Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Ellen is trajectbegeleider in het voortgezet speciaal onderwijs, thrillerauteur bij uitgeverij De Fontein, moeder van Lewis en Miles (12 en 9) uit een vorige relatie en dochter Sophia (1) met haar vriend Nils. Volg haar op Instagram.
Laatst zag ik online een stukje voorbij komen waarbij er gevraagd werd naar meningen over het volgende: Je kind in een tuigje, slim of belachelijk?
Ik las het stuk en vervolgens de reacties. Bijzonder, vond ik. Vooral de meningen die in het artikel zelf stonden, gegeven door diverse moeders. Eén van de moeders, Karlijn, zei namelijk: Verschrikkelijk, zo’n kind in een tuigje. Ik vind dat je als ouder je kind moet leren om bij je te blijven. Je moet ze bijbrengen wat wel en niet kan in het verkeer en hoe ze veilig zijn. Gewoon: opvoeden. Dat leer je ze niet pas vanaf zes jaar, maar vanaf het moment dat je op straat gaat lopen. Als ouder moet je ook vertrouwen op je kind.
Lees ook – ‘Het zal je echtgenoot of zoon maar zijn’ >
Ik moest hardop lachen om deze mening. Zou Karlijn kinderen hebben? En mocht dat zo zijn, zouden haar dreumes of jonge peuter dan altijd keurig bij haar blijven of naast haar blijven lopen? Serieus? Hoort dat dan echt bij opvoeden? Zou Karlijn militair geschoold zijn (of haar kinderen)? Misschien kan ze mij uitleggen hoe je een dreumes leert om áltijd bij je te blijven. Sophia is nu nog iets te klein, maar die gaat graag haar eigen gang, dat merken we nu al. Lewis en Miles, inmiddels twaalf en negen, waren heel nieuwsgierige kinderen op dreumes en peuterleeftijd en daar heb ik flink wat achteraan gerend. Mijn ervaring is namelijk, lieve Karlijn, dat je als ouders zijnde heel graag iets kunt willen, maar dat dat niet betekent dat je dreumes of peuter datzelfde idee heeft. En zeker in het verkeer ga ik daar niet op ‘vertrouwen’, dan ga ik voor veiligheid. Wanneer ik écht wilde dat ze bij mij bleven, zoals in het verkeer of in heel drukke gelegenheden, legde ik de jongens aan een lijntje. En nee, daar schaamde ik me totaal niet voor.
“Zeker in het verkeer ga ik niet op ‘vertrouwen’, dan ga ik voor veiligheid”
Wij woonden op Curaçao en ik ben met regelmaat alleen met mijn jongens naar Nederland en weer terug gevlogen. Miles zat dan in de buggy en die liet ik er ook écht niet uit, maar voor Lewis had ik een rugzakje gekocht in de vorm van een aapje met een riempje eraan. En reken maar dat hij, op twee drukke vliegvelden, aan de lijn ging. Het kind sprintte de hele dag alle kanten op en vond alles leuk en interessant, maar op een vliegveld raak je je kind liever niet kwijt. Met Lewis aan de riem kon ik rustig de juiste gate zoeken, de paspoorten pakken, de bagage afgeven en me met alle zooi naar het vliegtuig begeven, zonder dat ik constant bang hoefde te zijn dat ik mijn overactieve peuter uit het oog verloor. En wat ga je doen als hij daadwerkelijk de benen neemt? Erachteraan rennen en je buggy met kind en tassen eraan laten staan? Die peuters zijn veel sneller dan je denkt.
Dat rugzakje met riem was dé oplossing, als je het mij vraagt. Ik zou het zo weer doen. Leuk dan, zo’n vraagstelling in een artikel, maar is het nou werkelijk iets waar men een mening over moet hebben of waarover gediscussieerd moet worden? Betekent het dan dat ik niet aan het opvoeden was, omdat ik mijn kind aan een riempje had? Natuurlijk niet, onzin. Je kent je eigen kind het best en geen enkel kind is hetzelfde. Als jij je prettiger voelt met je dreumes of peuter aan de riem, omdat hij of zij anders de sloot in rent, pleite is in de winkel of zichzelf tussen het verkeer stort, dan leg je het kind lekker aan de riem. Ook dan kun je ze prima dingen leren en opvoeden, Karlijn. Veiligheid boven alles, toch?