Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Kleinere klassen, meer aandacht en überhaupt een leerkracht voor de klas: steeds meer ouders zien de voordelen van een particuliere school. “Het is een aanslag op mijn portemonnee, maar mijn kind wordt eindelijk gezien.”
Democratische scholen. Speciale scholen voor hoogbegaafde kinderen. Antroposofische scholen scholen voor kinderen met een leerprobleem. Het aantal particuliere basisscholen is de afgelopen jaren flink gestegen in Nederland. Waren er in 2015 nog 39, inmiddels zijn het er zeventig. De redenen om voor zo’n school te kiezen zijn divers.
Marieke (41), moeder van Alyssa (13) en Fabian (11), besloot drie jaar geleden, na jarenlange problemen op de basisschool, over te stappen naar de particuliere basisschool Winford in Rotterdam.
“Het ging prima met onze dochter, totdat ze eind groep 7 opeens finaal door het ijs zakte met de entreetoets. Tot die tijd had ze alleen maar goede rapporten gehad.” Alyssa kreeg als advies om naar het vmbo basis-kader te gaan, terwijl haar ouders het idee hadden dat ze een niveau hoger, vmbo-tl oftewel mavo, best aankon. Marieke: “We zijn meteen gestart met twee uur bijles per week. Aan het eind van groep 8 werd ze toegelaten tot de mavo. Ze zit er helemaal op haar plek.”
Zoon Fabian, die twee jaar jonger is, had toen nog een paar jaar voor de boeg en zou nog les moeten krijgen van de docenten in groep 6 en 7 bij wie Mariekes dochter zo was afgegleden. Toen de school in groep 5 ook nog eens met het advies kwam om haar zoon te verplaatsen naar speciaal onderwijs, was voor Marieke de maat vol. “Ik heb de kinderen laten testen, daar kwam niets raars uit. Ze hebben een normaal IQ, geen ADHD, niets.
Ik heb lang getwijfeld over die andere school. We wonen in een dorp en ik wist niet of het wel zo verstandig was Fabian bij zijn vrienden weg te halen. Het Winford is dik een uur rijden van ons huis. We wisten dat dat impact zou hebben op ons gezin. Maar na diverse gesprekken op zijn school besloten we er toch voor te gaan.”
Fabian stapte halverwege groep 5 over en kwam terecht in een klas met tien andere kinderen. Na de eerste schooldag zei hij: “Mama, weet je wat ik nu al zo leuk vind aan deze school? Ze zeggen goedemorgen tegen me.” Marieke: “Ik wist meteen: dit is de juiste keuze. Langzaamaan leefde Fabian op. Al snel bleek dat hij op zijn vorige school enorme faalangst had ontwikkeld. De gevolgen van een paar jaar slecht onderwijs hadden, vooral op emotioneel gebied, duidelijk zijn sporen achtergelaten. Hem zelfverzekerder maken was dan ook de eerste prioriteit van zijn nieuwe school.
Het verschil met het reguliere basisonderwijs is de aandacht voor een kind. Op basis van testresultaten stelt men voor ieder kind een persoonlijk leerplan op. We hebben veel contact met zijn docent en om de zes weken bespreken we met de school de resultaten en hoe we Fabian verder kunnen helpen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.”
Niet alleen Fabian voelt zich beter, ook Marieke en haar man staan anders in het leven: “Veel dingen zijn in positieve zin veranderd. Ik ben meer aan zelfontwikkeling gaan doen door opleidingen te volgen. Het heeft veel in gang gezet, mijn mindset is veranderd. Dat maakt dat we de nadelige bijkomstigheden, zoals het vele reizen en de kosten (het schoolgeld is € 17.400 per jaar, red.) graag op ons nemen. We moeten er dingen voor opofferen. Zo gaan we minder vaak op vakantie. Gelukkig hebben we een vangnet: onze schoonouders kunnen het geld altijd voorschieten als dat nodig is. Toch hebben we het ervoor over. Het belangrijkste is dat de resultaten er zijn en dat onze zoon weer echt gelukkig is op school.”
