Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
De man van José (38) had haar bezworen nooit meer vreemd te gaan. Ze leidden een gelukkig gezinsleven met hun zoon (9) en dochter (5), toen ze op een dag rare wondjes kreeg rond haar vagina.
“Ik had wat pijnlijke wondjes rond mijn vagina, de dag voor mijn verjaardag. ‘Zeker gesneden tijdens het scheren’, gokte ik, en ik besteedde er verder geen aandacht aan. De volgende dag zou ik een tuinfeest geven. Mijn jurk hing klaar, de champagne was besteld, en stiekem was ik nieuwsgierig naar het cadeau dat Huib voor me geregeld had. Voor het eerst ooit hadden de kinderen en hij daar niks over losgelaten.
Wat zijn cadeau was, werd me de volgende ochtend op mijn verjaardag pijnlijk duidelijk. Ik had koorts, voelde me vreselijk lamlendig, en de wondjes waren er meer geworden. Pijnlijker. ‘Heb ik weer’, somberde ik, ‘een huidinfectie op mijn eigen feest.’ Misschien kon de huisarts het met een zalfje of kuurtje weg toveren. Ik kon hetzelfde uur nog terecht.
‘Is het mogelijk dat je een soa hebt?’, vroeg de dokter toen ik wat ongemakkelijk op de behandeltafel lag. ‘Onmogelijk’, antwoordde ik. Huib en ik waren al twaalf jaar samen, en na zijn affaire van een jaar geleden, had hij me bezworen nooit meer vreemd te gaan. Ik geloofde hem. Ik voelde het. Hij was destijds alleen maar vreemdgegaan doordat ik in een depressie zat en er met mij geen land te bezeilen viel. Nu ging het fantastisch. Met mij, maar bovenal: tussen ons. We hadden lol, vreeën de sterren van de hemel, en waren simpelweg dolgelukkig met z’n vieren.
‘Ik vind het heel rot voor je, maar ik kan er niks anders van maken’, sprak de huisarts: ‘Dit is zonder twijfel herpes.’
Hérpes? Ik dacht dat ik flauwviel. Het virus waart soms al jaren in je lichaam en komt pas veel later tot uitbraak, legde ze nog uit. En het was niet het einde van de wereld, want de meeste mensen hebben er na de eerste uitbraak nog zelden last van. Het gros van de volwassenen zou het virus bij zich dragen. En bovendien verliep alleen zo’n eerste aanval, een ‘primo’, zo heftig. Lief bedoeld, al dat sussen, maar het stelde me niet gerust. Zeker niet toen ze toevoegde: ‘Maar bij een ‘primo’ als deze is het niet waarschijnlijk dat de besmetting jaren geleden heeft plaatsgevonden. Dit moet ergens tussen de twee en tien dagen geleden gebeurd zijn.’
Ik voelde de grond onder mijn voeten vandaan zakken. Tussen de twee en tien dagen geleden. Zes dagen geleden was Huib op zakenreis geweest. Ik weerde de conclusie waarvan ik wist dat hij waar was uit mijn gedachten. Hij was wéér vreemdgegaan. En had mij nu niet alleen opgezadeld met de emotionele gevolgen, maar vooral met de lichamelijke. Ik voelde me verminkt voor het leven.
De huisarts nam voor de zekerheid een kweek. Daar kwam een aantal dagen de bevestiging uit: herpes type 2, de genitale variant van de koortslip.
Overstuur vertelde ik Huib over de diagnose. Die vertrok geen spier. ‘Kan niet’, zei hij. ‘Ik heb geen klachten. Dan zul je het dus wel vóór mij opgelopen hebben. Of ben jíj soms vreemdgegaan?’ Dat hij me dát durfde te vragen, maakte me woest. Bovendien: vóór hem? Dat was twaalf jaar geleden. De kans dat het virus zich al die tijd slapende had gehouden en uitgerekend nu – ik was fit, gezond en gelukkig – tot uitbraak kwam, was nihil, volgens de huisarts.
Mijn koorts was ondertussen flink opgelopen, en de pijn ondraaglijk. Mijn relatiecrisis daarbij opgeteld, maakte dat ik in mijn hele verjaardagsfeest geen zin meer had. Ik zegde al het bezoek af met een griepexcuus en ondertussen draaiden mijn hersenen op volle toeren: was Huib eerlijk, of loog hij – wederom?
Toen de kinderen die avond sliepen en ik doodziek op de bank lag, vertrok Huib naar voetbal. Dat ik me verdrietig, bang en ellendig voelde, leek hem niet te deren. Zodra hij weg was, opende ik zijn laptop – iets wat ik in al die twaalf jaar nooit in mijn hoofd had gehaald. Hij had niet eens zijn best gedaan het te verbergen. Ze stond bovenin zijn mail: Sophie. De conversatie liep tot maanden terug. Hotelafspraken. Diners. Reisjes. En tot overmaat van ramp: hij was nú naar haar toe.
Ik wist niet of ik in paniek moest raken of woedend moest zijn. Wat ik wel wist, was dat hij weg moest. Hij had me voor het leven getekend met zijn vreemdgaan; ik tolereerde hem geen seconde meer in onze nabijheid. Online regelde ik een opslagbox, en bestelde een verhuisbusje én een slotenmaker voor de volgende dag. Toen Huib in het holst van de nacht – ‘Derde helft, bier, taxi’ – bij me in bed kroop, ging ik bijna over mijn nek. ‘Ik weet dat je bij Sophie was’, zei ik. ‘Ik weet dus ook dat zíj herpes heeft.’ Huib – beschonken – keerde zich van me af, en zei: ‘Het is niet dat jij iets voorstelt in bed.’
Twaalf jaar relatie en tien jaar huwelijk. Twee prachtige kinderen. Ik pakte mijn dekens op, en vertrok naar de logeerkamer. Terwijl Huib sliep, verzamelde ik zijn belangrijkste spullen in sporttassen. Ik hield me slapende toen hij de volgende ochtend opstond en de kinderen klaar maakte voor school. Twee uur later reed het verhuisbusje voor.
Nu, drie maanden later, zijn we in onderhandeling over het ouderschapsplan. Huib is ermee akkoord dat ik in ons huis blijf wonen. Hij verblijft bij een vriend, zegt hij, maar ik vermoed dat die vriend Sophie heet. Op zondagen haalt hij de kinderen op om iets leuks te doen. Wanneer hij ze ophaalt en weer thuisbrengt, wisselen we geen woord met elkaar. Ik weet niet hoe ik dat ooit nog moet kunnen. Sinds mijn ‘primo’ heb ik nog twee uitbraken gehad, steeds tijdens mijn menstruaties. Ik weet niet of ik ooit nog een man durf te vertrouwen. Wat ik wel zeker weet, is dat die opslagbox de beste beslissing is die ik ooit heb genomen, en dat de dinertjes met Sophie nu opgaan aan zijn alimentatie.”
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.