Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
De hele wereld vindt het knap/sneu/moedig dat Joan een single moeder is, maar zelf vindt ze het een eitje. “Kan ik lekker mijn eigen opvoedmethodes bedenken.”
“Wat knap van je”, zegt iedereen bewonderend en meewarig als ik vertel dat ik een bewust alleenstaande moeder ben. Ik snap dat niet. Zonder te willen opscheppen of een partij mooi weer te spelen, maar ik heb het nog geen dag zwaar gevonden. Niets zo fijn als alles zelf mogen beslissen en dat al zeven jaar lang.
Nou moet ik daar wel meteen bij zeggen dat het ook echt mijn eigen keuze was. Ik ben nooit de zwangerschap ingegaan met de droom van een Bona-gezin. Ik ben niet verlaten door mijn grote liefde toen ik zwanger was, ik wist alle negen maanden dat het een eenmansactie zou worden. Daarbij ben ik gezegend met een makkelijk en gezond kind, niet onbelangrijk. Dit zou niet zo’n jubelverhaal worden als ik te maken zou hebben met ziekenhuizen en andere ellende.
Tel daarbij veel lieve vrienden die me bijstaan en toegewijde ouders die mijn zoon Callum al vanaf acht weken elke vrijdag te logeren hebben en ook twee weken vakantie op zich nemen. It takes a village to raise a child, nietwaar. Zo’n uitgebreid dorp raad ik elke vrouw aan die het alleenstaand moederschap overweegt. Het scheelt enorm qua me-time. Ik denk zelfs dat je nog wel meer tijd voor jezelf hebt dan in een ‘normaal gezin’, want iedereen vindt je knap/zielig/sterk, dus je hoeft maar een kik te geven en je krijgt oppas
En toch: ook als ik eerlijk vertel over mijn netwerk en makkelijke kind, blijf ik meewarige blikken krijgen. Het consultatiebureau trok steevast een halfuur voor me uit om het naast het aantal gegroeide centimeters te hebben over alle moeilijkheden waar ik tegenaan zou lopen als single mom. Soms stuurden ze me vooraf nog een vragenlijst, waarin ik alle pijnpunten in de opvoeding kon aangeven. Ik vond het absurd en was na vijf minuten klaar. Ja, het gaat prima met ons. En nee, geen behoefte aan een gesprek met een professional. Hartstikke fijn dat ze dit aanbieden als je het nodig hebt, maar waarom altijd uitgaan van het negatieve?
Natuurlijk zijn er legio nadelen te bedenken. Ziek zijn is bijvoorbeeld niet leuk. Er moet gewoon gevoed en verzorgd worden, ook als ik veertig graden koorts heb. En als mijn kind ziek is, kan ik de zorg nooit afwisselen en haal ik nachten door op mijn tandvlees. Hoewel, ook dan is er altijd een lieve opa of vriendin die even als stand-in wil dienen.
Zelf zie ik vooral de voordelen. Oké, ik moest er altijd ’s nachts uit voor de voedingen, maar dat scheelt ook weer ruziën over wiens beurt het is. Er is niemand om te porren, dus als de baby huilt, sta ik automatisch naast mijn bed. En als de baby dan heerlijk met fles en al naast je ligt – want genoeg ruimte, want geen partner – is dat alleen maar een extra pluspunt.
Sowieso heb ik dat eerste jaar extensief aan babyknuffelen gedaan. Uren lag ik met mijn kind op mijn buik te genieten van dat warme lijfje, terwijl ik ondertussen fijn het slaapgebrek inhaalde. Er was immers geen partner die verlangde dat ik gezellig aangekleed naast hem op de bank kwam zitten. Ik hoefde me op niet-werkdagen überhaupt niet aan te kleden.
Dat betekende overigens niet dat ik dat eerste jaar verslonsde of helemaal geen seks had. Op mijn vrijdagavonden transformeerde ik weer in mijn oude zelf en vermaakte ik me prima in de kroeg of met mijn minnaar van destijds. Op alle andere avonden lag ik gestrekt op de bank met mijn slapende baby, zonder dat iemand vond dat Callum in zijn eigen bed moest slapen.
Als alleenstaande moeder beslis je gewoon alles zelf. Alles. Het begint al bij de naam. Dat was in vijf minuten besloten: Callum Jan. Callum vind ik stoer en Amerikaans, Jan is de naam van mijn vader. Ook heeft mijn baby tot zijn eerste verjaardag louter wit en zachtblauw gedragen omdat ik dat zo schattig vond.
