Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
In de eerste maanden van z’n leven wil je baby niets liever dan jouw borst of melk uit de fles. Maar er komt een moment dat hij toe is aan z’n eerste hapjes. Wanneer is dat precies en wat geef je ‘m dan?
Je kind gaat met de pot mee-eten op een leeftijd van 1 jaar. Wel heeft hij vanaf zes maanden al vaste voeding nodig, naast de borst of fles. En dat gaat er natuurlijk niet zomaar in; je start met het geven van oefenhapjes.
Dat is moeilijk te zeggen, want iedere baby is natuurlijk anders. Je merkt vanzelf aan je kind of hij klaar is voor z’n eerste kleine hapjes. Hij kan bijvoorbeeld smakkende geluidjes maken of het eten uit je mond kijken: allemaal tekenen die laten zien dat hij ‘echt voedsel’ wil proeven.
Het Voedingscentrum raadt aan om te starten met oefenhapjes tussen de vier en zes maanden. Geef je kind in elk geval niet vóór vier maanden z’n eerste hapjes en ook niet te laat (dus na zes maanden). Hij heeft namelijk tijd nodig om eraan te wennen en vanaf zes maanden heeft hij de oefenhapjes ook echt nodig, naast de borst- of flesvoeding.
Je kunt het beste oefenhapjes blijven geven tot je kind ongeveer acht maanden oud is. Vanaf dat moment vervang je de borst- of flesvoeding langzaam voor echte maaltijden.
Vrij simpel: alles wat jij zelf ook eet. Maar een aantal producten kun je een baby beter nog niet geven, zoals rauw vlees, rauwe vis en honing. Begin bijvoorbeeld met een lepeltje zachte groente, zoals broccoli of pompoen. Fruit is ook prima: de meeste baby’s zijn dol op een eerste fruithapje met zachte smaken zoals banaan, peer of appel.
Houd er rekening mee dat je kind niet meteen een gat in de lucht zal springen (als-ie dat al zou kunnen) zodra je het eerste lepeltje aanbiedt. De kans is groot dat je getrakteerd wordt op een vies gezicht. De smaak, een (voor hem) vreemde structuur en het feit dat hij het moet doorslikken, zijn allemaal nieuw voor hem. Geef je kind de tijd om te wennen aan de oefenhapjes en biedt een aantal dagen achter elkaar hetzelfde eten aan, om hem daarbij te helpen.
Lees ook:
Deze voeding is goed voor het brein van je kind >
Begin met één of twee keer per dag drie tot vier lepeltjes. Gaat dat goed, dan kun je iets meer geven.
Prak de oefenhapjes met een vork heel fijn en voeg eventueel wat water of margarine toe om het wat smeuïger te maken. Gaat het op een gegeven moment vlot naar binnen? Dan kun je het eten ook in iets kleinere stukjes snijden. Blijf wel altijd bij je kind als hij eet, mocht hij zich verslikken.
Geef de oefenhapjes meteen na een borst- of flesvoeding. Of ook prima: tussen twee voedingen door. Je baby is dan ontspannen en heeft niet enorme honger en kan dus in alle rust (hoop je) iets nieuws proberen.
In plaats van gepureerd eten kun je je kind ook stukjes eten geven, die hij zelf in zijn mond kan stoppen. Je noemt dit de Rapley-methode. Doe dit echter pas als je kind goed rechtop kan zitten en goed kan slikken en kauwen. Volgens het Voedingscentrum is het veiliger om te beginnen met geprakte of gepureerde hapjes en die uiteindelijk steeds minder fijn te maken.
Als je baby eczeem of een voedselallergie heeft, bijvoorbeeld voor ei of pindakaas, dan is het extra belangrijk om vroeg te starten met het geven van dit soort producten. In ieder geval vóór zes maanden. Uit onderzoek is gebleken dat overgevoeligheid voor bepaalde soorten voedsel afneemt als je tussen de vier en zes maanden met oefenhapjes begint.
Voeg bijvoorbeeld een klein beetje pindakaas of wat ei toe aan een groente- of fruitprakje, zodra je baby aan die smaak gewend is geraakt. De dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer.
Meer over voedselallergieën bij baby’s lees je hier.
Bron: Voedingscentrum
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >