Als je zoon van zeven je op een dag duidelijk maakt dat ze eigenlijk je dochter is, kun je twee dingen doen: hopen dat het overgaat of haar zo goed mogelijk begeleiden in haar zoektocht. Riena deed het laatste.
Lees verder onder de advertentie
Riena:
“De jongensnaam die we Esmee bij haar geboorte hebben gegeven, vindt ze nu vreselijk om te horen. Ik krijg ’m ook niet meer over mijn lippen en heb haar beloofd die naam nooit meer hardop uit te spreken. Esmee werd als jongen geboren, een vrolijk jochie dat dol was op muziek, dansen en poppen. Alles wat roze was, was favoriet. Daar zocht ik niet zoveel achter. Wel heb ik me even afgevraagd wat mijn man Henk ervan zou vinden. Maar die was heel duidelijk en zei: ‘Koop alsjeblieft een Barbiehuis voor dat kind.’ Hij had er totaal geen moeite mee.
Lees verder onder de advertentie
Geen jongen
Het jaar voor Esmee uit de kast kwam was vreselijk. Ze was toen zeven jaar en we zagen haar steeds verder afglijden. Ze was verdrietig en boos, zat weggedoken in een hoekje van de bank. Niets was goed. Als ik haar naar school bracht, zette ze zich voor de ingang schrap en weigerde naar binnen te gaan. Dan moest ik haar over mijn schouder gooien en zo de klas in dragen. Mijn hart brak, ik zat huilend op de fiets naar huis. Thuis probeerden we van alles: extra lief, extra streng, negeren, straf geven. Maar niets hielp. We vroegen ons af wat we verkeerd deden, als ouder zoek je het toch bij jezelf.
In die tijd begon Esmee in de gaten te krijgen dat ze niet de jongen was zoals iedereen haar kende. Maar ze wist niet goed hoe ze dat naar ons toe moest verwoorden. Pas later hoorde ik van haar psycholoog dat ze bang was ons pijn te doen. Het voelde alsof we de grip op ons kind kwijtraakten. Het maakte mij verdrietig, Henk voelde zich vooral machteloos. Hij kon niet bevatten dat hij de meest ingewikkelde auto’s in elkaar kan zetten, maar niet in staat was zijn eigen kind te helpen.
Op een avond zat ik alleen televisie te kijken, dacht ik. Toevallig stond Hij is een zij op. Achter me hoorde ik opeens Esmee zachtjes zeggen: ‘Kijk mam, dat ben ik.’ Ik keek haar aan en klapte helemaal dicht. Ik neem het mezelf nog steeds kwalijk dat ik op dat moment niet verder ben doorgegaan op die uitspraak. Esmee heeft dat niet zo ervaren, zij verdween naar haar kamer, ik bleef stil achter op de bank.
Lees verder onder de advertentie
Villa Kakelbont
Henk en ik wisten meteen: dit gaat onze pet te boven. De volgende ochtend heb ik onze huisarts gebeld en om een verwijzing naar een psycholoog gevraagd. Omdat er via deze weg lange wachttijden waren, ben ik zelf op zoek gegaan naar hulp. Zo kwam ik bij Jacqueline van Villa Kakelbont terecht. Toen ik haar aan de telefoon vertelde wat er bij ons thuis aan de hand was, konden we dezelfde week nog terecht.
Ik ben eerst zelf gaan kennismaken, daarna is Esmee alleen met Jacqueline gaan praten. Tijdens de tweede sessie gaf Esmee al bij haar aan dat ze geen jongen is, maar een meisje. Daar is Jacqueline op doorgegaan. Zo gaf ze Esmee onder andere de opdracht een poppetje te tekenen, precies zoals ze er zelf graag uit zou willen zien. Dat was onmiskenbaar een meisje.
Lees verder onder de advertentie
Genderdysforie
We gingen ook weer terug naar de huisarts, die alle begrip voor ons had en ons doorverwees naar het VU UMC. Daar volgden veel gesprekken en onderzoeken en kreeg Esmee nog geen jaar later de diagnose genderdysforie. Vanaf het moment dat ze bij ons uit de kast was gekomen, werd Esmee weer vrolijk. Dat wij het goed vonden was voor haar belangrijk.
Er viel een last van haar schouders. En ergens ook bij ons. Eindelijk wisten we wat er aan de hand was. We hebben haar altijd geaccepteerd zoals ze is. Maar toch, je wenst je kind echt geen genderdysforie toe, want je weet dat ze daarmee een lastig leven tegemoet gaat. De eerste twee weken heb ik veel gehuild. Ik lag wakker van vragen als: wat komt er allemaal op haar pad? Wordt ze op school geaccepteerd? Hoe gaat het later, met vriendjes of vriendinnetjes?
Lees verder onder de advertentie
Nieuwe naam
Toen het hoge woord er eenmaal uit was, wilde Esmee graag meisjeskleding. Dus ging ik voor haar op pad. Midden in een winkel, met een stapel rokjes, jurken en shirtjes over mijn arm, brak ik. Ik heb alles teruggehangen en ben een halfuur door de stad gaan lopen, met tranen over mijn wangen. Ik denk dat ik op dat moment diep vanbinnen afscheid heb genomen van mijn zoon. Anders kan ik het niet verklaren. Ik kan er goed over praten, maar het is en blijft wel heftig.
Haar jongensnaam hebben we nooit meer gebruikt. Ze vroeg ons welke namen we hadden bedacht toen ik zwanger was. Dat was Faith Esmee. Ze heeft twee dagen Faith geprobeerd, maar ze vond zichzelf geen Faith. Daar heeft ze helemaal gelijk in, die naam past totaal niet bij haar. Dus draaide ze het om: Esmee Faith.
Lees verder onder de advertentie
Puzzelstukjes
Henk en ik hebben nooit gedacht dat het een bevlieging van ons kind was. Wel hebben we altijd tegen haar gezegd dat ze terug kan naar een jongen, als dit het toch niet is. In het begin was ze alleen thuis een meisje. Dat gaf ons alle drie de tijd en ruimte om uit te zoeken hoe we dit verder konden aanpakken en waar we hulp bij wilden krijgen. Ze ging naar school als jongen, maar zodra ze thuis was rende ze naar boven om zich om te kleden. Vrolijk kwam ze dan als meisje naar beneden. Wij konden daar prima tussen schakelen. In die tijd speelde ze veel met een meisje van school. En ook als zij er was, trok Esmee haar meisjeskleding aan. Dat vriendinnetje keek er helemaal niet raar van op.
En toen we haar moeder inlichtten, reageerde zij ook heel relaxed. Bij veel mensen die we gaandeweg vertelden over Esmee vielen er puzzelstukjes op hun plek. We hebben een filmpje waarop ze op K3 staat te dansen. Esmee was toen een jaar of vier, we wisten nog van niets. Als ik dat nu terugkijk zie ik hoe meisjesachtig ze zich daar al beweegt.
Twee werelden
Na een halfjaar trok ze het niet meer om in twee werelden te leven. We zagen haar weer afglijden. Dus we besloten school in te lichten zodat ze ook daar als meisje naartoe kon. De christelijke school waar ze toen op zat wilde er niet in meegaan. Ze zagen het niet zitten. Hoe zouden andere kinderen reageren, en hun ouders? Niet één keer werd gevraagd hoe ze Esmee hierin konden helpen. Dat vond ik vreselijk. Esmee zat pas in groep vijf, ze mocht de school daar afmaken, maar wel als jongen. Ik ben op zoek gegaan naar een andere basisschool, waar Esmee zichzelf kon zijn. Halverwege het jaar is ze overgestapt. Ze was zo blij.
Ook op de dag dat ze samen met haar leerkracht de klas zou inlichten. We hadden samen besloten dat ze dit zonder mij zou doen. Huilend liep ik die ochtend door het huis. Ik wilde haar zo graag helpen, maar dit wilde ze echt zelf doen. Voor de klas heeft ze gezegd: ‘Ik ben Esmee, ik ben geboren met een jongenslichaam maar ik ben een meisje.’ De kinderen reageerden fantastisch en zeiden dingen als: ‘De een heeft slechte ogen en draagt bril, een ander is dyslectisch en jij hebt een piemel die daar eigenlijk niet hoort. Zo heeft iedereen wat.’ En daarmee was het klaar. Zo fijn.
Natuurlijk is ze er soms ook mee gepest, kinderen zijn niet alleen maar lief, maar ook keihard tegen elkaar. In een ruzie is er echt weleens geroepen dat ze helemaal geen meisje is. Dat raakt haar, maar ze heeft geleerd erboven te staan. Vlak nadat ze op haar nieuwe school was begonnen liepen we samen door de stad. We kwamen een moeder met haar dochter tegen, een meisje met wie ze op haar oude school veel omging. Ze negeerden ons. Ik wist niet wat ik meemaakte; wat geef je dan aan je kind mee met dit soort gedrag? Esmee zei: ‘Mam, als ze mij niet accepteren zoals ik ben is dat hun probleem en niet het mijne’. Zij was op dat moment sterker dan ik.