Mijn ouders volgden keurig mijn regels. Regels die ik soms ter plekke verzon en waarvan ik net zo hard weer afweek als me dat beter uitkwam. Niemand bemoeide zich immers met mijn grote inconsequentheid (“Ja hoor, je mag best drie toetjes na twee happen spinazie”). Niemand die zei dat je de baby gewoon moet laten huilen, terwijl ik hem bij de eerste kik wilde troosten. En niemand die het belachelijk vond dat mijn zoon een grotere kledingcollectie had dan C&A. Ook bij de keuze voor de school kon ik afgaan op mijn gevoel. Dat werd dus niet de oude dorpsschool van mijn man, zoals mijn vriendin Iris overkwam. Ook hoefde mijn zoon niet de nieuwe Messi te worden en kon ik Callum gerust drie jaar lang op judo doen, omdat mij dat zo’n leuke sport leek.
Hoe ik gewend was geraakt aan mijn wil is wet merkte ik toen ik na vier jaar een vriend kreeg. Zelf vader van twee dochters van toen dertien en elf. We lieten Callum voorzichtig wennen aan een man in mama’s leven, met behulp van verstoppartijtjes. “O ben jij er alweer?” vroeg Callum verbaasd als hij hem ’s ochtends bij het ontbijt zag. Dat m’n vriend de hele nacht was gebleven hadden we middels een klucht weten te verbergen. Als Callum mijn slaapkamerdeur opende, verdween Dennis in de kast. Om vervolgens aangekleed de huiskamer in te glippen als ik Callum liet douchen. Na een paar maanden was Callum eraan gewend dat mama een vriend had die soms bleef slapen en die behalve een Xbox en schietspelletjes ook nog eens twee leuke stiefzussen meebracht. Maar óók zijn idee over opvoeding.
Vooraf hadden we keurig bedacht dat het bij ons Jouw Kind, Mijn Kind was. We zeiden niks over elkaars opvoeding en grepen pas in bij brand en andere hoge nood. Als ik op de wc was en Callum dacht dat het een goed idee was van de elfde traptree naar beneden te springen, dan graag ingrijpen. Idem als Dennis brood smeerde en zijn jongste dochter zo op haar stoel zat te wippen dat ik een dwarslaesie vreesde als ze omkieperde. Maar anders niet. En als het toch gebeurde, dan elkaar in het bijzijn van de kinderen nóóit afvallen, maar steunen en later verhaal halen.
Dat moment kwam helaas vrij snel. Ineens hoorde ik Dennis roepen: “Niet op de bank springen Callum!“ Zowel Callum als ik keken verbaasd op. Hoezo niet? Hij was toch geen natte hond? Mijn bank is al jaren oud en verkeert in zo’n staat dat de kringloopwinkel er zijn neus voor zou ophalen. Beetje springen kon geen kwaad. Maar ja, ik moest Dennis bijvallen, zo was de afspraak. Dus echode ik hetzelfde en voegde ik eraan toe: “Want je maakt zulke hoge salto’s, straks val je nog.”
Bankspringen bleek een dingetje te zijn voor Dennis. Hij was allergisch voor kinderen die een bank gebruiken als trampoline. Ik zag er totaal geen kwaad in, maar het werd een nieuwe opvoedregel. Ook opperde hij dat ik Callum meer moest loslaten. Ik hield mijn kind het liefst veilig tot zijn achttiende binnen de veilige omheining van de tuin, hij vond het beter voor Callums ontwikkeling dat hij ook in de speeltuin voor mijn huis speelde.
Lees ook
Mama is zus, papa is zo: deze ouders zijn heel verschillend >
We zijn nu drie jaar verder en ik doe echt mijn best, maar ik blijf het lastig vinden, dat overleggen over de opvoeding van mijn kind. Ik snap nu ook waarom mijn vriendin en haar man zo vaak tegen elkaar worden uitgespeeld. Zij verschillen aanzienlijk over de onderwerpen die kinderen aanpakken als machtsmiddel: voeding (wel of niet bord leegeten), slapen (uit bed laten komen of gewoon negeren) en schermtijden (wel zo rustig vindt zij, niet te lang vindt hij). Maar ook als het om vrijheden gaat, staan ze recht tegenover elkaar. Als achtjarige naar het discozwemmen? Prima plan vindt hij, veel te gevaarlijk vindt zij.
Die strijd heb je dus niet als je in je up een kind opvoedt. Jij hebt het eindveto op alles. Dat maakt het tegelijkertijd ook best lastig. Je mist een sparringpartner, je kunt niet even overleggen over de juiste strategie. Maar heb je eenmaal iets ingevoerd, hoe ridicuul ook (je mag opblijven tot Ajax heeft gescoord, als je deze olijven proeft krijg je een pakje Pokémonkaartjes), dan hoef je daar verder ook geen verantwoording over af te leggen.
Totdat je dus als bewust alleenstaande moeder iemand treft die langer blijft dan een nacht. Die van jou en je kind gaat houden en op de dagen dat jullie samen zijn automatisch ook iets gaat zeggen over de manier waarop het kind wordt opgevoed. Dan is het hard op je lip bijten, een stukje van de dictatuur opheffen en het democratisch proces starten.
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.