Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Kun je die jongen niet opvoeden? Spoort-ie wel? Moet-ie geen pilletje? Het is al ingewikkeld een kind te hebben dat anders is, maar de stomme opmerkingen van andere moeders maken het er niet makkelijker op.
Simones zevenjarige zoon Sem heeft dyslexie. Daar bezorgt hij anderen misschien geen overlast mee, maar commentaar krijg je evengoed. Simone: “‘Spoort hij wel?’, vroeg een serveerster toen Sem nogal onduidelijk om een ‘trassiepannenkoek’ vroeg. Echt: letterlijk díe woorden. Spoort. Hij. Wel.
Sem is groot voor zijn leeftijd. Zijn taal- en spraakontwikkeling zijn niet hoe ze moeten zijn. Hij loopt bij de logopedist zodat hij duidelijker leert praten. Hij bedoelde natuurlijk een smartiepannenkoek. Er zijn wel meer kinderen van zeven die dat woord nog niet kunnen lezen, maar hij lijkt jaren ouder. En dan draagt hij ook nog een brilletje met dikke plusglazen. Sporen doet hij zeker: hij rekent als de beste. Naar dat pannenkoekenrestaurant zijn we nooit meer terug geweest, al heb ik tot op de dag van vandaag spijt dat ik die botte serveerster geen weerwoord heb gegeven.”
Milan was tien toen hij de diagnose Asperger kreeg, een vorm van autisme. Zijn moeder Talitha is gescheiden van zijn vader. Talitha: “Inmiddels is Milan twaalf en tegen alle verwachtingen in, doet hij het geweldig. Zijn pre-advies voor de middelbare school is havo, hij is dol op koken, en kan dat ook goed. Alleen: Milan maakt moeilijk contact met anderen. Heeft geen vrienden en vat elk grapje letterlijk op. Empathisch vermogen heeft hij nauwelijks. Dat maakt de wereld voor hem complex en vaak beangstigend. Verjaardagen en etentjes met vrienden zijn een crime: hij overziet die drukte niet. Het liefst verschuilt hij zich dagenlang achter zijn computer, verstopt in de wereld van Minecraft. Hartverscheurend om te aanschouwen, maar hij voelt zich
er relatief gelukkig bij.
Hoe ouder Milan wordt, hoe duidelijker de Asperger. Op andere mensen kan hij overkomen als egoïstisch en asociaal, simpelweg omdat hij geen contact aangaat en primair vanuit zichzelf denkt. Hij kan niet anders, maar gooi daar wat prepuberale hormonen overheen, en hij lijkt onhandelbaar. We gaan al sinds de kinderen kunnen lopen elk jaar skiën met vrienden, maar toen we dit jaar wilden boeken, zei mijn vriendin: ‘Milan gaat dit jaar toch wel naar zijn vader hè? Want als hij meegaat, haken wij af. Mijn kinderen trekken hem echt niet meer.’
Een hardere klap in mijn gezicht had ik niet kunnen krijgen. Juist zij weet hoe ik worstel. Hoe Milan ondanks zijn autisme, zo hard probeert mee te doen. Skiën, lekker buiten bezig zijn met zijn verstand op nul, is zo ontzettend goed voor hem. Maar zij maakt zich zorgen dat hij in zijn eentje de snoepvoorraad opeet en dat haar kinderen daar niet tegen kunnen.
Dat onbekenden hem afrekenen op zijn gedrag komt minder hard aan, maar doet evengoed pijn. Dan kreeg hij als jongetje van acht een koekje bij de bakker, en durfde hij geen oogcontact te maken en te bedanken. Of hij schreeuwde keihard dat hij geen koekje wilde. Dan hóórde ik iedereen in de winkel denken: kun je dat kind niet opvoeden?”
Zo’n 43.000 kinderen van vier tot twaalf hebben een autistische of aanverwante stoornis. De meeste kinderen bij wie het wordt vastgesteld, zijn tien jaar of ouder. “Gelukkig waren wij er vroeg bij”, zegt Talitha. “Daardoor kon ik snel hulp inschakelen. Helaas zullen Milan en ik de rest van ons leven moeten omgaan met de vooroordelen. Maar we gaan dit jaar skiën met een andere vriendin. Haar kinderen verheugen zich nu op Milans Rummicub-talent.”
Robin (9), de dochter van Brigitte, heeft een ontwikkelingsachterstand. “Als baby staarde ze urenlang wezenloos voor zich uit en toen ze een jaar of drie, vier was, konden we moeilijk contact met haar krijgen. Het leek wel of ze zat opgesloten in een glazen kooi en ze ons niet kon horen. Nu zit ze op het speciaal onderwijs. Het is de vraag of ze ooit echt zelfstandig zal kunnen wonen. Dat haar broertje van zeven heel slim is, lijkt haar niet te deren. Ze wil later dierenverzorgster worden in het asiel. Met een beetje hulp zal ze dat waarschijnlijk best kunnen.
De buitenwereld heeft het er maar lastig mee. ‘Ik snap het niet’, zei een moeder. ‘Jij en je man zijn nog wel zo slim.’ Ja, daar heeft het dus niks mee te maken. Maar echt pijn deed de opmerking van mijn schoonzusje die nota bene psychologie heeft gestudeerd. Zij sprak de legendarische woorden: ‘Haar broertje is toch wel gewoon gelukt?’ Is ze helemaal gek geworden? Robin is niet mislukt: haar hoofd werkt gewoon anders. Dan gaat ze toch lekker haar hele leven honden en poezen borstelen? Als ze maar gelukkig wordt. Met domme psychologen dempen we de gracht.”
Dit artikel staat in Kek Mama magazine en is al een keer eerder gepubliceerd.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >