Het is niet zo dat je gelijk in paniek moet schieten, maar het is (vooral met dit lekkere zwemweer) wel goed om op de hoogte te zijn van de gevaren van secundaire verdrinking bij kinderen.
Lees verder onder de advertentie
Wij leggen je uit wat het inhoudt.
Water in longen
Secundaire verdrinking wordt ook wel uitgestelde verdrinking genoemd. En eigenlijk zegt de naam het al: hierbij overleeft het slachtoffer in eerste instantie een verdrinking, maar kan later toch nog het bewustzijn verliezen. Hoe dit komt? Doordat er water in de longen terecht is gekomen, kunnen de longblaasjes beschadigd raken. Hierdoor ontstaat er een ontstekingsreactie: de longblaasjes vallen samen waardoor er minder goed zuurstof kan worden opgenomen. Gevolg: benauwdheid, vermoeidheid en zuurstoftekort in de hersenen.
Een late verdrinking kan tot 48 uur na het binnenkrijgen van water ontstaan. Dus wanneer je kind bijna is verdronken, is het dan ook belangrijk om altijd even langs een arts te gaan. Ook is het goed om enkele uren na het incident op het gedrag te letten: reageert je kind anders dan normaal? En is-ie extreem moe of benauwd? Trek dan altijd aan de bel.
Lees verder onder de advertentie
Alert blijven
Uiteraard hoef je je kind nu niet gelijk weg te houden van elk zwembad of meertje, want zwemmen is een feest voor kinderen met dit weer. Het beste wat je als ouders kan doen, is alert blijven.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.