In de meeste sprookjes of Disneyfilms is het glashelder: de stiefouder is altijd de villain, oftewel, de slechterik. De stiefmoeder is bij voorbaat al een kutwijf, die psychische mishandeling tot kunst heeft verheven.
Lees verder onder de advertentie
Wat een voorbeeld eigenlijk, voor kinderen. Er kleeft meteen narigheid aan die rol. Zoals de bonus/stiefzoon van een moeder uit de buurt zei: stiefmoeders zijn heksen.
Bonusouder zijn: soms is het maar een lastige taak…
Lees verder onder de advertentie
Package deal
Eigenlijk was ik er nooit zo mee bezig, met stiefouders of de hele lading van dat woord. Mijn ouders zijn gelukkig getrouwd en zijn al 47 jaar samen, dus ik heb zelf nooit te maken gehad met een stiefouder. Toen ik ging scheiden en Nils in beeld kwam, heb ik hem rustig aan geïntroduceerd bij mijn kinderen en uiteindelijk is hij bij ons ingetrokken. Dat ging hartstikke goed, hij had een duidelijke klik met de jongens. Maar toen hij eenmaal bij ons woonde, werd hij ook onderdeel van het gezin. Dat gebeurt nou eenmaal als je in een huis komt wonen waar kinderen rondlopen. Dan kun je als nieuwe partner wel denken: ‘Boeiend, ik bemoei me nergens mee …’ maar zo werkt het niet. Als je kiest voor iemand met kinderen, kies je in feite óók voor die kinderen. Wil je dat niet, dan moet je niet aan de relatie beginnen, want de kinderen horen erbij. Ik neem aan dat de partner met kinderen dat altijd duidelijk maakt aan het begin (als het goed is). Kies je voor mij, dan krijg je een package deal. Kids included.
Lees verder onder de advertentie
Minder geduld
Ik vind het best een ding, zorgen voor kinderen die niet van jou zijn. Als ik kijk naar mezelf, dan merk ik dat ik veel meer geduld heb bij mijn eigen kinderen dan bij kinderen van anderen. Ik weet niet of ik bijna fulltime voor de kinderen van een nieuwe partner zou kunnen zorgen. Ik zou het in ieder geval een behoorlijke opgave vinden. Daarom heb ik dan ook heilig respect voor mensen die daar wél voor kiezen en die dat dan ook nog eens heel goed oppakken.
Lees verder onder de advertentie
Niet vanzelfsprekend
Mijn ex en ik hebben een omgangsregeling en hij woont niet bepaald om de hoek. De jongens zijn twee weekenden in de maand bij hem. Dat is helemaal prima en ik zou niet anders willen, maar het zwaartepunt ligt dus bij Nils en mij. Bij ons moeten ze naar school, moeten ze vroeg opstaan, moeten ze trainen en wedstrijden voetballen. Hier moeten ze op tijd naar bed, gezond eten, huiswerk maken (als ze dat eens in de zoveel tijd krijgen) en hebben ze te maken met veel meer regels en afspraken. Dat zorgt voor structuur, maar dat zorgt er ook voor dat Nils – of hij het nou wil of niet – best wat opvoedkundige taken in de schoot geworpen heeft gekregen, want hij laat het niet allemaal bij mij. Hij helpt me met alles en durft (altijd in overleg met mij) de jongens ook aan te spreken als er eens iets is. Hij staat langs de lijn wanneer er gevoetbald wordt en hij maakt met regelmaat de broodbakjes voor school klaar. Moet er een fiets gerepareerd worden dan doet hij dat en hij zette met alle liefde een nieuw bed in elkaar voor Miles. Het maakt dat ik alleen maar meer van hem houd, want zo vanzelfsprekend is die onbaatzuchtigheid niet.
De jongens zitten een beetje tegen de puberteit aan, wat betekent dat er af en toe vreemde woorden over tafel vliegen of dat grenzen worden opgezocht. Ook daar krijgt Nils mee te maken en dat is niet altijd easy. De opmerking is hier nog niet voorbij gekomen, maar het zal vast ooit gebeuren: ‘Waar bemoei je je mee, je bent mijn vader niet!’ Waarschijnlijk een heel herkenbare voor stiefouders en meteen ook een heel pijnlijke, want soms ben je al heel lang in het leven van kinderen en doe je je uiterste best om een goede, vervangende ouder te zijn. Wat dat betreft is stiefouder zijn soms een beetje een ondankbare taak. Je krijgt best wat shit op je bordje met die kids en met een beetje pech slingeren ze ook nog eens zo’n opmerking naar je kop.
Lees verder onder de advertentie
Ode aan bonusouders
Lieve stiefmoeder/stiefvader/bonusmoeder/bonusvader (maar net wat je fijn vindt), bij dezen een ode aan jou. Omdat jij zorgt voor kinderen die niet van jou zijn, maar desondanks alles voor ze doet. Omdat je een grote rol speelt in hun leven, omdat je ze liefde geeft en er voor ze bent. Als ze volwassen zijn zullen ze dat inzien en daarmee komt hopelijk de waardering, daarvoor zijn ze nu nog te jong. Aan jouw rol kleeft geen narigheid, jij bent wél een voorbeeld, ook al krijg je die credits niet altijd. Ooit zullen de kinderen het inzien en dan zijn ze je oneindig dankbaar. Hopelijk zie je tot die tijd dat ze het wel proberen, op hun eigen manier. De vraag om hulp, om aandacht, of je ergens bij wil zijn. Het zoeken van bevestiging. Een lach, een snelle knuffel, misschien een kusje op je wang, of simpelweg vragen: vind je mij lief? Op die manier laat een kind zien dat je ertoe doet, dat ze het fijn vinden dat je erbij bent en dat jouw mening telt.
Ik hoop dat ik de waardering zelf voldoende uitspreek, want een fijne partner – die ook nog eens een geweldige bonusouder is (en in ons geval óók een erg goede vader) – moet absoluut gekoesterd worden.
Ellen is trajectbegeleider in het voortgezet speciaal onderwijs, auteur bij uitgeverij De Fontein, moeder van twee jongens (10 en 8) uit een vorige relatie én net bevallen van een dochter met haar nieuwe vriend. Lees haar vorige columns hier terug.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.