Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Ze heeft alles al in huis voor haar meisjesbaby, maar vooralsnog moet Nathalie (31) het doen met vier zonen. Lukt het nou niet om een dochter te krijgen met haar vriend, dan overweegt ze zelfs een donor om haar wens uit te laten komen.
“Altijd al heb ik het heerlijk gevonden om voor anderen te zorgen. Ik denk dat ik dat van mijn vader heb geërfd. Hij werkte op een kinderboerderij. De liefde voor dieren, voor anderen, voor kinderen: dat heb ik duidelijk van hem overgenomen. Hij is inmiddels overleden, en mijn moeder en zussen hebben die drang veel minder. Dat verzorgende zit er al van jongs af aan in. Ik had diverse oppasadressen waar ik jarenlang voor de kinderen heb gezorgd. Toen mijn eerste neefje geboren werd, vond ik dat echt fantastisch. Ik nam hem graag mee op pad en was altijd met hem bezig. Ik ben in een echt meisjeshuis opgegroeid: mijn moeder heeft vier dochters. Ik heb twee oudere zussen en één jongere. Ik denk dat mijn meisjeswens voor een deel zeker voortkomt uit het gezin waarin ik zelf ben opgegroeid. Mijn zussen hebben jongens én meisjes, terwijl ik de enige ben met alleen maar jongens.
Je kunt wel zeggen dat ik een huis vol heb. Ik ben alleenstaande moeder van vier zoons. Harry is dertien, Pieter elf. Zij hebben dezelfde vader. Dan heb ik nog een zoon van negen, Jan, van vader nummer twee, en een zoon van vijf, Kees, van de derde vader. Ook hebben we veel dieren in huis: vier parkieten en acht katten. Ik heb ook nog een vriend, met wie ik niet samenwoon, en hij heeft zelf twee kinderen: een zoon van tien en dochter van zeven. We hebben dus een samengesteld gezin van zes kinderen. Samen willen we ook nog heel graag een kind.
“We hebben af en toe flinke ruzies over dit soort dingen”
Er is alleen één probleem: onze relatie is op dit moment een beetje spannend. Het zou zomaar kunnen dat het misgaat tussen ons. Mijn vriend is dominant, streng en gesloten, terwijl ik heel vrij en open ben. Ik hou van mensen om me heen, heb veel vrienden, maar of ik die allemaal kan blijven zien als we gaan samenwonen weet ik niet. Ik zit op Facebook en TikTok, en ook daar staat hij niet achter. Ik wil gewoon mijn ding blijven doen, het liefst met hem en met een kindje van ons samen. Maar we hebben af en toe flinke ruzies over dit soort dingen. Het is lastig, want ik hou van hem en wil ervoor gaan. Iedereen zegt dat ik lekker alleen door moet gaan, maar dat is toch lastig als je van iemand houdt. Mijn wens, mijn droom om samen met hem een meisje te krijgen, die is enorm sterk.
Lees ook – Embryoselectie om een meisje te krijgen: ‘Ik wilde zo graag een dochter’ >
Ik kijk nu eerst of ik samen met mijn vriend nog een kind kan krijgen, maar mocht dat er om wat voor reden dan ook niet inzitten, dan wil ik het toch echt alleen gaan doen. Na mijn vorige bevalling, ik was toen 27, zei ik: ‘Ik wil me nu meteen laten steriliseren.’ De zwangerschap was zwaar, ik was al over de veertig weken, en ik blééf maar rondlopen met die buik. Dat had ik nog nooit gehad. Ik ben in drie seconden bevallen, het ging veel te snel en mijn zoontje is bijna overleden tijdens de bevalling. Het was behoorlijk traumatisch. Maar ondanks die zware bevalling wilden ze me niet steriliseren. Dat doen ze niet voor je dertigste. Bovendien vonden ze dat ik er eerst goed over moest nadenken en geen overhaaste beslissing moest nemen. Ik was er heilig van overtuigd dat ik geen kinderen meer wilde; ik was er wel klaar mee. Maar na een paar maanden merkte ik: ik wil nog kind, ik wil een meisje! En sindsdien raak ik dat gevoel maar niet kwijt.
“Na een paar maanden merkte ik: ik wil nog kind, ik wil een meisje!”
Omdat ik weet hoe heftig kinderen krijgen is, wil ik niet te lang wachten. Ook al ben ik pas 31, ik word natuurlijk ook ouder. En hoe ouder, hoe meer kans dat het fout gaat. Vanwege die tijddruk wil ik, als het met mijn huidige vriend niet lukt, vanaf volgend jaar op zoek naar een donor, via het officiële traject. Het is zo’n een diepe, diepe wens om nog een meisje te krijgen, dat ik het idee niet meer uit mijn hoofd kan zetten.
Een vriendin van mij heeft drie kinderen van een donor, zij is alleenstaand en lesbisch. Een andere vriendin heeft net het hele traject gehad, haar kind is nu elf maanden. Dankzij hen weet ik inmiddels wat de mogelijkheden zijn en op welke deuren ik moet kloppen. Er zijn vrienden die me er wel bij willen helpen hoor, haha! Maar op die manier wil ik het niet. Het liefst krijg ik geen kind van een bekende. Toch is het wel fijn om te weten dat ik alternatieven heb, mocht het met mijn huidige vriend niet helemaal gaan lukken. Dat donortraject zal ik niet alleen ingaan omdat ik ouder word en de medische risico’s groter worden, ook omdat ik het fijn vind om jong moeder te zijn. Ik merk nu zelfs al dat een slapeloze nacht er echt inhakt. Pasgeleden was een van mijn zoons een nacht ziek en de volgende dag was ik kapot. Ik heb me ook voorgenomen dat, als het lukt, ik het heel rustig aan ga doen. Nu ben ik de hele dag bezig, maar dan zou ik mijn rust pakken. Geef me een baby en ik zit er de hele dag mee op de bank. Dan kom je ook tot rust, op een andere manier.
