Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Sommige mensen noemen het pushen, zelf zien deze ouders het liever als helpen. Want een zeven is ook maar een zeven.
Bart (33), vader van Dax (10) en Sam (6): “‘Nou, die kleine heeft best talent, daar moet je iets mee doen.’ Toen mijn zoons voetbaltrainer dat zei, sloeg mijn hart een slag over. Al vanaf het moment dat we op de echo een jongen zagen, droomde ik van een voetballertje. En nu bleek mijn zoon nog talent te hebben ook. Die opmerking werd het startsein voor een voetbaltraject dat nu al drie jaar loopt. Dax traint twee keer per week met zijn eigen team en twee keer met een leeftijdsgroep hoger. Op zaterdag speelt hij wedstrijden en op school voetbalt hij op het schoolplein. Zondags gaat Dax naar de voetbalschool en tussen alle bedrijven door spar ik met hem en laat hem hooghouden en strak passen.
Afgezien van de voetbalschool die ons jaarlijks 500 euro kost, vallen de kosten mee, maar er gaat veel tijd en energie inzitten. Ik werk vier dagen en kan mijn uren zelf indelen, zodat ik bij alle trainingen kan zijn. Ook Sam, onze jongste, voetbalt, maar zonder enige aanleg. Eigenlijk ben ik nog maar één keer bij hem gaan kijken, dat doet mijn vrouw vaak. Mijn weekend staat in het teken van Dax’ planning. Alles voor de nieuwe Messi.”
Liz (36), moeder van Yfke (9): “Als ik mijn opvoedstijl moet analyseren ben ik eerder een tijgermoeder dan een dolfijnenmama. Ik ben echt geen autoritaire slavendrijver, maar ik laat mijn dochter Yfke ook niet maar wat aanzwemmen. Ik wil graag dat ze goede cijfers haalt en dat ze haar zang- en pianolessen serieus oppakt. En dat betekent minstens elke dag een uur die ‘rotnoten’ instuderen en op de piano spelen. Ik ben dan vaak aan het koken en hoor meteen of ze het met aandacht doet of afraffelt. Yfke droomt van een optreden bij The Voice of Holland’s Got Talent, maar dan zal ze wel moeten investeren. Mijn nichtjes gingen allebei ook op muziekles, maar haakten al af bij het noten leren. Succes komt gewoonweg niet aangewaaid.”
Sunita (46), moeder van Sebas (6): “Wij supporten onze zoon Sebas heel erg in zijn cognitieve ontwikkeling. Niet zozeer om beter te presenteren op zijn Citotoetsen, maar omdat hij een slim jongetje is dat uitdaging nodig heeft. Toen hij twee was, kon hij letters en cijfers in meerdere talen opnoemen. Tegen de tijd dat hij Russisch en Chinees interessant begon te vinden, hebben we even de rem erop gegooid. Maar tegen de tijd dat hij naar de kleuterschool ging, las hij al.
Hij zit nu in groep drie. Elke dag doen we wel iets om hem te stimuleren. Ik ben zelf erg van taal, spelling, rekenen en schrijven, zijn vader is meer van de wetenschappelijke proefjes en bouwwerkjes. Sebas wil later ‘astronautendokter’ worden. Ik vind elk beroep goed, mits hij zichzelf maar uitdaagt en niet bij de eerste tegenwind opgeeft. Ik hanteer wat dat betreft dezelfde opvoeding als die van mijn ouders. Mijn moeder vergeleek leren altijd met Zweedse kruiswoordpuzzels. ‘Eerst 5 sterren proberen en als het echt niet lukt, kun je altijd een stapje terug.’”
Vincent (37), vader van Tim (9) en Renzo (8): “Pushen? Ik zeg liever: het aanboren van hun volledige potentie. Dus krijgen ze huiswerkbijles, oefenen we woordjes en moedigen we hen aan hun talenten te ontdekken. We hebben ze sportkeuzetesten laten doen en ze hebben al diverse proeflessen op de muziekschool gehad. Als je niet onderzoekt waar je aanleg voor hebt, laat je misschien talent liggen. Voor hetzelfde geld kan de een geweldig hockeyen en de ander viool spelen. Dus hebben onze jongens een weekrooster waar je een Excel-programma op moet loslaten. Elke middag staan er wel één of twee activiteiten op het programma. Wij zeggen altijd: liever moe van veel bewegen dan doorligplekken van het gamen.”
Julie (39), moeder van Finn (11) en Viggo (9): “Bij het ene kind ben ik boos als hij een zeven haalt, bij het andere megatrots. Het klinkt misschien gek, maar als Finn een zeven haalt voor zijn topo, heeft hij domweg niet geleerd. Die zeven is zeg maar zijn basiskennis. Dat pikt hij op in de les. Wij zien graag dat hij doorpakt voor een negen of tien; dat is zijn denkniveau. Onze jongste Viggo mist dat fotografisch geheugen. Hij heeft dyscalculie en dyslexie en leren kost hem veel moeite. Als wij hem de avond ervoor overhoren weet hij alles, maar eenmaal op de toets blijft hij vaak bij de eerste opgaven steken. Dus als Viggo een zeven scoort voor alle Nederlandse provincies met hun hoofdsteden, prijzen mijn man en ik hem de hemel in.”
