Hielke (44) kwam ‘m maar niet tegen: De Ware. Maar ze had wél een kinderwens. Ze zocht naar een oplossing en vond die in haar beste vriend. Haar dochter Roméé werd vijf jaar geleden geboren.
Lees verder onder de advertentie
‘Ik was achtendertig, al drie jaar single en hunkerde naar een kind, hij was mijn beste vriend. De kans dat ik mijn Mister Right als vader van mijn kinderen nog zou tegenkomen werd met de dag kleiner, dus leek het logisch dat ik Maarten vroeg of hij de donor wilde zijn van mijn baby. Zo’n hele procedure van naar de spermabank gaan en dan een zaadcel kiezen op basis van een paar voor mij belangrijke kenmerken – ik vond dat zoiets kils.
Lees verder onder de advertentie
En wat als mijn kind later vragen zou krijgen over haar vader? Dat zou een zoektocht worden waarvan je niet zeker weet of het resultaat je bevalt. Van Maarten wist ik zeker dat hij een gouden karakter heeft en bovendien: als ik het mooiste in mijn leven niet kon delen met een partner, dan toch het liefst met mijn beste vriend. ‘Je bent de liefste vrouw in mijn leven’, zei Maarten. ‘Als er één vrouw is die ik met haar kinderwens kan helpen, dan ben jij het.’
Een puur zakelijke constructie
We hebben avondenlang gepraat. Wat er zou gebeuren als hij over een paar jaar onverhoopt toch nog een eigen gezin zou stichten, bijvoorbeeld, en zich als vader opeens realiseerde dat hij nog een dochter had voor wie hij die rol wilde vervullen. Of als ik de opvoeding heel anders zou aanpakken dan hij goed vond. Maarten zei onze afspraak puur te zien als een zakelijke constructie; Romée zou niet meer zijn dan de dochter van zijn beste vriendin.
Lees verder onder de advertentie
Na een maand of drie hakten we de knoop door. We stelden een donorcontract op, prikten een datum waarop ik ovuleerde, en stipt op het afgesproken tijdstip stond hij met een potje op de stoep – een tikkeltje awkward. Het was een heel klinische uitwisseling: hij vertrok meteen weer naar huis, en ik dook met een spuitje mijn slaapkamer in. Tussen de zaadlozing en zelfinseminatie mag maar een halfuur tijd zitten. Bij de tweede poging was het raak.
Maarten heeft mijn dochter niet erkend en is niet alimentatieplichtig. Ze staat wel in zijn testament, want ze zou zijn enige nabestaande zijn, maar mijn zus krijgt de voogdij, mocht ik komen te overlijden. Wel is hij mee geweest naar de twintigwekenecho. Zijn we daarna uitgebreid uit eten gegaan om mijn moederschap te vieren.
De bevalling wilde ik per se alleen doen. Ik was bang dat Maarten zich te betrokken zou gaan voelen wanneer hij zijn biologische dochter ter wereld zag komen. Hij kwam, heel bewust, de volgende dag pas op visite. ‘Jullie zijn een prachtig gezin met z’n tweeën’, zei hij. We voelden meteen dat het goed zat zo.
Lees verder onder de advertentie
Soms is het pittig, in mijn eentje. Wanneer Romée ziek is bijvoorbeeld, en ik in de knoop kom met werk en mijn zorgen niet kan delen. Of als baby, toen ze elke nacht vier keer wakker werd, ik de wanhoop nabij was en niemand het van me kon overnemen. Ook financieel is het zwaar. Toch heb ik geen moment naar Maarten verlangd; ik bel gewoon mijn moeder als ik op wat voor manier dan ook omhoog zit.
‘Hij houdt net zoveel van haar’
De vriendschap tussen Maarten en mij is niet wezenlijk veranderd door de komst van Romée. De- platonische – liefde tussen ons was altijd al onvoorwaardelijk en grenzeloos, al is mijn dochter natuurlijk wel het meest onbaatzuchtige en liefdevolle geschenk dat hij me kon geven. Hij komt regelmatig bij ons eten en is altijd op haar verjaardagen. Zo zou het ook geweest zijn als hij haar donor niet was geweest. Hij bemoeit zich niet met de opvoeding, had geen inspraak in haar naam en gaat niet mee naar schoolgesprekken. Maar toen Romée in het ziekenhuis lag met een gecompliceerde polsbreuk, stond hij wel als eerste aan haar bed; uiteindelijk houdt hij net zoveel van haar als van mij.
Lees verder onder de advertentie
Romée weet dat hij haar vader is, maar voor haar is het doodnormaal dat hij die rol niet als zodanig vervult. Soms kijkt ze op een bepaalde manier, of zie ik haar lange vingers die ze duidelijk niet van mij heeft, en denk ik: ik kan wel zien wie je vader is. Dan voel ik me schatrijk: ik heb niet alleen de prachtigste dochter op aarde, maar ook nog eens de beste vriend.’
Donorcontract
Afspraken over de verwekking en de rol van de donor in het leven van je kind, leg je vast in een donorcontract. Een donorcontract is niet rechtsgeldig, maar laat wel zien dat je kind door (zelf)inseminatie is verwekt, in plaats van seks. Dat is belangrijk, want bij inseminatie spreek je van een donor, en bij seks van een vader. Een donor heeft geen vaderschapsrechten en –plichten; een vader wel – al zijn die rechten zonder tussenkomst van de rechtbank beperkt wanneer hij het kind niet heeft erkend bij de gemeente.
Lees verder onder de advertentie
Er zijn drie soorten donoren. Anonieme A-donoren zijn in Nederland al geruime tijd verboden, omdat een kind volgens de wet mag weten van wie het afstamt. B-donoren zijn onbekend bij de moeder, maar worden wel geregistreerd door de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting – bijvoorbeeld via de spermabank – zodat het kind zijn afkomst later kan achterhalen. C-donoren, zoals Maarten, zoek je zelf.
Kijk, we maken allemaal weleens fouten als ouder. Het hoort erbij. Maar sommige gewoontes kunnen — als je ze keer op keer herhaalt — je kind echt schade toebrengen. Emotioneel. Mentaal. En op de lange termijn.
Je kind hoeft echt niet op zijn of haar vierde een businessplan te schrijven of knuffels te coachen met post-its op hun voorhoofd om later succesvol te worden.
We doen allemaal ons best, maar eerlijk is eerlijk: sommige moeders zijn nét een tikkie… intenser. Je weet wel, de moeders die bij elke nies al googelen of het kinkhoest is. De moeders die hun kind een helm willen opzetten om naar de speeltuin te gaan. Grote kans dat als je overbezorgd bent, je sterrenbeeld […]
Genoeg vrouwen doen het weleens: stiekem in zijn telefoon kijken. Niet omdat ze op zoek zijn naar ellende, maar omdat er iets wringt. Een gevoel. Iets wat niet helemaal klopt. Het overkwam Iris. En voor ze het wist, zat ze in zijn telefoon, op zoek naar antwoorden waar ze helemaal niet voor was.
Marloes (33) is redacteur bij Kek Mama en woont met vriend, peuter (4) en baby (11 maanden) in Arnhem. Ze schrijft in haar columns over hoe ze het hoofd boven water houdt in haar chaotische gezinsleven en de overgang van één naar twee kinderen. Deze week over de eerste schooldag