De komende tijd krijgt Esmee elk halfjaar een puberteitsmeting; bij jongetjes kunnen ze aan de grootte van de balletjes zien hoever het daarmee is. Vreselijk vindt ze dat. Ze gaat een klein stukje de puberteit in om de jongenshormonen toch te voelen en zeker te weten dat ze die niet wil. Daarin wordt ze natuurlijk begeleid door het ziekenhuis. Daarna krijgt ze elke drie maanden een injectie met puberteitsremmers. Die zijn omkeerbaar. Als ze daarmee stopt, pakt het lichaam de jongenshormonen weer op.
Vanaf haar zestiende krijgt ze vrouwelijke hormonen, die zijn onomkeerbaar. Dan moet ze driehonderd procent zeker weten dat ze dit wil. Wij hebben geen enkele twijfel. En als ze wil, kan ze vanaf haar achttiende een geslachtsoperatie krijgen waarbij een vagina wordt gemaakt van haar piemel. Daar hebben we al weleens samen naar gekeken. Zo knap en het ziet er mooi uit. Esmee heeft nu een hekel aan haar piemel. Die hoort daar niet, ze wil ’m niet.
Geluk gevonden
Van andere ouders van kinderen met genderdysforie hoorde ik weleens dat ze door een rouwproces zijn gegaan. Die hebben het gevoel een zoon of dochter kwijt te zijn. Dat heb ik niet zo gehad. Mijn doodongelukkige zoon is nu mijn dolgelukkige dochter. Ik ben niet mijn kind kwijtgeraakt, we hebben haar geluk gevonden.
Esmee is geen meisjesmeisje, ze loopt tegenwoordig het liefst in een spijkerbroek met sneakers eronder. Voor een feestje wil ze nog weleens een jurkje uit de kast trekken. Het is een echte meid, geen tuttebel. Ze zit nu goed in haar vel. Soms is ze zoekende in wat ze voelt of wil. Dan moddert ze eerst even aan voor ze bij ons aan de bel trekt en we samen hulp gaan zoeken. Ze weet dat we er altijd voor haar zijn en deelt alles met ons. En af en toe praat ze nog met Jacqueline.
Een tijdje geleden wilde ze samen met mij haar kinderfoto’s bekijken. Alles tot haar zevende jaar zit in een apart album. Op haar verzoek hebben we alle ‘jongensfoto’s’ – kort haar en stoere kleren – weggehaald. Op onze fotowand in de gang hangen nog een paar schattige babyfoto’s tussen de plaatjes van Esmee, onze dochter. Want zo voelt het voor ons echt. Wij hebben een dochter. Drie jaar geleden bedacht ze zelf een mooi kerstcadeau voor Henk. Samen gingen we de stad in om het regelen. Onder de boom lag een nieuw naambordje voor op ons huis: Riena, Henk en Esmee.”
Dit artikel staat in Kek Mama 03-2021.Lees ook: Trotse moeder deelt hoe haar zoon uit de kast kwam als transgender >
Is jouw partner altijd degene die je verrast met een romantisch gebaar? Een onverwacht cadeautje, een avondje fancy uiteten of zelfs een ontbijtje op bed. Sommige mannen lijken gewoon geboren voor romantiek. En ja hoor, je sterrenbeeld speelt daar zeker een rol in.
Laurie (37) is orthopedagoog, opvoeddeskundige en moeder van zoons Dex (6) en Otis (2). Sinds dit jaar woont ze met haar gezin in Kaapstad. In haar column schrijft Laurie over haar ervaringen van het emigreren met twee jonge kinderen, het leven in Zuid-Afrika en de hoogtepunten en worstelingen van het ouderschap.
Doe jij als moeder het meest in huis? Van de kinderen naar school brengen tot de boel netjes houden? En merk je dat je partner niet altijd even enthousiast is om de handen uit de mouwen te steken? Het ligt niet aan hem, het ligt aan de sterren. Mannen met deze sterrenbeelden zijn namelijk luie […]
Denk je als moeder punten te scoren door je uit te sloven met de broodtrommel van je kind, word je op de vingers getikt door de juf. Het overkwam Cara. “Ik moet het van de juf gewoon bij een boterham met kaas houden.”
Dat het ouderschap zwaar is, zal weinig moeders verbazen. Maar wist je dat meer dan 1 op de 4 moeders tijdens het voeden in slaap valt? Begrijpelijk? Absoluut. Maar ook risicovol, zeggen experts tegen Parents. Zo houd je volgens hen jezelf én je baby veilig.