Lara: ‘Mijn dochter zei tegen me: ‘Je ziet er zo moe uit dat je op professor Sneep lijkt!”

column lara
Lara Temme
Lara Temme
Leestijd: 4 minuten

Lara Temme is tekstschrijver en woont met haar man, zoon (8) en dochter (10) in Brabant. Thuis wordt er veel gelachen, geknuffeld, gehuppeld en gezongen. Wel vals, maar daar heeft het gezin zelf weinig last van. Evenals de altijd rommelige zolder.

Lees verder onder de advertentie

Waar ik er normaal keurig en met volle vaart omheen fiets, was ik deze keer blijkbaar net niet snel genoeg en kregen ze me te pakken: de virusdeeltjes. Een klassieke griep, met koude rillingen, spierpijn en koorts. Het was jaren geleden dat ik me zo beroerd had gevoeld. En misschien was ik daarom wel vergeten dat griep bij mij niet alleen fysiek, maar ook mentaal een uitputtingsslag is.

Lees verder onder de advertentie

Kwetsbaar

Als ik ziek ben, voel ik me heel kwetsbaar. Ook al krijg ik de laatste jaren steeds meer zelfvertrouwen, nog steeds geldt: er hoeft maar íéts te gebeuren, en ik val weer terug naar mijn vertrouwde overtuiging. Namelijk dat ik ongeluk verdien. Blijkbaar zit dat zo ingesleten, dat ik me afvraag of ik er ooit nog vanaf kom. Mijn hypochondrische brein draaide overuren. Stel dat ik weer koorts zou krijgen? Dat mijn lichaam dit niet aankon? Het hoesten begon ook toe te nemen. Zouden mijn longen langzaam vollopen? Longontsteking, sepsis, dood? Theoretisch gezien was het niet logisch, maar in mijn hoofd wel. Dit was mijn straf. Had ik maar een beter mens moeten zijn.

Lees verder onder de advertentie

Wakker in een nachtmerrie

Het dieptepunt beleefde ik nadat ik na een aantal beroerde dagen ’s avonds laat wakker werd. Fysiek voelde ik me beter: de koorts was verdwenen. Toch was ik gedesoriënteerd, en heel bang ineens. Het beklemmende gevoel dat ik vaak heb als ik iets engs droom, was aanwezig bij mijn wakkere zelf – en bleef hangen. Het voelde alsof ik in een nachtmerrie zat. Ik dacht dat ik gek werd. In mijn hoofd herhaalde ik een aantal keer mijn personalia: naam, adres, geboortedatum. Dat wist ik nog. Toch gaf dat geen houvast. Na uren van wakker liggen (ik durfde niet te gaan slapen, want slapen betekent controleverlies), viel mijn ogen uiteindelijk toch dicht. De volgende ochtend was het een stuk rustiger in mijn hoofd. Toch duurde het nog een paar dagen voor mijn vertrouwen in mijn psyche terug was.

“Het maakt mij niet uit hoe je eruit ziet. Ik vind je altijd mooi. Jij bent mijn lievelingskleur”, zei mijn man

Lees verder onder de advertentie

Oppervlakkig, maar toch is het zo

Ziek zijn heeft natuurlijk invloed op je hele lijf. Mijn huid was in tijden niet zo onrustig geweest. In de spiegel kijken stond garant voor een slecht gevoel. Ik vertelde mijn man hoe het met me ging. Over hoe akelig ik het had gevonden, die avond dat ik de controle leek te verliezen. Over hoe klote het is om die hypochondrische gedachten te hebben. Maar hetgeen waarbij ik brak, was dat mijn uiterlijk me soms zo in de weg kan zitten. Ik schaam me ervoor, het voelt zo oppervlakkig. Er zijn toch belangrijkere dingen dan dat? Maar het voelt soms alsof mij uiterlijk het enige is wat ik heb, het enige waarmee ik mensen aan me kan binden. Als dat wegvalt, wat heb ik dan nog? Mijn karakter, waarover ik vroeger heel duidelijk de boodschap heb gekregen dat dat tekort schoot? Ik weet ondertussen dat ik een goed mens ben, maar er is maar heel weinig voor nodig om daar toch aan te gaan twijfelen.

Lees verder onder de advertentie

Zoals hij me ziet

Toen ik huilend op de bank zat, zei mijn man: “Het maakt mij niet uit hoe je eruit ziet. Ik vind je altijd mooi.” “Maar mijn lelijke rode gezicht dan?”, vroeg ik. Daar wilde hij niets van weten. “Jij bent mijn lievelingskleur”, zei hij. Wat zou ik mezelf graag zien zoals hij me ziet. En wat zou ik graag die deurtjes openmaken waar mijn nare overtuigingen achter verstopt zitten, zodat ik ze mijn hoofd uit kan bonjouren.

Lees verder onder de advertentie

Alohomora

Vanochtend was ik een beetje boos op de kinderen, omdat ze elkaar achterna zaten op de trap en niet al te gezellige verwensingen naar elkaars hoofd slingerden. Nog volop in haar moppermodus zei mijn dochter vanuit het niets tegen me: “Eerlijk? Je ziet er zo moe uit dat je meer op professor Sneep lijkt!” Ik vond mezelf er juist redelijk uitzien, vergeleken met de dagen ervoor, maar blijkbaar kon ik dus zo doorgaan voor een bad guy uit Harry Potter. Wél een die later toch een enorme good guy bleek. Eentje zonder huidproblemen ook nog. Zo erg was de vergelijking dus niet. En wie weet krijg ik met zijn toverkracht ook eindelijk die deurtjes open. Alohomora.

Lees verder onder de advertentie

Meer columns van Lara vind je hier.

Meest bekeken