Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Elke woensdag vertelt een leerkracht aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Shanti (27) krijgt haar luidruchtige groep vier stil met een slim trucje.
Maandagochtend, ik geef rekenles. Dat is de bedoeling tenminste. Titia zit achterstevoren te kletsen met Saar en Yara. Tibbe, Siep en Maarten doen tikkertje. Lauren zit te krassen in haar dagboek. Ik kijk sikkeneurig naar ze. Ik heb even geen zin om in te grijpen. Ik ben moe, heb slecht geslapen. Na een tijdje kom ik weer bij mijn positieven. Hoe kan ik deze exemplaren nou eens zoet aan het werk krijgen? Het is moeilijk ze te corrigeren. Als ze een standje krijgen denken ze: ha, ik ben goed bezig. Mijn pen is op. Ik rommel wat in mijn lades om een nieuwe te vinden. Daarbij valt mijn oog op een speld. Kon ik die speld hier maar horen vallen, denk ik. Opeens krijg ik een idee. Waarmee ik de kinderen stil kan krijgen en ze tegelijkertijd iets kan leren.
“Jongens, we gaan een spelletje doen”, zeg ik. De kinderen kijken geïnteresseerd op. “Kennen jullie het spreekwoord: je kunt een speld horen vallen?” vraag ik. Luna stelt de vraag die ik verwachtte: “Juf, wat is een spreekwoord?” Spreekwoorden en gezegden staan niet meer in de lesmethodes. Ik draag er graag aan bij dat dit erfgoed niet verloren gaat. “Dat is een heel oude uitdrukking die mensen vaak zeggen om iets duidelijk te maken”, leg ik uit. “Mensen die honderd jaar geleden leefden gebruikten ze al. Als het ergens heel stil is, zeiden ze: ‘Je kunt een speld horen vallen.’ Nou zou ik weleens willen weten of dat echt kan. Ik heb hier een speld, zullen we het uitproberen?”
Ze zijn meteen enthousiast. Ik vraag de aanvoerder van de klas, Tibbe, naar voren te komen en op mijn stoel te gaan staan. Met de speld. Als iedereen muisstil is moet hij hem laten vallen. De rest van de klas verroert al gauw geen vin meer. Iedereen zet zijn oren wijd open. Zelf ben ik ook benieuwd. Tibbe laat de speld vallen. We horen allemaal een heel zacht tikje als hij op de grond belandt. Dan beginnen we te juichen. “Zullen het spelletje vaker doen?” vraag ik daarna. Ja, dat willen ze wel. “Dan ga ik tijdens de les de speld geven aan wie het minste lawaai maakt”, zeg ik. “Wie de speld krijgt, moet roepen: ‘De speld!’ En dan mag dat kind de speld laten vallen.”
Lees ook – De juf: ‘Ik schrik me rot als de tramdeuren dichtgaan terwijl er nog acht leerlingen in zitten’ >
De volgende dagen lijkt het wel of ik een andere klas heb. Iedereen is zo stil mogelijk in de hoop de speld te krijgen. Ik deel hem niet te vaak uit, dan gaat de magie verloren. Daarom zijn de uitverkorenen extra blij. Elk moment kan een kind de speld krijgen en roepen: “DE SPELD! IEDEREEN STIL!” Wie dan nog geluid durft te maken wordt door de rest van de kinderen tot de orde geroepen. Trots vertel ik over mijn vondst in de lerarenkamer. Al mijn collega’s besluiten thuis spelden te gaan zoeken. Donderdagmiddag, de kinderen maken een opstel. Stein komt naar me toe. Hij is liever lui dan moe. “Juf, hoe schrijf je ongelooflijk”, vraagt hij. “Zoek maar uit op een van de klassen-laptops, Stein”, zeg ik. “Je moet je eigen boontjes doppen. Dat is ook een spreekwoord.” Ik besluit de volgende dag een zak boontjes mee te nemen. Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan. Meer verhalen van De juf? Lees hier de eerdere afleveringen.