Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Marit Haegens-Brugman is getrouwd met Dylan en moeder van Nami (6 maanden).
Onze dochter ligt nog steeds op onze kamer. Nami is inmiddels 8 maanden oud en dat vind ik een prima leeftijd om haar naar haar babykamer te verhuizen waar ze nog geen nacht heeft doorgebracht. Maar mijn man is het er niet mee eens.
Voor haar geboorte moest ik een lang en breed betoog houden over de voordelen van rooming in op de hechting en het verkleinen van de kans op wiegendood om mijn zéér kritische man te overtuigen. ‘Maar niet te lang, oké? Er zijn genoeg vaders die dit helemaal niet willen, Marit.’ Acht maanden na haar geboorte zijn de rollen volledig omgedraaid. Mijn man ligt inmiddels naast mijn dochter, omdat ik van ieder geluidje wakker werd. En ik ben degene die een betoog van mijn man moet aanhoren over de voordelen van een extra kamergenoot.
Lees ook – ‘Wat mijn man nú weer heeft aangeschaft‘>
Nu zou je kunnen zeggen: dan stemmen jullie toch gewoon? We leven in een democratie. Probleem is dat het altijd één tegen één is. En mijn dochter is onder de 18 dus zij mag nog niet mee stemmen. Bovendien is haar fijne motoriek nog niet volledig ontwikkeld waardoor ze geen rood potlood kan vasthouden. Laat staan zo’n belachelijk groot stemvel. Die eet ze liever op.
Onder het toeziend oog van onze kat gaan we het debat met elkaar aan. Mijn grootste argument: als ze op haar eigen kamer slaapt, slapen wij én zij waarschijnlijk beter en dieper. Zijn argumenten: als er iets met haar is hoef je je bed niet uit en het eerste dat je ziet als je wakker wordt is een grote lach van haar. Shit, wat een goed partijprogramma. Ik gooi er maar een schepje bovenop: ‘Dylan, vol is vol. Nami heeft een prachtig ingerichte en babykamer hiernaast. Menig statushouder is daar jaloers op.’
“‘Dylan, vol is vol. Nami heeft een prachtig ingerichte en babykamer hiernaast”
We komen er maar niet uit. En de verkenners die wij vragen om ons dichter bij elkaar te brengen hebben door gebrek aan financiële vergoeding geen interesse. Dus daarom maak ik graag aanspraak op jullie stemrecht. Wat vind jij? Wie stem jij de kamer in? Of beter gezegd: uit.