De juf: ‘Ineens moeten drie kinderen overgeven’
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Caroline (37) geeft les aan groep zeven.
Laurie (37) is orthopedagoog, opvoeddeskundige en moeder van zoons Dex (6) en Otis (2). Sinds dit jaar woont ze met haar gezin in Kaapstad. In haar column schrijft Laurie over haar ervaringen van het emigreren met twee jonge kinderen, het leven in Zuid-Afrika en de hoogtepunten en worstelingen van het ouderschap.
Wanneer je ver van huis bent, krijg je een nieuwe blik op je vaderland. Een kort bezoek aan Nederland krijgt plots een andere betekenis: tussen de vertrouwde ontmoetingen met familie en vrienden door ga je je afvragen wat je écht hebt gemist. Wat roept dat gevoel van cultuur, trots en Hollands glorie op? Unesco heeft een lijst van werelderfgoed waar heus hele geinige dingen op staan: de iconische molens van Kinderdijk, de majestueuze grachtengordel van Amsterdam… Maar voor mij is er één plek die naar mijn mening echt een vermelding verdient. Een plek waar magie en werkelijkheid samenkomen, waar cultuur en historie in elkaar overvloeien in een wereld van sprookjes, legendes en volksverhalen. De Efteling.
Misschien komt het doordat ik de Efteling nu met de ogen van een ouder beleef, samen met mijn kind. Misschien is het omdat ik, op mijn 38ste, in een soort nostalgische regressie ben geraakt, op zoek naar die jeugdige verwondering die ik ooit had. Hoe dan ook, mijn bezoek aan de Efteling vorige week heeft me meer betoverd dan ooit tevoren.
De omgevingsfactoren speelden hierin uiteraard een enorme rol. Het was na de kerstvakantie, dus er waren geen wachtrijen. Er lag een vers laagje sneeuw wat de sprookjesachtige magie naar een nog hoger niveau tilde. Er was glühwein, wafels op een stokje (ja ook dat soort vage snacks krijgen ineens een heel andere waarde binnen de grenzen van de Efteling) en er waren knisperende kampvuurtjes. Én er was een nieuwe attractie: het spookspektakel Danse Macabre. Als er iets is waar ik net zoveel van houd als van de Efteling is het horror. Horrorfilms, macabere tv-series, Halloween verkleedpartijen, duistere podcasts en griezelverhalen, ik smul ervan. Misschien een wat vreemde, morbide hobby voor iemand die bekend staat om haar stralende persoonlijkheid, maar ja, er zal wel iets goed misgegaan zijn in mijn vroege kinderjaren.
‘De droomvlucht dan maar?’ vroeg ik. ‘Nee mam, zullen we nog een keer in De Baron? Dat is tenminste eng op een leuke manier.’
Hoe dan ook, het bezoek aan Danse Macabre stond dus hoog op de wishlist van mij en mijn zoon. Oké eigenlijk vooral op die van mij. Ik had in al mijn enthousiasme al wat vooronderzoek gedaan en hieruit kwamen wat interessante feitjes naar voren. Eén van deze feitjes trok specifiek mijn aandacht. Er heeft iemand meegebouwd aan de attractie die zichzelf een ‘griezelspecialist’ noemt. Deze man bezit alle kennis en kunde over wat mensen, en dan meer specifiek kinderen, doet griezelen en reageren op wat wel of niet eng is. Dit lijkt me nou echt een geweldige specialisatie.
Ik heb deze man meteen gegoogeld. Zijn titel is Griezelprofessor. Hij schreef eerder al over het nut van griezelen tijdens bijvoorbeeld Halloween. Volgens hem helpt een goeie portie griezeligheid kinderen om andere enge situaties in het dagelijks leven te relativeren en hier op een adequate manier op te reageren. Je leert jezelf kennen en je eigen grenzen ontdekken. Mijn kinderen griezelen van zeer uiteenlopende dingen. Denk bijvoorbeeld aan een bord spinazie, slijmerige substanties of een glas karnemelk. Er zijn dan ook weer dingen waar ze totaal niet van griezelen, zoals het fijnknijpen van een al halfdode regenworm.
Kortom, wat men onder griezelen verstaat is nogal subjectief. De makers van Danse Macabre hadden de formule echter goed begrepen. Duisternis, mist, bliksem, donder en een schel jankende kat — het werkt. Rammelende deuren, snerpende violen en een sinister decor maken het compleet. Maar de Efteling zou de Efteling niet zijn als niet elk detail tot in de puntjes verzorgd was. Het spookspektakel liet ons werkelijk van de ene in de andere verwondering vallen.
En terwijl ik vol enthousiasme de attractie uitstoof om bijna direct weer in de rij te gaan staan stond mijn zoon er wat bleekjes bij. ‘Dit nooit meer’, mompelde hij. Blijkbaar had de griezelformule bij hem de juiste snaar geraakt. Veel te spookachtig, vond ‘ie het allemaal. De grens was bereikt. En die heb je als ouder (met frisse tegenzin) te respecteren. ‘De droomvlucht dan maar?’ vroeg ik. ‘Nee mam, zullen we nog een keer in De Baron? Dat is tenminste eng op een leuke manier.’
Meer lezen van Laurie? Neem een kijkje op haar blogpagina!
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!