Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Regelmatig hoor ik verhalen van moeders die erdoorheen zitten, maar hoe pittig ik het ouderschap ook vind, ik kon mezelf hier nooit mee verenigen. Tot dat ene griepje – toen werd het me ineens te veel.
Ik zie mezelf nog zitten: midden in de nacht al snotterend met een huilende baby in m’n armen. Ik mopperen…
Waarom Mack juist déze week uitkiest om weer nachtvoeding te willen, waarom ik in godsnaam niet een dikkere trui heb aangetrokken die dag ervoor, waarom ik me zo belabberd voel, waarom m’n vriend zo nodig ’s nachts moet werken, waarom m’n kind niet direct na zijn flesje gewoon weer in slaap valt en (ja, echt) waarom ik überhaupt ooit moeder wilde worden… Met een schuin oog kijk ik naar het kunstwerk dat vriend en ik twee jaar geleden in Londen op de kop tikten. ‘Toen was mijn leven nog zorgeloos’, schiet er door m’n hoofd.
Als Mack maar blijft krijsen leg ik hem, volledig tegen mijn principes in, huilend terug in bed. Want echt: ik trek het niet meer.
Lees ook
Deze foto’s laten zien hoe het moederschap er écht uitziet >
Eenmaal in de woonkamer bel ik mijn vriend op om als een sirene het halve appartementencomplex bij elkaar te gillen. Hij laat me uitrazen, zegt wat hij moet zeggen en krijgt me rustig. ‘Ik ben over drie uurtjes thuis en dan kun je de hele dag in bed liggen.’ Z’n woorden laat ik op me inwerken en terwijl ik op adem kom, hoor ik Mack weer jengelen. Dit wil ik niet, denk ik direct, en door dat simpele telefoontje vind ik weer de kracht om m’n baby stil te krijgen: nog geen twee minuten later valt hij als een blok in slaap.
Gek eigenlijk. Waar ik een paar uur geleden nog zowat verdronk in zelfmedelijden, ben ik na wat goede slaap weer volledig opgeladen – zo intens kan het ouderschap soms zijn.
’s Ochtends zet ik rustig een bak thee (want wonder boven wonder ben ik eerder wakker dan Mack), neem ik een aspirientje en maak ik samen met m’n vriend grapjes over mijn hysterische telefoongesprek van die nacht. En als ik Mack even later hoor brabbelen in zijn bedje, weet ik weer waar ik het voor doe.