Heupdysplasie bij je baby: wat is het en wat kun je eraan doen?

heupdysplasie baby
Redactie Kek Mama
Redactie Kek Mama
Leestijd: 5 minuten

Ongeveer twee procent van de baby’s wordt geboren met heupdysplasie: een heupgewricht dat niet goed werkt. Hoe ontstaat het en wat kun je er aan doen? Je leest er hier alles over.

Lees verder onder de advertentie

Wat is heupdysplasie?

Aan het begin van de zwangerschap wordt het heupgewricht van je baby aangelegd. In de 11e week is dit proces al volledig afgerond. Als je baby heupdysplasie heeft, werkt het heupgewricht niet goed.

Lees verder onder de advertentie

Een normaal heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. De kop draait in de kom als een soort kogel. Bij heupdysplasie is de heupkom niet diep genoeg en omsluit hij de heupkop niet goed.

De aandoening komt bij één op de vijftig baby’s voor. De oorzaak is onduidelijk, maar we weten wel dat erfelijkheid een rol speelt en dat de aandoening een stuk vaker (80%) bij meisjes voorkomt dan bij jongens (20%). Ook gaat het twee keer zo vaak om de linkerheup dan om de rechter en komt de aandoening vijf keer zo vaak voor na een stuitligging.

Lees verder onder de advertentie

 

Diagnose stellen

Door heupdysplasie kan een kind moeite krijgen met lopen en staan. Gelukkig zijn er behandelmethodes waarmee je dit kunt voorkomen. Wel is het belangrijk dat de aandoening vroeg wordt ontdekt. Want des te eerder er gestart wordt met een behandeling, des te beter deze zal verlopen.

Lees verder onder de advertentie

Je baby wordt direct na de geboorte en tijdens het eerste bezoek aan het consultatiebureau onderzocht. Als dan wordt vermoed dat hij heupdysplasie heeft, volgt er een onderzoek.

 

Wat kun je er aan doen?

Bij heupdysplasie krijgt je kind een spreidmiddel dat er voor zorgt dat zijn heupen in – het woord zegt het al – de spreidstand komen te staan. Daardoor komt de heupkop goed in de kom te zitten en ontwikkelt deze zich op de juiste manier verder. Een spreidbehandeling duurt meestal vier tot zes maanden.

Lees verder onder de advertentie

Een spreidhulpmiddel belemmert de motorische ontwikkeling van je baby in principe niet, maar de ontwikkeling kan wel even stilstaan. De achterstand die je kind oploopt, haalt hij later vanzelf weer in.

 

Lees ook:
‘Check symptomen niet online, maar neem je zieke kind mee naar de dokter’ >

Lees verder onder de advertentie

 

Er bestaan verschillende soorten spreidmiddelen:
 

  • Pavlik-bandage

Dit is een tuigje dat om de schouders, borst, enkels en voeten van je baby wordt vastgemaakt. Je kleintje kan zijn benen dan niet meer strekken vanuit zijn heupen (maar wel zijn benen bewegen). De Pavlik-bandage is geschikt voor kinderen tot 6 à 7 maanden. Daarna gaat een kind meestal over op een spreidbroek.
 

  • Spreidbroek

Met een spreidbroekje worden de beentjes van je kind in een vaste positie gehouden. Het is belangrijk dat je kind de spreidbroek (ook wel Campspreider genoemd) 23 uur per dag, minstens drie maanden lang draagt.
 

  • Gipsbroek

Als de behandeling met het spreidbroekje of de Pavlik-bandage niet heeft geholpen, dan kan je baby een gipsbroek aan. Er wordt dan een gipsverband aangelegd van zijn middel tot aan zijn knieën of enkels.

 

Complicaties

Een kind moet altijd even wennen aan het spreidmiddel en dat is natuurlijk logisch. Gelukkig passen de meeste kinderen zich snel aan de nieuwe houding aan, maar je moet wel rekening houden met een aantal complicaties die kunnen optreden:
 

Huilen

De eerste dagen en nachten kan je baby wat huilerig zijn, omdat hij minder kan bewegen en aan het spreidmiddel moet wennen
 

Pijn

In het begin kan het spreidmiddel ongemakkelijk zijn voor je kind en lichtjes pijn doen. Als hij veel pijn heeft en overstuur is, neem dan contact op met je arts.
 

Doorbloedingsstoornis

De doorbloeding van het heupkopje kan verstoord raken door het dragen van een spreidmiddel. Hierdoor krijgt je kind veel pijn en zal hij onophoudelijk huilen. Neem dan dus meteen contact op met je arts.

 

Praktische tips

Als je kind een spreidmiddel moet dragen, is dat ook voor jou wennen. Want hoe kun je je kind verschonen als hij een spreidbroek aan heeft en kan hij er wel mee slapen? Daarom een paar praktische tips op een rij:
 

Verschonen

Omdat de beentjes van je kind gespreid staan, kan een luier sneller doorlekken. Houd er dus rekening mee dat je hem misschien iets vaker moet verschonen.

Je kind moet het spreidmiddel dag en nacht dragen, maar voor verschonen en in bad doen mag het af (tenzij het om een gipsbroek gaat, dan moet je je kind even wassen op de commode). Is het spreidmiddel zelf vies geworden, dan kun je die met zachte zeep schoonmaken.
 

Voeden

Je moet even zoeken naar de juiste houding om je kindje in een spreidmiddel te voeden – of je nou borst- of flesvoeding geeft. Let er in elk geval op dat zijn benen goed gespreid blijven.
 

Slapen

Je baby draagt het spreidmiddel ook ’s nachts. Hij kan er prima mee slapen, ook al zal het in het begin even wennen zijn. Slaapt hij normaal gesproken in een slaapzak? Daar past hij met het spreidmiddel niet in. Gelukkig zijn er speciale slaapzakken verkrijgbaar zodat hij alsnog op de vertrouwde manier kan slapen.

Bron: MMC & Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of neem een abonnement >

Meest bekeken