Nu kan ik nog af en toe tutten met mijn eigen jongens. Crèmes smeren, hun haren doen. Maar steeds vaker beginnen ze tegen te stribbelen: ‘Mam, doe even normaal.’ Ze hebben er geen zin meer in. Met mijn stiefdochter kan ik gelukkig nog wel lekker losgaan. Samen make-uppen, haar haren vlechten. Of we trekken allebei dezelfde jurk aan.
“Ik heb heus wel geprobeerd te denken: hoe belangrijk is dat getut nou?”
Zij vindt dat geweldig, en ik vind het ook gewoon zo leuk. Dat tutten, ik hou ervan. Ik heb heus wel geprobeerd me daar overheen te zetten hoor, en te denken: hoe belangrijk is dat getut nou? Maar zodra ik haar zie, begin ik toch weer: ‘Zullen we?’ Dan pak ik de nagellak erbij en zijn we allebei gelukkig.
Al mijn vriendinnen hebben meiden. Ik vind dat geweldig. In het begin dacht ik: ik ben echt een jongensmoeder, maar die wens, die droom om nog een meisje te krijgen, die blijft. Op zolder staat een wiegje, de buggy, roze meisjeskleren. Ik heb al van alles voor mijn dochter gekocht en heb veel roze kleren van anderen gekregen, omdat ze weten dat dit mijn droom is. Het zit er echt in.
“Als het het vijfde kind wéér een jongen is, dan is het niet anders”
Het kan toch niet anders dan dat een vijfde kind een meisje wordt? Als het dan wéér een jongen is, dan is het niet anders. Dan moet ik me erbij neerleggen dat ik een jongensmama ben. Bij vijf kinderen is het echt wel genoeg, zes kinderen vind ik echt te veel. De oudste is inmiddels echt een puber en die heeft niets met baby’s, maar mijn andere jongens vinden het erg leuk dat ik nog op een meisje hoop. Een van mijn zoons zei toen we de baby van een vriendin gingen knuffelen: ‘Mam, ik wil ook nog een zusje.’ Dat vind ik dan zo schattig om te horen. Ze zeggen weleens dat meisjes lastiger zijn dan jongens, en als ik naar mijn vriendinnen kijk, denk ik: ja, dat is ook wel zo. Mijn jongens zijn zo makkelijk. Maar jongens zijn heel anders, spelen anders. Het zijn echte rouwdouwers.
Lees ook – Merel kreeg na 3 jongens wéér een jongen: ‘Ik heb gehuild bij de echo’ >
Iedereen in mijn omgeving weet dat ik nog een meisje wil. Ook omdat ik dat gewoon heel vaak zeg. Dan knuffel ik met een baby van iemand anders en dan zeg ik: ‘Ik wil nog een dochter’ of ik zie een foto op Facebook van een baby, dan schrijf ik: ‘Nu nog mijn eigen meisje.’ De een zegt: ‘Huh? Je hebt er al vier’, de ander: ‘Ja, leuk hoor.’ Vriendinnen van me, of ze nu één kind hebben of vier, kunnen verzuchten: ‘Ik ben er klaar mee hoor, voor mij hoeft het niet meer’, terwijl ik alleen maar denk: hè, nog een, leuk!
“Er zijn ook heus mensen die mijn footprint wel groot genoeg vinden”
Natuurlijk zijn er ook mensen die daar wat van vinden. Die mijn footprint wel groot genoeg vinden, of die niet snappen dat ik nog een kind wil. Die bij de vierde al zeiden: ‘Jeetje, nog een?’ Maar ja, ik denk: of het er nu vier of vijf zijn, dat maakt ook niet meer uit? En als dit nou toevallig mijn droom is? Ik vind dat ik mijn droom moet volgen.
Samen tutten, samen shoppen: ik zie het echt voor me. Even lekker weggaan, erop uitgaan met mijn dochter. Mijn zoons gamen en ik hoop dat ik met een dochter meer kan doen dan met die jongens. Die beelden gaan door mijn hoofd, die krijg ik er echt niet zomaar uit. Op dit moment heb ik een uitkering, maar ik zou heel graag een opleiding volgen. Iets in de zorg lijkt me interessant. Ik denk dat ik daar ook echt geschikt voor zou zijn. Eerst dacht ik: misschien moet ik iets met kinderen gaan doen, maar van dat idee ben ik inmiddels teruggekomen. Dan zit je overdag tussen de kinderen, en ’s avonds ook nog tussen je eigen kinderen. Dat is misschien te veel. Maar iets met ouderenzorg of zo, dat lijkt me wel wat. En dat meisje erbij, dat maakt mijn leven echt compleet.” Wegens privacyredenen zijn de namen van Nathalie en haar zoons gefingeerd. Dit artikel staat in Kek Mama 10-2022. Ontvang elke maand Kek Mama met korting en gratis verzonden op jouw deurmat! Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.