Verloskundige Geke: ‘In de vluchtelingenopvang is er gebrek aan alles, behalve aan welwillendheid’

verloskundige Geke column Eigen beeld
Redactie Kek Mama
Redactie Kek Mama
Leestijd: 5 minuten

Geke (@gekeborn) is verloskundige, echoscopist en anticonceptiespecialist en maakt daarnaast de podcast Zwanger & Zo. Hierin deelt ze verloskundige informatie en positieve bevallingsverhalen om aanstaande ouders te inspireren en ervaringen te delen. Daarnaast werkt ze aan een boek, dat mei 2025 in de winkels ligt. In haar column neemt ze ons mee in haar onregelmatige leven als verloskundige.

Lees verder onder de advertentie

‘Geboortezorg voor asielzoeksters voor onacceptabel niveau’, kopt de NOS op zondag 17 november. Ik slik. Zonder het artikel te lezen, snap ik wat ze bedoelen.

Met mijn praktijk, Zuiver Verloskundigen in Ede, bieden we ook zorg aan asielzoeksters bij ons in de regio. Veelal verblijven ze in de opvanglocatie in Harskamp, een van de buitendorpen van Ede, maar soms ook in losse, kleinere opvangplekken verspreid over de gemeente. We komen als praktijk voor het eerst met het COA in aanraking toen in de nazomer van 2021 de stad Kabul in handen viel van de Taliban en duizenden Afghaanse mensen naar Nederland vluchtten. Als verloskundigenpraktijk in dezelfde gemeente wordt ons gevraagd om de zorg van de zwangere vrouwen in de opvanglocatie op ons te nemen. 

Lees verder onder de advertentie

Iedereen wil helpen

Hoewel de zomermaanden vaak al druk genoeg zijn in een verloskundigenpraktijk, pakken we deze uitdaging met beide handen aan. We beseffen dat we ons niet kunnen voorstellen hoe het is om hoogzwanger te moeten vluchten, laat staan te moeten bevallen in een nieuw land waarvan je de taal niet spreekt. Ook onze cliënten zijn begaan met deze mensen: een korte oproep voor babyspullen en kleding resulteert in één middag in een ontplofte wachtkamer vol kleding in alle maten, hydrofiele luiers en zelfs kinderwagens en borstkolven. Iedereen wil helpen.

Toch blijven we moedig doorgaan: alleen de glimlach op het gezicht van een moeder als ze even het hartje van haar baby hoort, is al reden genoeg.

Lees verder onder de advertentie

Het opzetten van verloskundige zorg loopt op zijn zachtst gezegd chaotisch. Samen met het COA doen we wat we kunnen, maar de zorg voor mensen zonder spullen (het enige bezit dat ze bij aankomst hebben, is de kleding die ze dragen), zonder medisch dossier en met een taalbarrière is een flinke uitdaging. We spreken af dat we elke vrijdagochtend spreekuur komen doen op de opvanglocatie. Omdat we niet weten hoeveel zwangere vrouwen er precies zijn, zitten er soms vijf mensen in de geïmproviseerde wachtkamer (lees: een rijtje stoelen in de gang) en soms uren niemand.

Het voldoet niet

Als we iemand zien proberen we zo goed en zo kwaad als het kan een dossier aan te leggen. Hoever is iemand (ongeveer) zwanger? Weet ze een uitgerekende datum? Zijn er belangrijke dingen in haar voorgeschiedenis waar we nu rekening mee moeten houden en het hoeveelste kind is dit voor deze ouders? Normaal hebben we 45 minuten voor een intake, nu hebben we eigenlijk uren nodig. En volgende week? Dan zijn er soms ineens nieuwe mensen, of juist vrouwen overgeplaatst. Deze periode kost ons, naast de zorg voor onze andere cliënten, bakken met energie. Toch blijven we moedig doorgaan: alleen de glimlach op het gezicht van een moeder als ze even het hartje van haar baby hoort, is al reden genoeg.

Lees verder onder de advertentie

Ik snap wat de onderzoekers uit het NOS artikel bedoelen; hoe hard we ook ons best doen, de zorg die we daar leveren, komt niet in de buurt van de zorg die onze Nederlandse cliënten krijgen. Vrouwen komen inderdaad vaak pas laat bij ons, omdat ze de route niet kennen en vaak niemand in een vroeg stadium weet dat ze zwanger zijn. We missen BSN nummers (en de doorverwijssystemen die daarop werken), kennis (welke infectieziektes komen er in Afghanistan voor, die wij hier niet kennen?), communicatie mogelijkheden en we hebben geen echoapparaat op de locatie staan. Nu, jaren later en heel wat vluchtelingen in onze praktijk verder, helpt onze ervaring van toen ons om betere zorg te kunnen leveren. Nog steeds zijn er uitdagingen die vragen om improvisatie, welwillendheid en medemenselijkheid. Gelukkig is er daaraan nog nooit een gebrek geweest.

Baby Khalida

Zelf begeleidde ik één keer een bevalling in de genoemde vluchtelingenopvang. Het was de geboorte van Khalida, het achtste kind van Fatema en Abdullatif. Fatema beviel door de snelheid van de bevalling en gebrek aan andere opties – behalve de slaapzaal met twintig anderen – op de smalle onderzoeksbank in de spreekkamer. Ik schaamde me dat ik Fatema niet meer kon bieden dan deze schrale omstandigheden, maar toen ik door ouders later gevraagd werd een tweede naam voor hun gezond geboren dochter te bedenken, bleek bij hun vooral de dankbaarheid te overheersen. Voor mijn boek dat in april uit komt ging ik laatst op visite bij Khalida en haar ouders. Als ik daar een vrolijk rondrennend meisje zie, besef ik me des te meer: de zorg voor asielzoeksters is vaak een hele uitdaging, maar we zijn het deze vrouwen verplicht om op zijn minst ons uiterste best te doen.

Lees verder onder de advertentie

Benieuwd naar het hele verhaal van de geboorte van Khalida? Begin mei 2025 verschijnt mijn boek ‘Goed Bevallen’, waarin ik samen met Fatema vertel hoe deze ervaring voor ons beide was.

Meest bekeken