Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Ken je een hoogzwangere? Wees dan niet verrast als je haar plots op handen en knieën aantreft. Het kan zijn dat ze aan het baren is, maar er kan ook iets heel anders aan de hand zijn: nesteldrang.
Nesteldrang is een uiterst bijzonder fenomeen. Wij mensen hoeven namelijk helemaal geen nest te bouwen. We vallen immers niet onder de categorie gevogelte en we zijn ook geen amfibieën, ook al lijken sommigen van ons daar wel op (ik noem geen namen). We leggen geen eieren die we moeten uitbroeden, we zijn in feite zelf een wandelend ei.
Wij moeders storten ons dus niet ontzettend op het verzamelen van allerlei gezellige takjes en allerhande zwerfafval voor een nest, maar wij houden ons bezig met het gereedmaken van onze woning. En zo kun je zomaar een 9 maanden zwangere vrouw op handen en knieën aantreffen, druk bezig met het poetsen van de plinten. Of het uitbaggeren van het doucheputje. Wat natuurlijk om meerdere redenen volslagen belachelijk is. Een hoogzwanger lichaam moet je namelijk helemaal niet in rare bochten wringen en ontzettend in het zweet werken. Een hoogzwanger lichaam hoort zich horizontaal te draperen en gemasseerd en gevoerd te worden. Dat weet iedereen. Daarnaast is het discutabel of je je wel puffend en zwetend in een baarhouding moet willen bevinden als je allerlei ranzigheid aan het wegpoetsen bent. Straks ziet je kind het als een teken om geboren te worden en komt-ie FLATSBOEM (dit zijn bevalgeluiden) ter wereld in een zeer onsteriele omgeving.
Dat laatste is natuurlijk de grootste angst van iedere door nesteldrang gedreven zwangere. Het huis moet spik en span voordat de baby er is, want stel je voor dat het kindeke geboren wordt en er ligt nog stof op de plinten. Of er zit nog haar in het doucheputje. Dan zal het kind zijn of haar kleine, mollige vingertje in de lucht steken en brabbelen: “Zeg, wat is dit in hemelsnaam? In dit huis wil ik niet wonen! Wat een smeerboel!” En met die doemgedachte in het achterhoofd ligt een zwangere vrouw met 41+3 weken de kruipruimte nog af te stoffen.
Voel je je nu aangesproken? Omdat je zelf tot krankzinnigheid wordt gedreven door nesteldrang? Dan wil ik je even wijzen op het volgende: die baby, dat wezentje waarvoor jij je huis brandschoon wil hebben, is zelf nogal een vervuiler. Er mag geen vlekje, geen stofje, geen kruimel meer te zien zijn voor de geboorte van de allergrootste smeerlap die je ooit gekend hebt. Al je kledingstukken zal dat kleine wondertje bevuilen met kots, kwijl en andere lichaamssappen. Die nieuwe bank? Kan je weggooien. Die schone plinten? Als je kind volwassen is, vind je daar nog Olvarit-pastaprut op. Het is stank voor dank van de bovenste plank (goh, drijft mij dit pleidooi plots tot een zeer poëtische uitspatting, ik schrik er zelf van).
Dus, hoogzwangere: waar doe je het allemaal voor? Stop ermee, hou ermee op! Behalve die kruipruimte, die mag je grondig aanpakken. Kun je daar mooi schuilen als de Olvarit-pastaprut je om de oren vliegt.
Tara (30) is moeder van dochtertje Rosie (1). Haar eerste boek met eerlijke verhalen over het ouderschap verschijnt begin 2025. Volg haar momlife tot die tijd via Instagram.com/tarastokdijk.