
Dit is de beste leeftijd om zwanger te worden
We hebben het allemaal wel eens gehoord: ‘De biologische klok tikt!’ Maar is er écht een beste leeftijd om zwanger te worden?
Van bang zijn in het donker tot schrikken van vreemde geluiden: ieder kind is wel eens angstig. Maar wat nu als-ie zó vaak bang is dat het een probleem wordt? Wij geven tips.
Je spreekt van een angststoornis als de angst van je kind z’n leven zodanig beheerst, dat hij (of zijn omgeving) eronder lijdt. Als ouder is het op zo’n moment belangrijk om de angst te herkennen – best lastig, want kinderen die bang zijn, gedragen zich niet altijd zoals je zou verwachten. Zo kunnen ze soms nog prima plezier hebben met andere kinderen of compenseren ze de boel met een ‘stoere’ houding. Mentaalbeter.nl heeft nog meer kenmerken van een angststoornis op een rij gezet:
Lichamelijk
Cognitief
Gedrag
Lees ook
Prikangst bij kinderen: 6 handige tips >
Volgens experts zijn er verschillende angststoornissen, maar of dat op zichzelf staande stoornissen zijn? Daar wordt nog over getwijfeld. Veel wetenschappers denken namelijk dat er één angststoornis bestaat, maar dat deze op verschillende manieren naar tot uiting komt. Wel maken ze onderscheid tussen (bron: Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie):
Gegeneraliseerde angststoornis – hierbij ziet je kind voortdurend beren op de weg en is-ie overdreven bezorgd over van alles: van mogelijke ongelukken tot bang zijn om gepest te worden. Hierdoor slapen kinderen vaak slecht, hebben ze concentratieproblemen en vragen ze constant naar bevestiging.
Separatie-angststoornis (verlatingsangst) – je kind is bang om alleen gelaten te worden. Veel kinderen hebben hierdoor moeite met slapen als ze niet in de buurt zijn van hun ouders.
Sociale angststoornis – kinderen met deze angststoornis, zijn bang om contacten te leggen. Vooral bij activiteiten houden ze zich afzijdig en willen ze niet beoordeeld worden.
Paniekstoornis – hartkloppingen, trillen of hyperventileren: bij een paniekstoornis worden kinderen vaak overvallen door een korte, maar extreem heftige angst. Ze zijn bijvoorbeeld bang om een hartaanval te krijgen, flauw te vallen en gaan bepaalde situaties (feestjes of een lift) liever uit de weg.
Faalangst – de naam zegt ’t eigenlijk al: angst om te falen. Dit kan ineens opkomen op school, tijdens een spreekbeurt of als je kind bijvoorbeeld een wedstrijd speelt. Heeft jouw kind faalangst? Dan is-ie vast niet de enige in de klas: ruim één op de tien kinderen heeft er (in mindere of meerdere mate) last van.
Enkelvoudige fobie – is je kind extreem bang voor één bepaald object (een wesp) of situatie (hoogte)? Dan noem je dat een enkelvoudige fobie. Als je kind eraan wordt blootgesteld, kan dit zorgen voor een paniekaanval.
Selectief mutisme – kinderen die hier last van hebben, vinden het moeilijk om te praten in sociale situaties – thuis lukt het meestal wel.
Als je merkt dat je kind (en zijn omgeving) lijdt onder de angst, dan is het verstandig om contact op te nemen met de huisarts. Deze kan jullie dan doorverwijzen naar een kinderpsycholoog, een poli voor kinder- en jeugdpsychiatrie of naar de jeugdafdeling van een ggz-instelling. Meer tips: