.

Maar daarmee waren we er nog niet, want vervolgens besloot meneer dat het een prima plan was om te blijven zitten. De weken verstreken en de uitgerekende datum ging voorbij… Toen ik de 41 weken aantikte, begon ik hem echt enorm te knijpen. Wéér iets wat mijn thuisbevalling in gevaar bracht, want wederom: 42 weken betekent inleiden en een ziekenhuisbevalling. Ugh! Uiteindelijk ben ik met 41+4 weken gestript in de ochtend. In de avond was hij er. Blijft zo lang zitten en toen had hij ineens haast, zal je net zien. Binnen vier uur was hij er.

Tijdens de bevalling was ik totaal niet nerveus of bezig met “oh, wat als”. Ik was alleen maar blij dat ik thuis mocht blijven, dat een inleiding me bespaard was gebleven. Goed, die weeënstorm was ik niet bepaald blij mee, maar hé, we kunnen niet alles hebben. Baby werd geboren, de preventieve maatregelen werden gedaan. Althans, twee van de drie, want de tweede verloskundige was te laat, omdat het allemaal zo snel ging. En het ging goed! Geen fluxus dit keer, wat betekende dat wij ‘s avonds laat ineens met onze kersverse zoon in de cosleeper in ons eigen bed lagen.

Lang verhaal kort

Dus, moraal van het verhaal: protocollen zijn er niet voor niks, maar het is wel een advies en geen wet. Ik hoor nog vaak vrouwen in mijn omgeving zeggen “ik heb zus of zo, dus ik mag dat niet”, wanneer het gaat om hun bevalling. Zo wordt het ook vaak gebracht, net als bij mij in het ziekenhuis destijds, maar dat is gewoon onjuist. Niemand gaat je dwingen. Máár, het moet natuurlijk wel veilig blijven en voor iedereen ook veilig voelen. Door in gesprek te gaan, konden zowel ik als mijn verloskundigen samen tot een plan komen waar beide partijen zich goed bij voelden. Dat is heel veel waard! Laat je dus niet meteen afschepen met een “dat mag niet”, als je het eigenlijk zelf anders zou willen. Er is meer mogelijk dan je denkt.

Het hele bevallingsverhaal horen? Luister het in deze podcastafleving van Zwanger & Zo De Podcast.

In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.