Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
“Hahaaa, kútmama!” klinkt het door de woonkamer. Rijk kijkt me aan met zijn ogen op standje boef. Hoorde ik dat nu goed? Ja, mijn zoon van net vier jaar schold me uit. Weliswaar op een speelse wijze, maar ik stikte nog net niet in mijn tosti toen ik het voor het eerst aanhoorde.
Inmiddels heb ik waarschijnlijk het compleet nieuwe oeuvre van mijn kleuter al voorbij horen komen. Alsof zijn vocabulaire in twee maanden tijd een upgrade heeft gehad. Of eigenlijk moet ik zeggen: een downgrade, de basisschool-editie. Kut blijkt zijn favoriet.
Elk denkbare combinatie die een beetje lekker bekt is al uitgeprobeerd. Van k-mama tot aan k-kies-een-geslachtsdeel. Veel fraaier wordt het niet. Qua locaties is hij nog wat onzeker. Bij de bakker kwam er met moeite ‘kutcroissant’ uit zijn mond en bij oma thuis durfde hij het gewoon nog niet aan. Maar thuis – thuis vliegen de kutten je om de oren.
Hij heeft al in de gang gezeten, ik heb hem getrakteerd op een monoloog over waarom schelden niet cool is en momenteel zitten we in de negeerfase. Met veel moeite probeer ik mijn lachspieren in bedwang te houden als er weer een k-tje door de lucht vliegt. Waarschijnlijk eindigt mijn gezicht in een vreemd spastische en psychotische glimlach, but soit. Gij zult niet lachen en misschien werkt mijn The Joker-gezicht intimiderend.
Maar thuis – thuis vliegen de kutten je om de oren
Hij zegt zelf dat hij het schelden op de basisschool leert. Van wie wil hij niet delen en dat doet er eigenlijk ook niet toe. Nu denk ik niet dat de juffrouw ‘s ochtends in de kring begint met een rondvraag over wie er nog nieuwe rotwoorden weet. Ik stel mezelf voor dat ze met een groepje kinderen op het schoolplein in een kringetje staan, dat ze één voor één giechelend en een beetje beschaamd een nieuw synoniem op ‘verdorie’ delen voor in het arsenaal aan scheldwoorden, en dat ze daarna een pact sluiten om niet door te vertellen wie de laatste duit in het (rot)zakje heeft gedaan.
Nu moet ik zeggen dat ik een scheldwoord als ‘kut’ niet zo boeiend vind. Erger vind ik het dat hij elke week met een nieuwe buil in 50 shades of purple op zijn hoofd thuiskomt, omdat hij nu ook aan het “vechten” is. ‘Vechten is leuk,’ aldus mijn kleuter. Boys will be boys. Meer dan elkaar een beetje uit gekkigheid duwen en vervolgens over zijn eigen benen richting de stoeptegels struikelen is het niet. Het ziet er alleen niet uit.
Los van de builen en k-tjes, ben ik meer dan trots op hem. Want wat er naast vloeken en vechten ook nieuw is tussen zijn competenties, is zijn groeiende vertrouwen in zichzelf. Dat krijgt hij ook mee binnen de hekken van de school. Het is een veilige en vrolijke omgeving om zichzelf in te ontwikkelen tot een zelfverzekerde jongen.
Eerder durfde hij niet zoveel. Zo bleef hij in de Efteling liever in de bolderkar zitten, om alles van een afstandje te bekijken. Na twee maanden op de basisschool loopt hij voorop en staat hij met zijn voorhoofd vol bulten richting de draak te roepen: “Ik ga je kutschat stelen!”
Lara Steenvoorden (35) is freelance tekstschrijver, een tikkie Aziatisch en een beetje boel Brabants, maar boven alles moeder van ‘de directie’: Rijk (4) en Lex (3).