Bezorgde moeder Susan: ‘Het leek of mijn zoon stikte’

Beeld: Unsplash Beeld: Unsplash
Redactie Kek Mama
Redactie Kek Mama
Leestijd: 6 minuten

Het zoontje van Susan verslikt zich niet een beetje, het lijkt alsof hij stikt. Ze is elke dag bang dat het opnieuw gebeurt.

Lees verder onder de advertentie

“Het was een dag in september, onze zoon Benjamin was negen maanden oud. Mijn vriend en ik stonden net met zijn tweeën te overleggen wat we zouden eten. Waar hadden we zin in? Op dat moment hoorden we vanuit de huiskamer een geluid dat we nog nooit hadden gehoord. Onze zoon lag op de grond met zijn nieuwe ballenboom te spelen en snakte naar adem.

Lees verder onder de advertentie

 

Uit alle macht op schouderbladen duwen

We renden naar hem toe, mijn vriend belde 112. Ik pakte Benjamin op en begon uit alle macht tussen zijn schouderbladen te duwen in de veronderstelling dat hij iets had ingeslikt. Zijn speen haalde ik uit zijn mond, ik dacht, misschien heeft hij er wel een stuk van afgebeten of zo’n bal ingeslikt. Het geluid werd erger. Ik duwde nog harder tussen zijn schouderbladen, maar deed ik het niet te hard? Wat was het alternatief? Al die gedachten die door mijn hoofd gingen en alles heb ik onthouden. Er was geen paniek. Beiden deden we wat gedaan moest worden.

Lees verder onder de advertentie

 

Toen hield het ademen op

Toen hield het ademen op en was het plotseling ijzig stil. Ik bleef  duwen tussen die kleine schoudertjes en opeens begon hij te hoesten. De alarmcentrale vroeg, is dat de baby die huilt, moeten we dan nog wel een ambulance sturen? Ja! riep ik. En een paar minuten later stonden ze voor de deur. Mijn vriend nam Benjamin mee, die in de ambulance werd onderzocht. Ik stond in de regen te wachten. Daar was dat kleine hoopje, het liefste wat ik had, en kijk eens, hij was in orde, hij lachte zelfs. Ik barstte in huilen uit en begon heftig te schokken.

Lees verder onder de advertentie

 

Verslikken in eigen speeksel

Die nacht heb ik geen oog dicht gedaan. Benjamin lag in zijn kamertje te slapen. Het ambulancepersoneel had geen reden gezien hem mee te nemen naar het ziekenhuis. Dat wat in zijn keel had gezeten was weg, het zuurstofgehalte in zijn lichaam was goed, hij mankeerde niets. De volgende dag gingen we naar de huisarts die ons uitlegde dat jonge kinderen zich wel vaker verslikken in hun eigen speeksel. Niks aan de hand, gebeurt hooguit één keer. Maar ook al was er geen medische reden om ons druk te maken, gerust was ik allerminst. Waarom zou het niet nog eens kunnen gebeuren?

Lees verder onder de advertentie

 

Het gebeurde opnieuw

De weken en maanden die volgden durfde ik niet alleen met Benjamin te zijn. Stel dat hij weer een verslikaanval zou krijgen, zou ik hem er nog wel uit krijgen? Hoe zou ik mijn vriend ooit nog onder ogen kunnen komen wanneer er iets zou gebeuren als ik voor hem zorgde? En ja, drie weken later gebeurde het opnieuw. Ik kwam terug uit mijn werk en haalde Benjamin op bij mijn moeder. Net op het moment dat ik hem naast me zette op de bank om zijn jasje aan te doen, verslikte hij zich weer.

Lees verder onder de advertentie

 

Zie je wel: mijn intuïtie klopte

Ditmaal raakte ik wel in paniek. Het was of ik werd teruggeschoten naar die avond in september. Toen had ik me onverschrokken getoond, maar achteraf had ik gezien wat er allemaal mis had kunnen gaan. Zie je wel, mijn intuïtie klopte. Zijn verslikken was wel teruggekomen. Ik gaf Benjamin aan mijn moeder, zelf lukte het me niet hem uit zijn aanval te krijgen. Ook zij duwde tussen de schouderblaadjes, en kreeg hem uiteindelijk weer aan het hoesten. De gealarmeerde huisarts zei de volgende dag dat er weinig aan te doen was. Hij had geen te nauw keelgat ofzo. En weer gingen we naar huis.

 

Onbegrijpelijke wanhoopspoging

Er volgden angstige maanden. Vlak voor de herfstvakantie ben ik tijdelijk gestopt met werken. Ik was te gespannen. Oefenen met vast voedsel durfde ik niet. Pas op het consultatie bureau, drie maanden later bij de elf maandencontrole, wees de jeugdarts mij op de mogelijkheid van preverbale logopedie. En ook al vond onze omgeving het een onbegrijpelijke wanhoopspoging (logopedie, dat is toch voor stotteraars?) bleek precies die logopedist onze redding. Ze legde uit dat onze zoon een  slechte mondmotoriek had – dat bestaat kennelijk – en raadde ons aan te beginnen met Nijntjekoekjes en zogenaamde goodiechips. Ze deed voor hoe ik zo’n wortelchipje in stukjes in zijn wangzak moest stoppen en hoe dat al gesmolten was voor hij er met zijn tong bij kon. Hetzelfde deden we met Nijntjekoekjes. Heel langzaam leerde hij zijn mondmotoriek te verbeteren, maar mijn eigen angst voor herhaling sleet minder snel dan de kwaal.

 

Je bent kwetsbaar als ouder

Ik realiseerde me wat iedereen meemaakt op het moment dat je samen ouders wordt: hoe kwetsbaar je bent en hoe gevoelig voor opmerkingen van anderen. Eet hij nog geen brood, zeiden kennissen met kinderen van zijn leeftijd. Heeft hij nou nog steeds een speen? Ja, dat had hij. Wij hadden gemerkt dat hij met een speen bewuster en beter slikte. Je probeert toch alles wat je kunt? 

 

Ha, het is over

Steeds als de verslikaanvallen een tijdje wegbleven, dacht ik: ha, het is over. Maar Benjamin is nu zeventien maanden en gisteren, toen mijn vriend en ik onze verjaardagen vierden, gebeurde het weer. Happend naar adem zat hij bij zijn speelkeuken. We zijn er intussen al iets meer aan gewend en riepen zo luchtig mogelijk: ‘Oh­oh, verslikt.’ Maar de tranen liepen hem over de wangen en ik zag de visite verschrikt kijken. Ik zei: ‘Ja, dit is het dus.’ Zelfs goede vrienden en vriendinnen moeten kennelijk eerst zelf zien wat er aan de hand is voor ze het echt geloven.

 

Goed dat ik volhield

Iemand zei eens tegen me: ‘Je blijft er zo in hangen, past dat soms bij je karakter?’ Zo hard. Ik probeerde alleen een oplossing te zoeken voor mijn kind. En maar goed dat ik volhield, want ik kan wel van de daken schreeuwen hoe blij ik ben met de logopedist. Het moment dat Benjamin bij haar voor het eerst een stukje echt brood at, sprongen de tranen me in de ogen. Zie je wel, dacht ik, hij kan het wel. Langzaam komt het vertrouwen weer terug.

 

Dit artikel staat in Kek Mama 07-2015

Meest bekeken