Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Mijn zoon van acht voetbalt, hockeyt en tennist graag op straat, maar zodra hij het in clubverband doet wil hij er na een paar weken mee stoppen. Nu zit hij op tennis, en heeft hij buikpijn voor elke training of wedstrijd. Moeten wij hem dwingen toch het seizoen af te maken?
Els en Do: Bij sportclubs hoort een ratrace die je niet op straat hebt. Je moet een kritische coach plezieren en hebt te maken met een publiek dat juicht of commentaar geeft. Je moet ervan houden. Dat doet uw zoon dus niet. Maar hij moet wel leren dat je verplichtingen hoort na te komen. Wij vinden dan ook dat u hem inderdaad naar de tennisclub moet slepen tot het eind van het seizoen.
Lees ook
‘Onze zoon (11) is gescout voor de Ajax-academie, maar hij wil liever bij zijn eigen club blijven’ >
Do denkt bij het woord ‘slepen’ aan haar teckels Kees en Piet, die zelden mee willen lopen. Helaas kunt u bij uw zoon geen hondenriem aan zijn nekje bevestigen. Toch is de vergelijking nuttig: Kees en Piet lopen namelijk wel door als Do ze een koekje in het vooruitzicht stelt.
Bij uw zoon wordt het koekje de Scouting. Als u het goed aanpakt kunt u er een hele trommel mee vullen. Scouting is ook een club, maar dan anders. Scouts doen geen wedstrijden, maar spannende spelletjes. Je kunt er klimmen, zeilen, kanoën, modelvliegtuigen bouwen en leren overleven in het bos. Prijzen zijn er ook, maar die kan iedereen behalen. Insignes, waterwerkdiploma’s, gouden wings, awards – uw zoon zal er zijn hele scoutinguniform mee kunnen behangen.
Als u hem aan het watertanden hebt gekregen zegt u: “Eén ding: scouts moeten altijd doen wat ze beloven. Ze laten hun team niet in de steek omdat ze geen zin meer hebben.” Dat begrijpt hij ongetwijfeld. Desnoods begint u over Kees en Piet, die toch mee moeten lopen, ook al hebben ze er geen zin in. Anders komen ze nooit thuis waar de koekjestrommel wacht.
De opvoedtantes Els en Do beantwoorden opvoedvragen met een knipoog en stellen zichzelf voor: “Wij zijn geboren voordat de pil was uitgevonden, kwamen ter wereld zonder dat onze ouders daarom hadden gevraagd en werden te hooi en te gras opgevoed. Zelf kregen wij heel bewust kinderen en daarom voelen we tot op de dag van vandaag (ze zijn inmiddels 34, 22 en 20) de plicht hen permanent gelukkig te maken. We kennen dus twee opvoedingsstijlen van nabij, en blijven onverminderd op zoek naar de gulden middenweg.”
Ook een opvoedvraag? Mail ’m naar elsendo@kekmama.nl
Dit artikel staat in Kek Mama 05-2019.
Meer opvoedadvies? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >