Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Als een kinderwagen een luxe bolide is, dan is de buggy de snelle boodschappenwagen. Een handig scheurmonster dat compact en daarom ideaal is als je een middag met je kind op stap wil zonder een enorm gevaarte door winkels te manoeuvreren.
De buggy is lichtgewicht, makkelijk opvouwbaar en neemt niet al teveel ruimte in. Ideaal dus om in je wagenpark te hebben, alleen: hoe kies je een buggy die bij jou past?
Een buggy lijkt misschien een station voor later, maar vergis je niet: baby’s kunnen vaak al vanaf zo’n 6 à 10 maanden in een buggy zitten. Dat hangt af van hoe goed je kind al zelfstandig kan zitten. Dan gaat-ie mee tot een kind ongeveer 4 jaar oud is. Een stuk langer dan de gemiddelde kinderwagen dus, en daarom ook bepaald geen verkeerde investering. Om geen miskoop te doen, is het wel belangrijk van te voren alvast te bedenken waar je op moet letten.
Lees ook
Dit moetje meenemen als je een dag weggaat met je baby >
De ene buggy is de andere niet. Daarom hebben we een checklist opgesteld die je paraat kunt houden voor het moment dat je een buggy aanschaft.
1. Let op het zitvlak. Dat moet minimaal 40 centimeter van de grond verwijderd zijn. Het zitje zelf moet minimaal 21 tot 23 centimeter breed zijn. Een verstelbare duwstang is daarnaast wel zo handig.
2. Past er een reismand onderin? Omdat een buggy zo licht van gewicht is, kiept-ie al snel om als je een tas aan het handvat hangt. Dan is het wel zo fijn als je onderin de buggy toch wat boodschappen kwijt kunt.
3. Belangrijk bij een buggy is het aantal wielen. Het voordeel van drie wielen is dat-ie makkelijker te besturen is door het ene wiel aan de voorkant. Dat is vooral handig als de buggy op een instabiele ondergrond staat. Als je een sportief type bent dat graag lange bos- of strandwandelingen maakt, kan zo’n driewieler dus een uitkomst zijn. Verder geldt dat buggy’s met vier wielen stabieler zijn.
4. Als je de buggy graag mee de winkel in wil nemen, zijn zwenkwielen een must. Die helpen je makkelijker manoeuvreren door kleine ruimtes. Wil je ook op een terrein met ruwe ondergrond, zoals het bos of het strand, uit de voeten kunnen? Dan is een buggy met luchtbanden een goed idee. Het voordeel van foambanden is dat die niet lek kunnen raken en net zo lekker rijden als luchtbanden.
5. Controleer hoe groot de buggy is als je hem hebt ingeklapt. Hoeveel ruimte neemt het in als -ie in de kofferbak of in de hal ligt? En kun je de buggy bijvoorbeeld ook ophangen zodat je hem makkelijk kunt opbergen?
6. Kijk welke accessoires je kunt toevoegen. Als je graag samen gaat wandelen, is het handig als je de buggy kunt aanpassen op het weer met een zonnekap, een parasol, een regenhoes of een windkap.
7. Last but zeker not least: hoe zwaar is de buggy? Als je flexibel wil zijn, is een lichtgewicht buggy ideaal. Dat is ook fijn als de buggy vaak een trap op- en af moet.
Een buggy is dus een uitkomst voor uitstapjes waar je zo wendbaar mogelijk wil zijn. Voor in de stad, een korte wandeling of op vakantie is zo’n wagen dus ideaal. Onthoud wel dat een buggy voor je kind een stuk minder comfort biedt dan een kinderwagen. Dat kan belastend zijn voor de botten van een kind. Voor lange stukken wandelen is een buggy daarom net iets minder geschikt. Niet alleen voor je kind, maar ook voor jou. Door de kleinere wielen duwt een buggy namelijk wat zwaarder dan een kinderwagen. Voor kortere ritten is de buggy echter de ideale partner in crime van iedere ouder.
Meer Kek Mama? Neem nu een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen!
Bron: Consumentenbond