De kinderen van Eveline (39), Maud (10), Jens (9), Djim (5) en Gwen (2) zijn alle vier hoogbegaafd. Drie van hen zitten inmiddels op een democratische particuliere school, na meerdere scholen te hebben versleten.
“Het ging zo slecht dat ik met het idee rondliep zelf maar een school te beginnen. Na een rondje googelen stuitte ik op de democratische school De Tijd en Ruimte in Den Bosch. De kinderen gaan er nu een paar maanden naartoe en zitten in de fase van ‘ontscholen’. Dat betekent dat ze veel spelen in plaats van leren.”
Op deze school wordt uitgegaan van wat het kind zelf wil leren. Samen met de docent geef je dat vorm. Je kunt kiezen voor normale vakken, maar bijvoorbeeld ook voor Chinees, als je dat leuk vindt. “De kinderen kiezen er nu nog veel voor om buiten te zijn, muziek te maken en creatief bezig te zijn. Ze hebben veel vrijheid en autonomie en ik zie ze daar helemaal van opbloeien.”
Evelines man is osteopaat, Eveline zelf is orthopedagoog. Dat maakt dat ze hun tijd flexibel kunnen indelen en dat de reistijd, een halfuur, te overzien is. Ze verkeren ook in de gelukkige positie dat ze het schoolgeld (€ 300 per maand, € 200 voor elk volgend kind in het gezin), kunnen betalen, al betekent dat wel dat ze op bepaalde dingen bezuinigen. “We kopen minder kleding en gaan minder uit eten. Wat een voordeel is, is dat we zelf de vakanties mogen indelen. Niet in het hoogseizoen weggaan scheelt veel geld. Zo kunnen we het rooien.”
De kinderen hebben na jaren geen last meer van stress. Ze zitten veel beter in hun vel. Eveline: “We vormen weer een normaal gezin. De kinderen reageerden de hele dag hun stress af, dat hoeft niet meer. Ik raad nu iedereen aan om je in particulier onderwijs te verdiepen. Ik heb ouders leren kennen die het niet breed hebben en voor wie het elke maand een uitdaging is, maar ze zeggen allemaal dat het het waard is om hun kinderen weer gelukkig te zien.”
Ook Anouck (43) heeft twee hoogbegaafde zoons, Felipe (10) en Florian (8). Dat niet al het particulier onderwijs zaligmakend hoeft te zijn, heeft zij de afgelopen jaren ondervonden. Haar kinderen stapten over van een particuliere school voor hoogbegaafde kinderen naar een andere particuliere school, Florencius in Haarlem.
“Onze oudste zoon Felipe liep tegen problemen aan op de reguliere school waar hij eerst zat, hij was totaal niet happy. Na diverse gesprekken en allerlei testen bleek hij hoogbegaafd te zijn. Zijn school maakte meteen duidelijk dat ze hem niet goed zouden kunnen begeleiden. Hij maakte simpele vragen heel moeilijk in zijn hoofd, waardoor hij vastliep. Hij stelde veel vragen, waar hij zich bezwaard door voelde, en kreeg zijn werk vervolgens niet af. Daar werd hij onzeker van. Sociaal ging het heel goed met hem, maar de school zei dat ze hem niet konden bieden wat hij nodig had. Ze adviseerden te kijken naar passend onderwijs.”
Zo kwam Anouck uit bij een particuliere school voor hoogbegaafde kinderen. Anoucks jongste zoon bleek ook hoogbegaafd, wat het overstappen makkelijker maakte. Maar al snel bleek het geen succes.
“Waar we geen rekening mee hadden gehouden is dat hoogbegaafde kinderen vaak gedragsproblemen hebben. Er bleek op de nieuwe school veel te worden gepest, er waren opstootjes, er heerste een onrustige sfeer. We vonden het niet veilig aanvoelen. Ik ben weer verder gaan kijken, want mijn zoons hadden inmiddels een individueel leerplan met grote verschillen in niveaus, waardoor overstappen naar regulier onderwijs een probleem werd.”
Florencius bleek de enige optie. Anouck had meteen een goed gevoel toen ze er op gesprek ging, onder andere door de aandacht voor emotionele ontwikkeling van kinderen, de aandacht voor creatieve vakken en de training in sociale vaardigheden en weerbaarheid. Ook is er veel begeleiding.
Anouck: “De jongens zitten in kleine klasjes van acht kinderen en er zit van alles tussen. Dat vind ik mooi, want dat is in het echte leven natuurlijk ook zo.” De kinderen hebben geen individueel leerplan, maar krijgen begeleiding op hun niveau in kleine groepjes. Anouck: “Het kost bizar veel, (€ 22.000 per jaar, de vorige school kostte € 6000 per jaar, red.), maar ik heb het ervoor over. De jongens kunnen weer zichzelf zijn. Ze zijn rustiger, vrolijker en gaan eindelijk weer met plezier naar school. Dat is zo fijn.”
Waar Florencius veel geld kost, is de drempel voor Boerderijschool Hooi in Bergen lager: de kosten zijn € 250 per maand. Wel wordt er veel van ouders verwacht en helpen zij onder andere bij werkgroepjes, passend bij het antroposofische beleid. Momenteel gaan er tien kinderen naar Hooi; vijf kinderen staan op de wachtlijst. De school bestaat uit een boerderijtje met geiten en kippen, enkele lokalen, een groenten- en bloementuin, een groenstrook met bos, vuurplek en een waterpartij. Elke dag begint de groep met buiten leren, werken en spelen; na het eten zijn er vaklessen, twee dagen in de week in twee groepen.
Suzanne (41), moeder van Lenneke (7), Karlotta (7) en Hettie (5), was meteen onder de indruk: “Wij zijn ‘bewuste ouders’. We proberen zo duurzaam mogelijk te leven en verdiepen ons in manieren om een gezonde leefomgeving te creëren. Onze kinderen stonden op de wachtlijst voor de vrije school, maar toen zagen we een folder van de boerderijschool. Mijn hart koos daar meteen voor, terwijl mijn ratio in eerste instantie zei: kies er een die al langer bestaat. Hooi bestaat pas drie jaar, er wordt nog gepionierd. Maar voor mijn gevoel staat deze school voor alles waar een moderne school voor zou moeten staan: onderwijs voor nieuwetijdskinderen.”
Met andere woorden: kinderen die overgevoelig en hoogsensitief zijn. Volgens Suzanne is het percentage hooggevoelige kinderen de afgelopen jaren sterk toegenomen, terwijl de schoolsystemen er in haar beleving niet op zijn aangepast.
“Op deze school zijn mijn dochters vrij. Ze houden zich aan het antroposofisch leerplan, dat ervan uitgaat dat kinderen in hun eigen ritme leren. Ik maak me er totaal geen zorgen om of ze wel te leren krijgen wat ze moeten leren, kinderen zijn van nature leergierig en nieuwsgierig. Als ze vanuit hun eigen nieuwsgierigheid leren, blijft die kennis ze beter bij.
Er zijn weleens mensen in mijn omgeving die zich afvragen hoe dat dan moet als mijn kinderen straks naar de middelbare school gaan. Ik heb geen idee, dat zie ik dan wel. Voorlopig ben ik heel blij met de keuze die we hebben gemaakt.
Ik zie het zo: kinderen moeten de ruimte krijgen om te groeien en bloeien, net als een plantje in de natuur. Daar ga je je ook niet te veel mee bemoeien door het te snoeien en vast te binden. Op deze school kan dat. Ze groeien vanzelf wel, zolang je hun wil om te leren maar blijft stimuleren, daar ben ik van overtuigd.”
Dit artikel staat in Kek Mama 05-2020.
Lees ook: Van ‘openbaar’ tot ‘confessioneel bijzonder’: 5 soorten basisscholen op een rij >