Je krijgt een tweede of derde kind en verwacht een mini-versie van je oudste. Maar dan groeit je nieuwe spruit op en blijkt het een compleet ander mens te zijn. Hoe kan het dat broers en zussen soms helemaal niet op elkaar lijken?
Lees verder onder de advertentie
Ze hebben dezelfde ouders, dezelfde opvoeding en vaak dezelfde omgeving. En toch kunnen ze zowel van binnen als van buiten enorm verschillen. Het antwoord ligt in de wereld van genen en DNA.
Wat zijn genen en hoe werkt erfelijkheid?
Je genen zijn als een blauwdruk die bepalen hoe je eruitziet, hoe je lichaam werkt en zelfs hoe je je gedraagt. Je krijgt de helft van je DNA van je moeder en de andere helft van je vader. Dus theoretisch gezien zouden broers en zussen voor de helft hetzelfde moeten zijn. Toch?
Lees verder onder de advertentie
Niet helemaal. Hier komt het addertje onder het gras: welke 50 procent van het DNA je erft, is volledig willekeurig. Jij kunt net een ander stukje van je vader en moeder meegekregen hebben dan je broer of zus. Hierdoor kunnen jullie qua uiterlijk en persoonlijkheid totaal van elkaar verschillen, terwijl je biologisch wel familie bent.
Volgens genetisch onderzoek delen broers en zussen gemiddeld 33 procent tot 50 procent van hun DNA. Dat betekent dat er dus nog behoorlijk wat ruimte is voor verschillen. De reden hiervoor is dat tijdens de bevruchting je DNA in een unieke mix wordt samengesteld. Het is alsof je een zak met bouwsteentjes hebt en je bij elk kind een andere combinatie bouwt.
Lees verder onder de advertentie
Identieke tweelingen zijn hierop een uitzondering. Zij delen namelijk 100 procent van hun DNA, omdat ze uit hetzelfde bevruchte eitje komen. Daarom lijken ze vaak als twee druppels water op elkaar en hebben ze vaak vergelijkbare eigenschappen.
Waarom de verschillen zo groot kunnen zijn
Het draait niet alleen om genen, maar ook om hoe die genen tot uiting komen. Dit wordt beïnvloed door:
Omgeving: Jullie groeien misschien in hetzelfde huis op, maar de ervaringen van een oudste zijn vaak anders dan die van een jongere broer of zus.
Epigenetica: Dit is een duur woord voor de manier waarop genen ‘aan’ en ‘uit’ worden gezet door externe factoren zoals stress, voeding of zelfs het seizoen waarin je geboren wordt.
Willekeurige genetische combinaties: Zoals eerder genoemd is het volledig willekeurig welk stukje DNA van je ouders jij mee krijgt.
Absoluut niet. Biologisch of niet, jullie hebben hetzelfde gezin, dezelfde verhalen en vaak een gedeelde geschiedenis. Dat schept een unieke band, zelfs als jullie qua uiterlijk of karakter totaal van elkaar verschillen. Het is een mooi voorbeeld van hoe DNA ons vormt, maar onze ervaringen en emoties minstens zo belangrijk zijn.
Lees verder onder de advertentie
Dus, als mensen weer eens over jouw kinderen zeggen dat ze helemaal niet op elkaar lijken, kun jij nu met een glimlach uitleggen waarom dat zo is. En misschien is dat ook juist wat broers en zussen zo bijzonder maakt: een gedeelde geschiedenis, maar elk met een eigen unieke mix van genen en eigenschappen.
Je kent ze wel: die vaders die hun kind zonder jas in de regen laten staan omdat ‘ie toch een sterke weerstand moet opbouwen. Of die vrolijk in slaap vallen terwijl hun peuter met een schaar aan de haal gaat.
Soms denk je alles perfect te hebben geregeld, totdat je een gigantische fout ontdekt als het al te laat is. Het overkwam Ilma met haar zorgvuldig voorbereide geboortekaartjes.
Patrick (53) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.
De tijd dat moeders automatisch thuis bleven bij de kinderen, terwijl vaders de kost verdienden, ligt ver achter ons. Sterker nog, steeds meer gezinnen kiezen ervoor dat beide ouders fulltime werken.
Elsemieke (30) is samen met T (32), moeder van twee zoontjes (3,5 en 1,5) en redacteur bij Kek Mama. Probeert op veel te weinig slaap, als eersteklas chaoot, wat van het moederschap te maken.