Lees ook
De bijles-epidemie: ‘Het is bijna een standaard onderdeel van de schoolloopbaan geworden’ >
Mark (40), vader van Bob (8), Indy (5) en Mirthe (1): “Helaas, Bob heeft mijn genen en dat betekent: liever lui dan moe. Bob heeft als laatste uit de klas nog geen rekendiploma, want hij gaat liever gamen dan oefenen. Van het huiswerk voor spelling maakt hij een prop en zijn boekbespreking is al weken uitgesteld, want hij krijgt het boek niet uit. Zelf heb ik tien jaar gedaan over de basisschool. Ik weet hoe zwaar het leven kan zijn als je niet de juiste mentaliteit hebt. Daarom zit ik er bij hem nu bovenop. Hoe hij ook jankt, dreint en zeurt: elke avond doen we een uurtje rekenwerk. Ik kan hem geen tel uit het oog verliezen, want dan slaat die schurk doodleuk vraag 5 t/m 7 over, zodat hij snel aan een nieuw hoofdstuk kan beginnen. Wat smoesje en trucjes betreft lijkt Bob iets te veel op zijn vader.”
Manon (40), moeder van de tweeling Loïs en Céline (8): “Waarom nemen we zo snel genoegen met de zesjesmentaliteit? Waarom stoppen met leren als je het ‘een beetje’ kent? Meteen opgeven als het lastig wordt? Ik vind dat mijn kinderen altijd hun best moeten doen. Zowel op school, op sport als op een simpele tekening. Ik spoor mijn dochters aan, maar wel spelenderwijs. We maken wedstrijden: wie kent de langste woorden? Wie verzint de moeilijkste sommen, wie kan er het verst tellen in het Engels? Wie weet er tien woorden met een au? We kijken elke dag De beste vrienden quiz, waarbij de meiden actief meedoen. Op die manier leren ze dat leren ook leuk kan zijn.”
Maarten (44), vader van Julian (16), Kimberly (14), Daniël (12) en Romy (10): “Als eigenaar van een schoonmaakbedrijf roep ik regelmatig tegen mijn kinderen: ‘Als jullie er op school met je pet naar gooien is het simpel: dan kom je maar bij mij werken. Vieze wc’s schoonmaken, rotzooi opruimen van anderen; dat soort fijne klussen.’ Meestal geeft dat ze nét dat zetje om iets beter hun best te doen en dan halen ze zuchtend hun boeken uit de tas. Ik kan niet zo veel met dat slappe en laat dat weten ook. En nee, dat doe ik niet zachtzinnig. Maar dat hoeft ook niet. Gek genoeg zijn mijn dochters stapel op hun danslerares, terwijl zij elke les flink tekeergaat en ik soms echt in elkaar kruip van haar felle aanwijzingen. Kinderego’s zijn dus kennelijk niet zo fragiel als we denken, ze kunnen best iets hebben.”
Bianca (42), moeder van Beau (12) en Claire (10): “Mijn Amsterdamse familie riep altijd tegen mij dat ik me niets moest verbeelden met mijn ‘studiebollerij’. Als enige had ik ‘hersens’ en kon naar het atheneum. Mijn hele jeugd werd ik door tantes, ooms, neven en nichten – en in mindere mate mijn ouders – naar beneden gehaald. Ik mocht absoluut geen kapsones hebben, werd flink op mijn nummer gezet toen ik een keer zei dat het niet ‘het stoel’ was maar ‘de stoel’ en zodra ik iets anders dan de Donald Duck las, werd ik uitgelachen. Het heeft gezorgd voor een pantser om me heen.
Bij mijn kinderen zie ik dezelfde honger naar kennis. Ik stimuleer hen zo veel mogelijk die kennis ook te vergaren. Met vragen gaan we naar de bibliotheek of we vragen het Siri en we hebben drie museumkaarten waar we veel gebruik van maken. Voor anderen lijkt het misschien alsof ik mijn kinderen te veel push. Maar door mijn familie besefte ik al jong hoe frustrerend het is als dat wat je wel in je hebt niet tot bloei mag komen.”
George (38), getrouwd, vader van Thomas (8) en Lilly (5): “Het is een constante strijd tussen mij en mijn vrouw. Onze zoon Thomas zit tegen hoogbegaafdheid aan en in een plusklas voor slimme kinderen. Ik wil hem stimuleren een groep over te slaan, maar mijn vrouw is pertinent tegen. Zij vindt het beter voor zijn sociale ontwikkeling als hij met leeftijdsgenoten opgroeit. Ik denk dat hij dan juist snel verveeld raakt en zijn ontwikkeling staakt. Voorlopig wint zij, maar ik zit erbovenop.”
Susan (34), moeder van Ties (10): “Het kerstrapport van Ties met vier dikke minnen loog er niet om. Ook zijn juf was somber: als Ties niet aan zijn taal trok, bleef hij zitten in groep zeven en stevende bovendien af op een lage vmbo-score. In tegensteling tot vakken als rekenen en ruimtelijk inzicht, waarbij hij op havoniveau zat. Aan ons de vraag of wij hem wilden helpen met taal. In principe wil ik geen drammerige ouder zijn, niks mis met praktijkgericht onderwijs. Maar Ties baalde er zelf van en wilde hulp met Nederlands. Dus oefenen we sinds een paar maanden met Taalzee en Squla en maken we oude Citotoetsen. Zijn spelling en grammatica zie ik met sprongen vooruitgaan.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer Kek Mama? Volg ons op Instagram.