Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Lieve (30) is moeder van Jan (3) en Dries (1). Ze was gelukkig getrouwd, tot haar man afgelopen Kerstmis totaal onverwachts zijn koffers pakte. Voor Kek Mama schrijft ze over alles wat ze sindsdien doormaakt. Deze week: door het slechte weer zat Lieve er even helemaal doorheen tijdens haar vakantie.
De eerste twee dagen van de vakantie verlopen vlekkeloos. De heren luisteren prima, de zon schijnt volop en we hebben alle drie goede zin. Als, op de derde dag van de vakantie, het weer omslaat en het slapen in een caravanbedje zijn tol gaat eisen, begin ik toch wat te twijfelen aan mijn supermoeder-skills.
Er is slecht weer voorspeld en uit voorzorg haal ik alles al naar binnen voor de nacht. Het dakraampje kan volgens de kenners wel op een kiertje blijven staan, aangezien we toch ook frisse lucht moeten hebben. Helaas blijkt dat niet helemaal waar en word ik middenin de nacht gewekt door het geluid van gespetter. De hele caravan staat blank. Ik gris handdoeken uit het kastje en droog de boel, in het donker, zodat de jongens niet wakker worden. Uit pure angst voor wat me te wachten staat, twijfel ik of de caravandeur moet openen om de buitenboel te inspecteren. Uiteindelijk doe ik het toch en mijn angst blijkt niet ongegrond.
Het hele linker gedeelte van onze voortent is ingestort en ik sta letterlijk tot aan mijn enkels in het water. Mijn telefoon fungeert als zaklamp en ik bekijk de schade. Godzijdank zijn de tentstokken niet verbogen of gebroken en is het een kwestie van het water lozen en opnieuw opzetten. Opeens voel ik me heel zielig. Kijk mij hier nou staan. Alleen, twee kinderen, 10 natte handdoeken in de caravan en alle tassen in de voortent vol met kleren én een laagje regenwater..
Ik bedenk me ineens dat ik, bij hoge nood, alle Duitse mannen in ons laantje om hulp mocht vragen maar besluit dit uit te stellen tot morgenvroeg als ik ineens de stem van mijn buurman hoor. Of ik hulp kan gebruiken? In ons laantje blijken meer voortenten op instorten te staan na een heftige bui. Samen zetten we mijn voortent weer op en ik dank hem hartelijk. Ik duik snel mijn bed weer in en kijk morgen wel hoe ik alles droog krijg.
Als ik de volgende morgen wakker word en met mijn twee mannen rustig lig te ontwaken in het grote bed heb ik zin om alles bij elkaar te pakken, terug te rijden naar huis, alles in de wasmachine te gooien en een einde te maken aan deze vakantie. Het regent buiten nog steeds, de veldjes staan onder water en ik weet dat ik nagenoeg geen droge kleren meer heb.
Als Jan naar buiten kijkt en vol enthousiasme vraagt of hij zijn laarzen bij zich heeft, weet ik dat ik niet moet opgeven. Ik antwoord dat zijn laarzen in de auto liggen, zie zijn glunderende ogen en weet dat hij straks de ochtend van zijn leven heeft met het springen in de plassen. Wij blijven. Wij zijn niet van…. Suiker!