Lis: ‘Oké, ik ga iets geks zeggen: ik vind bevallen dus best leuk.’

27.08.2024 06:00

Schrijfsters Lisette Jonkman en Susan Muskee spreken elkaar elke dag over van alles en nog wat, maar er is één onderwerp waar ze nooit over uitgepraat raken: het moederschap. Lisette is moeder van Felix (3) en Elodie (1) en baby numero 3 is op komst, en Susan is in maart bevallen van haar dochter Noortje. Maandelijks bespreken ze alles wat met jong moederschap te maken heeft: van tsjernobylluiers tot terrornachten en van zwangerschapskwaaltjes tot zwamadviezen (die wel heel goed bedoeld zijn). 

Lieve Suus,

Oké, ik ga iets geks zeggen: ik vind bevallen dus best leuk. Misschien is dit omdat ik zelden (oké: nooit) sport en dus niet gewend ben om mijn lichaam tot het uiterste te drijven. Je krijgt er bij zo’n bevalling natuurlijk ook wel een prachtige beloning voor. Als ik elke keer dat ik ging sporten thuis zou komen met een blozende baby… oké, nee, dan beperkte ik het sporten nog steeds tot een minimum, want hoe onpraktisch zou dat zijn?

Wat bijdraagt aan mijn roze bril wat betreft De Grote Baarmoeder-exodus, is dat mijn beide bevallingen redelijk volgens het boekje zijn verlopen. De eerste duurde alles bij elkaar zeven uur. Maar ik klaag niet, want ik stond een halfuur na het persen alweer fluitend onder de douche. Drie uur later zat ik met Felix op mijn arm thuis op de bank, gezellig beppend met mijn ouders en schoonouders. In kleermakerszit

De bevalling van Elodie duurde een uurtje korter dan die van Felix. Het schijnt enorm veel pijn te hebben gedaan, maar ik kan het me niet meer herinneren. Dit vermeld ik erbij omdat ik er heilig van overtuigd was dat mijn eerste bevalling helemaal geen pijn had gedaan. Iedereen vertelde me dat dat onmogelijk was, dus ik nam me voor om de tweede keer extra goed op te letten of het nou echt zo pijnloos was. Meteen bij de eerste wee (de eerste échte wee, waarbij ik op de grond moest liggen met mijn hoofd op mijn handen en mijn kont in de lucht) dacht ik: ‘O ja, zó was dat! Jezus Lis, natuurlijk doet bevallen pijn. AU!’

Naast de gewone pijn die je kunt verwachten wanneer je een cruiseschip door een steegje probeert te drukken, was er maar één hikje dat bij mijn tweede bevalling optrad. Of eigenlijk na afloop: de placenta kwam niet los. Ik weet nog dat ik de verloskundige heel rustig hoorde zeggen: ‘We hebben een fluxus.’ En ik herinner me dat ik door de waas van ‘jeetje, wat is ze mooi’ en ‘yes, het is voorbij’ heen dacht: ‘O jee, dat woord ken ik. Dat woord vinden we niet leuk.’ Voor ik het wist, stond er negen man rond mijn bed, en binnen tien minuten waren die ook allemaal weer weg.

Deze keer geen frisse postpartum-douche voor mij, maar een katheter en een nachtje blijven ter observatie. Maar aan beide bevallingen heb ik extreem goede herinneringen. 

Ik zou het zo weer doen. 

Sterker nog: ik gá het ook weer doen. In december! HEUJJJ, BABY NUMMER 3 IS OP KOMST!

Hoe kijk jij terug op je bevalling?

Liefs,

Lis

Lieve Lis,

Je mag het navragen aan Coen: in de twintig uur die mijn bevalling duurde heb ik ongeveer duizend keer gegild: IK. DOE. DIT. NOOIT. MEER.

Ik vond bevallen echt de hel.

En toch, een maand of drie later, zei ik precies hetzelfde als wat jij net schreef: ik zou ik het zo weer doen. En jij móét het weer doen, ha! Hoe dan ook vond ik het vrij krankzinnig toen ik mezelf dat hoorde zeggen, dus ik ben eens te rade gegaan waaróm dat zo is. Ik heb het terug weten te brengen naar vier redenen. Daar kom ik zo op, want ik neem je eerst even mee naar Suus-pre-bevalling.

Nu weet ik niet hoe het met jou zit, maar tijdens mijn zwangerschap kreeg ik (meestal ongevraagd…) de meest uiteenlopende verhalen te horen over bevallen. 8 uur, 24 uur, 48 uur. Uitgescheurd, ingeknipt, totaalruptuur. Van ‘ik vond het wel meevallen’ tot ‘nou, ik vertel je mijn verhaal maar niet, daar word je echt niet gelukkig van en die van jou moet er nog uit ha-ha-ha!!’ Misschien dat ik daarom dacht: ik zíé het wel. Voorbereiden voorzover het gaat en verder maar gewoon die achtbaan in gaan.

Dus we deden netjes een bevalcursus, maakten een bevalplan en ik dreunde elke avond tijdens het tandenpoetsen wat mantra’s op om me mentaal aan vast te houden (“Ook deze wee gaat voorbij.” “Ik kan dit.” “Mijn lijf weet wat het moet doen.” Enzovoorts, enzovoorts).

En toen kwamen er twee weeënnstormen, wist ik niet meer waar ik het zoeken moest van de pijn en viel ik tussen twee persweeën door in slaap van uitputting. Ja, zo kan het dus ook. ‘Ik kan dit’ veranderde in ‘IK MAG DIT MISSCHIEN WEL KUNNEN MAAR IK WÍL HET NIET MEER’ en ‘ook deze wee gaat voorbij’ voelt als een keiharde leugen als je er eentje hebt die minutenlang aanhoudt.

Dus waarom ik het toch weer zou doen? Vier redenen. Allereerst omdat ik de fijnste man van de wereld naast me had (en heb) staan om me erdoorheen te slepen. Ten tweede omdat ik oprecht de pijn vergeten ben – dat heeft Moeder Natuur toch maar weer slim bedacht, want tegen de tijd dat ik me herinner hoeveel pijn het ook alweer deed, is het al te laat. Ten derde omdat ik een níéuw mantra heb dat goed werkt tijdens die kaa-uu-tee sprongetjes, slapeloze nachten én al in te zetten is tijdens de bevalling: ook dit gaat voorbij. En ten vierde, boven alles… Omdat aan het eind van die loeizware achtbaan de allermooiste baby ter wereld op mijn borst werd gelegd. Superveel pijn of niet, dát beviel me prima.

Liefs,

Suus

Lees meer brieven van Lis en Suus:
Suus: ‘Nee, eigenlijk niet, maar de condooms waren op’
Suus: ‘Mijn eerste trimester was een eindeloze beroerdheidsmarathon’
Lis: ‘Eindelijk mag ik los over mijn favoriete onderwerp: poep’

In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.