Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
In Kek Mama vertelt Marieke deze maand over haar dochter die meningokokken B kreeg. Zij herkende de symptomen hiervan vrij snel. maar veel ouders kennen de voortekenen niet, blijkt uit onderzoek.
Toch is het van belang je erin te verdiepen, want het is een heftige infectieziekte die vooral bij (jonge) kinderen veel schade kan veroorzaken. Daarom zetten we even de belangrijkste vragen op een rijtje.
Een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie, de meningokok. Je kunt er hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging door krijgen en zelfs in een shock terecht komen en overlijden. Ernstig dus. Van de bacterie zijn verschillende soorten (serogroepen), waarvan in Nederland serogroep B de meeste ziektegevallen veroorzaakt. Meningokokken C, W en Y kwamen ook relatief veel voor maar hiertegen worden kinderen nu gevaccineerd in het Rijksvaccinatieprogramma. Vooral kinderen jonger dan vijf jaar en tieners lopen het grootste risico om meningokokkenziekte te krijgen.
In het begin zijn er vaak wat grieperige symptomen maar deze kunnen binnen no time heel ernstig worden met hoge koorts. Er kan hersenvliesontsteking ontstaan, met hoofdpijn, verwardheid en overgeven. Stijfheid van de nek is hiervan ook een van de kenmerken. Het is dan moeilijk om de nek voorover te buigen. Bij baby’s uit zich dit door pijn en huilen als je bij het verschonen de beentjes optilt.
Ook kan er bloedvergiftiging ontstaan. Kenmerk daarvan zijn kleine paarsachtige vlekjes over het lichaam.
Er kan hersenletsel ontstaan, dat kan leiden tot bijvoorbeeld epilepsie, concentratiestoornissen en doofheid. Ook kan meningokokkenziekte leiden tot overlijden.
De huisarts bellen. Hoe eerder er wordt behandeld –vaak met antibiotica- hoe beter.
Voor het grootste gedeelte wel. Ze worden via het Rijksvaccinatieprogramma beschermd tegen de typen A, C, W en Y. Dat gebeurt als ze veertien maanden en veertien jaar oud zijn. Tegen meningokokken B worden kinderen (nog) niet standaard ingeënt, hiervoor is een aparte vaccinatie voor die (nog) niet in het Rijksvaccinatieprogramma zit.
Lees ook
‘Check symptomen niet online, maar neem je zieke kind mee naar de dokter’ >
De Gezondheidsraad heeft eind 2018 een advies uitgebracht over de vaccinatie tegen Meningokokken B. In dat advies staat dat nog onvoldoende bekend is of het vaccin goed werkt en voor hoe lang en dat het vaccin hoge koorts kan veroorzaken. Daarnaast zouden de kosten erg hoog zijn in verhouding tot hoeveel ziektegevallen men dacht te kunnen voorkomen met vaccinatie. Daarom heeft de staatssecretaris toen besloten deze vaccinatie niet op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Of meningokokken B in de toekomst wel in het programma komt, wordt in de tweede helft van dit jaar besproken. Op Meningokokken B-vaccinatie | RIVM vind je meer informatie over dit onderwerp.
In sommige andere landen wordt meningokokken B-vaccinatie al wel aangeraden bij jonge kinderen, namelijk in Australië, Canada, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk. In Canada en Portugal wordt dit ook aangeraden voor kinderen tussen 10 en 14 jaar.
In Nederland waren er in 2019, 159 ziektegevallen. Soms is er een aantal jaar een stijging, dan is er weer een daling. Sinds 2001 is het aantal meningokokken ziektegevallen gedaald van 719 tot 159, vooral vanwege de invoering van meningokokken vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma. Bij jonge kinderen tot vijf jaar komt de B-variant het meest voor. Volgens het RIVM kan het aantal meningokokken B ziektegevallen in de toekomst weer gaan stijgen. In 2019 werd 45% van alle gevallen van meningokokkenziekte veroorzaakt door meningokokken B. Er zijn toen in totaal 72 gevallen gemeld.
Bron: The National Immunisation Programme in the Netherlands | November 2020 (rivm.nl)
Omdat de inenting tegen meningokokken B niet in het Rijksvaccinatieprogramma zit, kun je ervoor kiezen om zelf je kind te laten vaccineren vanaf twee maanden. De kosten daarvoor moet je dan wel zelf betalen. Je kunt terecht bij de huisarts, GGD of een (reizigers) vaccinatiecentrum. Er zijn twee verschillende vaccinaties; een kan gebruikt worden bij jonge kinderen, de ander pas vanaf 10 jaar. De vaccinaties bestaan uit twee of drie prikken, afhankelijk van de leeftijd van je kind, en kost tussen de twee- en driehonderd euro, afhankelijk van de locatie.