Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Het ziet er wat vreemd uit: een baby die als een soort mummy in doeken gewikkeld is. Toch geeft inbakeren veel baby’s een veilig en geborgen gevoel en worden ze er rustig(er) door. Maar waar moet je precies op letten en vanaf welke leeftijd kan inbakeren onveilig worden?
Vroeger werden de meeste baby’s direct na de geboorte ingebakerd. In sommige culturen gebeurt dat nu nog steeds. In Nederland is het niet meer standaard, maar wordt deze methode nog wel gebruikt bij baby’s die erg veel huilen, overprikkeld of onrustig zijn.
Volgens onderzoek helpt het de kleintjes de eerste weken of maanden om te kalmeren, waardoor ze makkelijker in slaap vallen. De meeste baby’s gaan uiteindelijk beter slapen en minder huilen, waardoor je als ouders een gezond slaap- en drinkritme kunt opbouwen.
De baby wordt strak in een doek of speciale inbakerzak gewikkeld. Hij kan zich daardoor nauwelijks nog bewegen. Dat klinkt misschien vreemd, maar het geeft hem een heel veilig en geborgen gevoel: net als toen hij ‘opgevouwen’ in de baarmoeder zat.
Overleg altijd met het consultatiebureau of een deskundige om na te gaan of inbakeren voor jouw baby verstandig is en hoe je het veilig kunt doen. Zij kunnen je bijvoorbeeld instructies geven over het inbakeren met doeken.
Er zijn verschillende manieren om je baby in te bakeren. Je kunt gebruik maken van doeken die je om hem heen vouwt. Zijn armpjes zitten dan stevig langs zijn lichaam. Je kunt één doek gebruiken, maar er is ook een methode waarbij je met twee doeken werkt. De afmetingen en materialen verschillen. Belangrijk is dat je kleintje zich niet los kan wurmen uit het doek.
Een voorbeeld van goede, veilige inbakerdoek is bijvoorbeeld die van Pacco. Deze is verkrijgbaar in drie maten:
Deze inbakerdoek is met name bedoeld voor premature baby’s of baby’s die een heel laag geboortegewicht hebben. De doek is gemaakt van katoen en heeft een klittenbandsluiting.
– Afmeting: 58 x 57 cm
– Voor gebruik eerst drie keer wassen zodat de stof luchtiger wordt
– Meest verkochte inbakerdoek
De opvolger van de Primo, voor baby’s van ongeveer vier tot zeven kilo.
– Materiaal: 100% katoen (flanel)
– Wasbaar op 40°C
– Klittenbandsluiting
Deze inbakerdoek is geschikt als je kleintje aan de zware kant is, vanaf ca. zeven kilo. Hij past tot ongeveer negen kilo.
– Materiaal: 100% katoen (flanel)
– Wasbaar op 40°C
– Klittenbandsluiting
Lees ook:
‘Het inbakeren afbouwen: ik zie er als een berg tegenop’ >
Je kunt je baby ook inbakeren met een speciale inbaker-slaapzak. Die sluit je met een rits en het formaat daarvan kun je niet aanpassen aan je baby. Een voorbeeld van een bekende inbakerslaapzak is de Puckababy:
De Piep gebruik je tot drie maanden. Aan de binnenkant zit een klittebandsluiting, zodat je baby niet kan verschuiven.
– Verkrijgbaar in 9 verschillende kleuren en prints
– Gemaakt van 100% katoen
– Lengte: 44-62 cm
De opvolger van de Piep, die je kunt gebruiken van drie tot zes maanden. Hierbij kunnen de armen worden vrijgemaakt met een rits.
– Verkrijgbaar in 11 verschillende prints
– Gemaakt van 100% katoen
– Lengte: 62-74 cm
Inbakeren kan vanaf één week tot zes maanden. Start hier niet meer mee vanaf de vierde maand, omdat je inbakeren vóór de zesde maand moet afbouwen. De kans is groot dat je baby dan namelijk begint met draaien naar zijn buik en dan is inbakeren niet meer veilig.
Zodra je ziet dat je kleintje de eerste tekenen van draaien vertoont – hij gooit zijn beentjes in de lucht en wiebelt naar één kant – dan is het verstandig om het inbakeren af te bouwen. Je kunt dat doen door over te gaan op een slaapzak of trappelzak, waarbij je baby zijn armen vrij heeft.
De Jeugdgezondheidszorg heeft een richtlijn ontwikkeld voor inbakeren, waarin staat in welke je gevallen baby’s beter niet kunt inbakeren.
Dit geldt bijvoorbeeld bij koorts en de eerste 24 uur na een vaccinatie, maar ook als je baby een ernstige luchtweginfectie heeft of benauwd is.
Verder kun je je baby beter niet inbakeren als hij een verhoogde kans heeft op heupdysplasie, een voorkeurshouding heeft door een afwijking in de wervelkolom en als je baby zoals gezegd begint met draaien.
Als je je baby inbakert, is het belangrijk dat hij het niet te warm krijgt. Omdat hij afgesloten ligt/slaapt, kan hij zijn warmte niet goed kwijt. Zet je baby daarom geen muts op, zorg voor een koele babykamer (15 tot 18 graden) en kleedt hem niet te warm aan. Afhankelijk van het seizoen is luchtige, katoenen kleding (bijvoorbeeld alleen een rompertje) of in laagjes werken het beste.
Je kunt controleren bij zijn nek of hij het niet te warm heeft: voelt hij warm en droog aan, dan is het goed. Een klamme of vochtige huid betekent dat hij het te warm heeft en kun je beter een laagje uit doen.
Bron: inbakeren.nl, de Jeugdgezondheidszorg & De Consumentenbond
Nog meer tips over de eerste maanden met je baby? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >