Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Ben je na veel ellende eindelijk gescheiden, kom je erachter dat je ex helemaal niet uit je leven is verdwenen. Er is altijd wel een schoolproject, luizenepidemie en partijtje waarover gebakkeleid moet worden.
Kwart voor acht ’s ochtends, mijn telefoon trilt. ‘Waar zijn de gymtassen?’ Enkele seconden later: ‘Heb je ze weer vergeten? Lekker handig, goed bezig.’ Kort daarna: ‘We komen ze zo halen, leg ze aub klaar. Ik vind dit heel vervelend.’ Tot slot een emoticon van ontploffende hersens die zijn gevoelens illustreren. Op slag ben ik klaarwakker. Shit, ik ben vergeten de gymtassen mee te geven. Dit ga ik nog eindeloos horen. Nog vervelender: ik ben helemaal niet thuis. Ik lig in het bed van een goede vriend die af en toe meer is dan een goede vriend. We gingen naar de film, het werd laat, zoals die dingen gaan.
‘Ik ben extra vroeg naar mijn werk gegaan’, app ik. ‘Maar ik breng de tassen zo wel even naar school’. Ondertussen zit ik al met één been in mijn panty. Nu moet ik eerst langs huis, dan langs school en dan pas naar mijn werk. Lekker begin van de week. Kan die ex nou nooit eens zelf iets oplossen? Maar het stomste: ik voel me een slechte, losbandige moeder. Het is de vader van mijn kinderen weer eens in vier appjes gelukt.
Wanneer je in het pre-kindertijdperk een geliefde de wacht aanzegde, hoefde je elkaar nooit meer onder ogen te komen. Hoe anders is het met de vader van je kinderen. Als je samen kinderen hebt, ben je nooit echt uit elkaar. Je verbreekt één relatie: die van geliefden, maar je houdt een andere: die van ouders. Met kinderen heb je levenslang.
Ik heb een vriend die co-ouderschap vergelijkt met het besturen van een bedrijf. Hij ziet zichzelf en de moeder van zijn kinderen als de managers van een onderneming, en zo steekt hij het contact ook in: zakelijk, kalm en to the point. Hij vindt zelf dat-ie het heel goed doet en het klinkt op papier als een recept voor geen gedoe.
Alleen: ik weet dat hij met zijn zakelijke houding precies op de rode knoppen van zijn ex-partner duwt, want zij is emotioneler en van go with the flow. Niet toevallig zijn die verschillende uitgangspunten ook de oorzaak van hun relatiebreuk. Behalve dat het pijnlijk is hen te zien ploeteren, illustreert zijn houding voor mij de paradox van de situatie: je denkt dat je alleen nog co-ouders bent, maar ondertussen vieren ingesleten irritaties en pijnlijke steken onder water gewoon hoogtij.
Op papier lijkt het zo overzichtelijk: die dagen hier, die dagen daar. Hij de tandarts, jij de kapper. Maar er is een groot grijs gebied waarvoor je toch met elkaar contact moet hebben: een partijtje, een oudergesprek op school, rare vlekjes op hun huid, een luizenepidemie, huiswerk dat geoefend moet.
De eerste maanden na de scheiding vond ik een nieuwe verstandhouding vinden buitengewoon lastig: we waren aan het ontkoppelen – met alle emoties die daarbij komen kijken – en tegelijkertijd moesten we iets nieuws opbouwen. Het werd een moeilijk te ontwarren knoop: was ik nu echt zo boos over die twee verschillende sokken aan mijn zoons voeten, of ergerde ik me gewoon aan de eeuwige nonchalance van zijn vader?
Daarbij kwamen zijn appjes waarin hij iets onbenulligs over de kinderen wilde bespreken altijd op het verkeerde moment. Op zaterdagavond bijvoorbeeld. Het voelde als een soort van controle: waar was ik en wat was ik aan het doen? Soms hoorde ik mijn telefoon piepen en dan kromp ik bij voorbaat ineen, omdat ik wist dat het appje zogenaamd over de kinderen zou gaan, maar eigenlijk een sneer naar mij zou bevatten. Iets wat ik vergeten was, of had gedaan of gezegd. Een nieuw bewijs van mijn onvermogen.
Het hielp dat een vriendin, nadat ze mijn geweeklaag voor de zoveelste keer moest aanhoren, wijze woorden zei: “Om een nieuw huis te bouwen, zal het oude huis eerst tot op het fundament afgebroken moeten worden. Voordat we als ouders verder kunnen, zullen we onze relatie als geliefden volledig af moeten breken.” Ik wist meteen: dit klopt als een bus. Onder het mom van co-ouderschap haalden ex en ik oude stokpaardjes van stal die ons op hol lieten slaan. Wat ik daaraan kon doen: niet langer zijn stekelige opmerkingen ontvangen als ex-partner, maar ze meteen doorsturen aan degene voor wie ze bestemd waren: de co-ouder. Het werd hoog tijd mijn grenzen aan te geven.
De ijstijd vlak na de scheiding viel ons beiden zwaar. Ongemerkt waren we in een situatie terechtgekomen die we allebei niet wilden. We beseften heel goed dat het belang van de kinderen altijd boven onze eigen gekwetste en gebutste ego’s moest gaan. We spraken af dat we een tijdje voor de managementstijl van de gezamenlijke vriend kozen. Helemaal terug naar de basis: niet meer contact dan nodig, en zo min mogelijk emoties. Ouderschap, meer niet.
Lees ook
15 Opvoedkwesties die iedereen herkent na de scheiding >
Onze verstandhouding voelde voor mij nu als ‘minimaal’, maar in de praktijk bleek dat voor de kinderen juist ‘maximaal’ geworden: het ging namelijk terug naar de essentie, ons ouderschap, hun welzijn. Zij zijn tenslotte degenen met twee huizen, en zijn helemaal niet gebaat bij twee vrijheidsstrijders als ouders die een voor hen schizofrene wereld scheppen.
Ons streven naar een constructieve verstandhouding had een wenselijk neveneffect: ik stapte voor de lieve vrede over mijn eigen schaduw. Hij ook. Van hem mochten ze geen prik drinken, ik haalde het niet meer in huis. Ik wilde dat ze zich creatief zouden ontwikkelen, hij fietste elke woensdag door weer en wind naar pianoles. Geen kont tegen de krib om een punt te maken bij de ander, maar coöperatief, om een stap te maken als goede co-ouders.
Door rekening met elkaar te houden, sloop er langzaam maar zeker weer een gunfactor in ons contact. De gunfactor – precies dat wat je nooit in een echtscheidingsconvenant kan vastleggen, maar ondertussen wel het geheime ingrediënt is voor de toekomst. De afgesproken minimale informatie-uitwisseling werd langzaam uitgebreider en gedetailleerder, tot de dag kwam dat ik niet langer ineenkromp als hij appte (en hopelijk vice versa).
Ik denk dat het zo’n jaar na de scheiding was dat we in een ander vaarwater kwamen. Langzaam maar zeker groeiden we in onze rol als co-ouders, en vervaagden onze frustraties als ex-geliefden. De kluwen van onze geschiedenis was netjes uit elkaar gehaald tot twee verschillende toekomstproof-lijnen.
Tja. En leven we sindsdien lang en gelukkig? Ik had graag een punt gezet achter bovenstaande alinea, maar dat zou niet eerlijk zijn. Tot de dag van vandaag moet een van ons beiden af en toe het eigen ego opzijschuiven, een tijdje afstand nemen of diep zuchten. Zeker in drukke tijden met ontploffende agenda’s is het maar al te verleidelijk de rode knop bij de ander in te drukken. ‘Aargh, jij bent zo slordig!’ ‘Pfff, jij bent zo rechtlijnig!’
De belangrijkste motivatie om het vol te houden: onze kinderen. Wat zijn ze ontspannen als we met zijn vieren tosti’s gaan eten of naar zee rijden. Ik vraag niet naar zijn liefdesleven met naïeve studentes, hij maakt geen venijnige opmerkingen over mijn intensieve werkweken. We weten waar de liefdesrelatie is geëindigd en het co-ouderschap begint.
Ik kan hem zien als mens, zelfs als vriend. Ik durf zelfs op te schrijven dat we op onze manier weer van elkaar houden. Anders dan vroeger, maar het is wel liefde.
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer lezen? Neem hier een abonnement op Kek Mama, de #1 glossy voor moeders.