Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Bevolkingsonderzoek en uitstrijkjes. Het zijn van die dingen waar geen enkele vrouw op zit te wachten of zin in heeft en bij sommige staat het totaal niet op het prioriteitenlijstje. Toch wilde ik een column wijden aan dit onderwerp, hoe niet-leuk het ook is. Tenslotte krijgt iedere vrouw er vroeg of laat een keer mee te maken.In Nederland worden we op ons dertigste uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Je krijgt de brief rond je verjaardag. Een superleuk cadeau. Ik ga verder niet in op alle medische voordelen of nadelen van meedoen aan zo’n onderzoek, maar ik kan mijn eigen ervaring wel delen.Toen ik dertig was woonde ik op Curaçao. Voor zover ik weet doen ze daar niet aan bevolkingsonderzoeken. Dat kan ik overigens finaal mis hebben, maar ik heb nooit een brief ontvangen dat ik opgeroepen werd. Volgens mij had ik er toen ook geen idee van, dus ik ben zelf niet naar de dokter gestapt. Niet dat dat heel erg was, want toen ik weer in Nederland woonde – drie jaar later – ben ik wel gegaan en had ik een PAP-1 score. Prima, niks aan de hand. Ik heb geen idee of het HPV virus toen al bij mij was gevonden, ik heb er in ieder geval niets over gehoord (of ik ben het vergeten).Hoe dan ook, een vrouw in mijn directe omgeving kreeg twee jaar later een slechte uitslag na het uitstrijkje. Het was de eerste keer dat ik iemand hoorde die géén goede uitslag had. Misschien was het wel de eerste keer dat ik er überhaupt iemand over hoorde. PAP 3B, oftewel: niet best. Doorverwijzing naar de gynaecoloog en een behandeling volgde. Ondanks dat het allemaal niet zo spannend was en de slechte cellen na de behandeling opgeruimd waren, zette het me wel aan het denken. Misschien moest ik ook nog een keer gaan. Waarom ik dat gevoel had weet ik niet, ik was immers twee jaar daarvoor nog geweest en toen was er niks aan de hand. De dokter vond dat ook. Het was een heel-langzaam-groeiend-iets. Eigenlijk was het niet nodig en daarbij: ik had geen klachten.‘Doe toch maar wel,’ zei ik. Eigenwijs zijn is soms goed. Tegen adviezen ingaan ook. Misschien was het levensreddend deze keer. Mijn uitslag was namelijk niet goed. Helemaal niet zelfs. Ik had PAP 4, een redelijk ernstig voorstadium van baarmoederhalskanker. ‘Hoe dan?’ riep ik aan de telefoon. ‘Ik ben twee jaar geleden nog geweest!’Een antwoord had de arts niet, een doorverwijzing kreeg ik wel. Gelukkig kon ik heel snel bij de gynaecoloog terecht, die kalm bleef en me geruststelde. Hij vond het allemaal niet zo verschrikkelijk, hij had erger gezien. Godzijdank was het nog een voorstadium en de boel werd netjes ‘schoongemaakt’. Ik was er weer vanaf. Ik besloot op dat moment wel dat ik erover ging praten en anderen ging waarschuwen. Het is niet iets om je voor te schamen en openheid is altijd beter, zeker als je er een ander mee kunt helpen.Ik ging dus het gesprek aan. Gooide het in de teamkamer op het werk op tafel, besprak het met vriendinnen en nichtjes. En raad eens? Er waren zóveel vrouwen die óók een slechte PAP uitslag hadden gehad! In mijn directe omgeving misschien wel driekwart van de vrouwen die ik erover sprak. 90 % van de vrouwen krijgt een goede uitslag, staat er in de folder van het RIVM. Maar 3 % hoeft naar de gynaecoloog. En die 10% die wél een slechte uitslag krijgt, zijn toevallig allemaal vrouwen die ik ken? Hoe kan dit cijfer zó laag zijn, maar zijn de verhalen uit mijn directe omgeving zó anders? De reden om deze column te schrijven is een app van één van mijn nichtjes in onze Nichtjes Rules appgroep. Zij kreeg ook een minder fijne uitslag van de huisarts. Weer eentje erbij in die toch al zo lange rij dames die haar voorgingen. Hóe dan?Zonder ook maar iemand bang te willen maken hiermee of belerend te willen doen, ga alsjeblieft naar het bevolkingsonderzoek en laat dat uitstrijkje maken. Nee, het is niet leuk, het is ook zeker niet mijn hobby, maar als je kijkt naar alle ellende die je ermee kunt voorkomen … Een slechte uitslag geeft de mogelijkheid om behandeld te worden en geloof me, dat wil je écht liever dan een nóg slechtere uitslag krijgen, met dat ene k-woord dat niemand ooit in z’n leven wil horen. Volgens mij heb je tegenwoordig zelfs de mogelijkheid om een zelfafnametest te bestellen. Doe het! Echt. Er zijn in feite geen redenen om er niet aan mee te doen, want het gaat om je gezondheid. Ik vind zelfs dat ze het bevolkingsonderzoek tien jaar naar voren moeten halen, ga die uitnodiging maar versturen als een vrouw twintig wordt, in plaats van dertig. Maar ja, dat zal wel weer te duur worden. Dat we kunnen gaan is natuurlijk al een voorrecht. Zodra ik bevallen ben en het weer kan, ga ik richting de huisarts. Gewoon om te checken. Ik had de twee keren na mijn behandeling bij de gynaecoloog – inmiddels vier jaar geleden – een keurige PAP 1. Ik mocht weer het bevolkingsonderzoek in, zonder extra controles. Toch blijft het spannend voor mij, want ik ben al eerder in relatief korte tijd van PAP 1 naar PAP 4 gegaan. En nogmaals, gezellig is het niet. Je kunt gespannen worden van het uitstrijkje of de uitslag, maar het is altijd nog beter dan je kop in het zand steken en daarna horen dat je kanker hebt, terwijl het voorkomen had kunnen worden. Ontvang elke maand Kek Mama met korting en gratis verzonden op jouw deurmat! Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.