Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Ik word tot waanzin gedreven door mijn vijfjarige zoon. Hij is brutaal, luistert slecht, terroriseert zijn zusje en brult als een beest als hij zijn zin niet krijgt. Zuslief gaat hem nu ook nog nadoen. Als hij zich misdraagt moet hij op de trap nadenken over zijn gedrag. Dit lijkt even te werken, maar na tien minuten begint hij doodleuk opnieuw. Terwijl hij wel dingen onthoudt die een halfjaar geleden zijn gebeurd.
ELS & DO: Toen tante Els uw brief las, moest ze meteen denken aan Jan, het zoontje van een bevriende collega. Jan is net als uw zoon vijf jaar, was een schattige baby, maar terroriseert sinds zijn peutertijd het hele gezin. Zijn ouders hebben veel gehad aan de adviezen van de opvoedpoli, maar het escaleerde opnieuw in de kleutertijd. Jan is tegendraads, heeft gruwelijke driftbuien, slaat klasgenootjes en laat zich helemaal niets zeggen. Hij gaat nu naar een speciale school met kleine klasjes waar hij stap voor stap leert zich sociaal te gedragen.
Heel goed dat u aan de bel trekt. Er zijn ouders die hun kop in het zand steken als hun kind dit soort probleemgedrag vertoont. Vaak uit misplaatste schaamte omdat ze het niet aankunnen. Ze modderen soms door tot hun kind gaat puberen, thuis helemaal niet meer te houden is en ze zelf een zenuwinzinking hebben.
U ziet onder ogen dat uw zoons gedrag niet normaal is. Als hij een puber was lag het misschien anders, maar vijf jaar is een leeftijd waarop de meeste kinderen leuk en gezellig zijn en niet het gezin ontwrichten. Dat uw dochter haar broertje nadoet is op zich gezond: beter dat ze van zich afbijt dan dat ze angstig in een hoekje gaat zitten. Aan de andere kant is het natuurlijk ook afschuwelijk voor haar: een broertje dat haar terroriseert.
Lees ook
Bezorgde moeder Saar: ‘Mijn tienjarige dochter is hondsbrutaal’ >
We raden u om te beginnen aan met de juf van uw zoon te praten. Waarschijnlijk is hij op school ook niet de makkelijkste. Bij de opvoedpoli kunnen ze u adviseren hoe u uw zoon het beste kunt aanpakken. U kunt ook de huisarts vragen u door te verwijzen naar het RIAGG. Daar kan een kinderpsychiater uw zoon onderzoeken en de vraag beantwoorden wat er aan de hand is. Sowieso heeft u alle hulp nodig die u kunt krijgen, ook van uw naaste omgeving.
De opvoedtantes Els en Do beantwoorden opvoedvragen met een knipoog en stellen zichzelf voor: “Wij zijn geboren voordat de pil was uitgevonden, kwamen ter wereld zonder dat onze ouders daarom hadden gevraagd en werden te hooi en te gras opgevoed. Zelf kregen wij heel bewust kinderen en daarom voelen we tot op de dag van vandaag (ze zijn inmiddels 34, 22 en 20) de plicht hen permanent gelukkig te maken. We kennen dus twee opvoedingsstijlen van nabij, en blijven onverminderd op zoek naar de gulden middenweg.”
Ook een opvoedvraag? Mail ’m naar elsendo@kekmama.nl
Dit artikel staat in Kek Mama 07-2018.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >