Playdates? Liever niet. ‘Ik ben als de dood dat ze iets overkomt’

playdates liever niet bang dat ze iets overkomt Beeld: Getty Images
Joan Makenbach
Joan Makenbach
Leestijd: 6 minuten

De een is doodsbang dat een vriendje van de trap valt, de ander vertrouwt haar kind niet toe aan een vreemde. Er zijn moeders die helemaal niks hebben met playdates.

Lees verder onder de advertentie

Lisanne (34), zoon van 6, tweelingdochters van 5.

“Heeft een vriendje geen zwemdiploma, dan komt het niet bij ons spelen. Zo simpel is het. Verdrinking is doodsoorzaak nummer één onder kleine kinderen en hier in Lelystad is overal water. Onze tuin grenst aan een sloot, het pleintje voor de deur ligt aan open water.

Lees verder onder de advertentie

Mats heeft al zwemdiploma A, B en C, zijn vriendjes zijn hartstikke welkom als ze ook goed kunnen zwemmen. Anne­Sophie en Ties zitten nog steeds in het kikkerbadje, hun vriendinnetjes ook. Ik moet er niet aan denken dat ze op een onbewaakt moment over het hek klimmen en het water inlopen. Zelfs als ze binnen spelen, wil ik de verantwoording niet dragen. Stel dat een kind op een onbewaakt moment de buitendeur uitglipt en in de sloot kukelt. Ik zou het mezelf nooit vergeven.”
 

‘Ik duik snel weg’

Danie (30), zoon van 4.

“Het was de eerste schooldag van Levi. Toen ik hem ophaalde kwamen er twee kindjes op me af rennen: ‘Mogen wij bij Levi spelen?’ Eh… nee! Ik kende het fenomeen playdates niet, maar dat schijnt normaal te zijn. ’s Ochtends vroeg bedisselen de kinderen al met elkaar wie bij wie speelt. Levi is blijkbaar nogal populair, want iedere keer wordt hij te spelen gevraagd. Ik duik snel weg als ik weer een moeder op me af zie komen met een bakfiets vol kinderen. Ik vind Levi nog veel te klein om hem bij vreemde mensen achter te laten. Met al die verhalen over kinderlokkers en handtastelijke zwemleraren ben ik als de dood dat ik mijn kind toevertrouw aan de verkeerde.”
 

Lees verder onder de advertentie

Het overzicht behouden

Nathaly (28), zoon van 5.

“Mijn vriend lacht me uit: ‘Eens moet Hidde de tuin uit, schat. Je kunt hem niet eeuwig zoet houden met een schommel, wip en zandbak.’ Hij heeft gelijk, maar ik durf het niet. Ik ben als de dood voor een ongeluk, of dat-­ie verdrinkt. Als ik buurtkinderen op straat zie spelen, hou ik mijn hart vast. In onze achtertuin heb ik het overzicht. Ik wroet wat in de aarde als Hidde in de zandbak speelt, ’s zomers zit ik met een boek op een tuinstoel terwijl ik hem met één oog in de gaten hou. Voorlopig taalt Hidde nog niet naar het leven achter de tuinpoort, wel zo rustig voor mij.”
 

Lees verder onder de advertentie

Wildebras

Eefje (31), zoon van 3.

“Voor mij geen speelafspraakjes. Youssef is nog geen vier en een enorme wildebras. Op de crèche heeft­-ie al vele keren een ander kind omver gegooid of geduwd. In zijn enthousiasme maait hij iedereen omver en ik voorzie gruwelijke ongelukken als hij bij een vriendje speelt of andersom.”
 

Lees verder onder de advertentie

Met spoed naar de tandarts

Ronja (34), dochter van 7.

“Mijn zus zat vorige week nog met een jankende zesjarige bij de tandarts. Een vriendinnetje van haar dochter. De meiden hadden wild geschommeld, het kind was er vanaf gevallen en het resultaat was twee tanden door de lip, waarvan er één de val niet had overleefd. Ze had net gewisseld, het was een grotemensentand. Een ramp. Moest mijn zus de moeder van dat vriendinnetje bellen met de mededeling dat haar dochter een voortand kwijt was. Ik heb tegen mijn eigen dochter gezegd dat er voorlopig niet aan playdates wordt gedaan. Samen spelen doet ze maar op het schoolplein, onder veilig toezicht van haar juffen.”
 

Lees verder onder de advertentie

Lees ook
‘Het vriendje van mijn zoontje (4) bleek een enorme etter’ >

 

‘Hij krijste alles bij elkaar’

Joyce (37), zoon van 7.

“Tijdens het allereerste speelafspraakje ging het al mis. Imro en zijn vriendje Dirk sprongen in de tuin op de trampoline, Dirk maakte een vreemde manoeuvre en gleed met zijn been tussen de rand en de springmat. Hij krijste alles bij elkaar. Ik stond in de keuken, schonk net limonade in, schrok me rot en rende naar buiten. Het was slechts een knalrode schram, maar Dirk was niet meer tot bedaren te brengen. Schuldbewust zette ik het zielige hoopje kind af bij zijn moeder. Zij maakte mijn schuldgevoel nog groter door te snibben dat zij spelende kinderen nooit één seconde uit het oog verloor. Sindsdien ben ik genezen van speelafspraakjes.”
 

‘Ze jutten elkaar op’

Letty (42), zoon van 11.

“Tot vorig jaar had ik niets tegen speelafspraken. Gezellig voor mijn kind, goed voor zijn sociale ontwikkeling en ik genoot van die kleine mannetjes om me heen. Maar nu Joey elf is en de speeltuin en het basketbalveld tegenover ons huis niet meer cool vindt, is alles veranderd. Na één slok thee verdwijnen ze naar het winkelcentrum. Daar hangen ze rond en eten chips. Nadat ik Joey met twee jongens met winkelkarretjes door de straat zag racen en van een vader hoorde dat ze fikkie hadden gestookt in de papierbak, was ik er klaar mee. Die jongens jutten elkaar op, waar eindigt dat? Na schooltijd wordt er niet meer afgesproken.”
 

Voorlopig niet

Babette (39), dochter van 8.

“Sinds Anna bij een vriendinnetje speelde waar ze alleen werden gelaten door die moeder, durf ik haar niet meer uit handen te geven. Ik heb één kind, ze is mijn alles, daar neem ik geen risico mee. Noem mij maar ouderwets, maar ik vind acht jaar niet oud genoeg om twee meiden alleen te laten met een oudere broer en zelf te gaan shoppen. Ik krijg nog steeds koude rillingen als ik denk aan wat had kunnen gebeuren. Anna wil graag weer bij haar vriendin spelen, maar ik zeg: voorlopig niet.”
 

‘Ik ben doodsbang voor valpartijen’

Marissa (34), twee dochters van 6 en 5.

“Ik zal wel een vreselijke muts zijn, maar ik heb niets met dat stomme speelgedoe. Ik ben doodsbang voor valpartijen, ruzies, verstuikte enkels en erger. Ik wil de verantwoording voor andermans kind niet op me nemen. En mijn dochters al helemaal niet toevertrouwen aan een vreemde moeder. Lisa en Lois schelen maar elf maanden. Thuis hebben ze gelukkig altijd een maatje om mee te spelen.”
 

‘Ik durf niet’

Linda (35), zoon van 5.

“Het klinkt afschuwelijk, maar de angst dat Liams vriendje Joep bij ons thuis in shock raakt omdat er ergens een pinda rondslingert, weerhoudt mij van speeldates. Joep is extreem allergisch voor pinda’s en noten. Aan het begin van het nieuwe schooljaar kregen alle ouders een lijst met verboden traktaties en broodbeleg: zelfs van de pindakaas op de boterham van een klasgenoot kan Joep een allergische reactie krijgen. Heel zielig natuurlijk.

Joep heeft al een paar keer gevraagd of hij bij ons mag spelen, maar ik durf niet. Ik ben gewoon te schijterig. Is mijn huis wel pindavrij genoeg? Stel dat hem wat overkomt? Wat moet ik dan doen? Ik hou de boot daarom af. Omdat ik het jongetje geen rotgevoel wil geven, heb ik maar gezegd dat Liam bij niemand mag spelen en niemand bij ons.”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

Meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >

Meest bekeken