Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Je hebt het eindeloos geprobeerd. Alle voors en tegens afgewogen, tientallen keren gepraat met elkaar, en misschien zelfs wel relatietherapie gevolgd. Als de onrust en onvrede in je relatie aanhouden, wat doe je dan? Scheiden of blijven?
Sianne (41) trouwde en kreeg kinderen (7 en 4) met Fred (40) – niet uit liefde, maar uit angst om eenzaam oud te worden. “‘Vind je dit nou echt een man die bij je past, schat?’ Mijn moeder beet al maanden op haar tong voordat ze de vraag daadwerkelijk stelde, een dag nadat ik aankondigde met Fred te gaan trouwen. Het was geen spectaculair aanzoek geweest. Op een zaterdagochtend in bed, vroeg hij: ‘Waarom gaan we niet gewoon trouwen?’ Toen ik daarop antwoordde dat dat me een heel goed idee leek, zei hij: ‘Goed dan zoeken we morgen samen een ring uit.’ We voegden de daad bij het woord, en met de ring aan mijn vinger zaten we die zondagmiddag bij mijn moeder aan de thee om het heugelijke nieuws te verkondigen. Geen sappige anekdote voor onze kleinkinderen later, maar goed genoeg voor mij: ik was ten minste onder de pannen.
Mijn moeder was niet van gisteren. Ik ben nogal van de grote gebaren, intense gevoelens en wil niks liever dan dat een man me op de juiste momenten het hof maakt. Fred – een man van weinig woorden en alles behalve attent – paste helemaal niet in dat plaatje. Dat vond ik in het begin wel lekker rustig en overzichtelijk. Eerdere relaties met mannen die net zo groots en meeslepend wilden leven als ik, strandden stuk voor stuk op heftige ruzies en ander drama. Fred was betrouwbaar en voorspelbaar en dat was precies wat ik nodig had, dacht ik. Bovendien: ik was tweeëndertig en als laatste van mijn vriendinnen nog single zonder kind, dus ik moest een beetje haast maken, wilde ik niet eindigen als ouwe vrijster achter de geraniums.
Ik hield van hem, ik ben alleen nooit echt verliefd op hem geweest. Ik overtuigde mezelf ervan dat dat ook niet belangrijk was; elke relatie is nu eenmaal anders. En we hadden het wel gezellig samen. Fred kan koken als de beste, en we houden allebei van reizen, muziek en dezelfde boeken.
Ons huwelijksfeest was precies zoals onze relatie: ingetogen, niet te groot. Om elf uur ’s avonds waren de meeste gasten vertrokken, en om twaalf uur lagen we in bed. Op huwelijksreis, een wandelvakantie op La Palma, gooide ik de pil in de prullenbak. Een jaar later werd onze zoon geboren. Ik had alles wad ik wilde.
Hoewel Fred en ik nooit ruziemaakten of buitensporig ongelukkig waren, realiseerde ik me in de loop van ons huwelijk wel steeds meer dat ik nogal naïef in deze relatie was gestapt. Een boterbriefje is geen ticket naar nooit meer eenzaamheid en Freds stugge karakter bood geen tegenwicht tegen mijn uitbundige impulsiviteit, maar zoog juist al het leven uit me. Hoe langer de intensiteit in mijn leven ontbrak, hoe eenzamer ik me ging voelen – al zat mijn gezin op de bank naast me. Het grootste deel van mijn tijd ging naar mijn zoon, Fred ‘deed ik er een beetje bij’. Voor geen enkele relatie goed natuurlijk, maar het leidde me wel af van het probleem dat ik niet onder ogen wilde zien: ik werd met de dag ongelukkiger in mijn huwelijk.
Lees ook:
‘Na de zoveelste woede-uitbarsting dacht ik: dit kan zo niet langer’ >
Fred had het prima naar zijn zin. Voor hem hoeft het leven niet zo druk en ingewikkeld: zo lang we twee keer per week vreeën, genoeg gespreksonderwerpen hadden tijdens het avondeten en twee keer per jaar op vakantie gingen, was hij dolgelukkig. De enkele keer dat ik mijn onvrede uitsprak, keek hij me glazig aan. Wat nou, intens en emoties en diepgang? We zeiden toch elke dag ‘ik hou van je’?
Er kwam een zusje voor onze zoon, en toen zij net één was, sloeg het noodlot toe: mijn moeder werd ernstig ziek. Ik rende me rot, van werk naar kinderopvang, naar het derde mantelzorgbezoek aan mijn moeder die dag en door naar het huishouden. Ik was de uitputting nabij. Fred kon me niet steunen, hij wist simpelweg niet hoe. De zorg voor de kinderen nam hij alleen uit handen als ik er nadrukkelijk om vroeg, ons huis was een slagveld als ik ’s avonds laat pas thuiskwam van mijn moeder, en als ik wilde praten over mijn angsten en verdriet, zei hij: ‘Echt rot voor je’, en vertrok naar de sportschool.
Vlak voordat ze overleed, hadden mijn moeder en ik een lang gesprek. ‘Je bent niet gelukkig’, zei ze, ‘en je weet heel goed hoe dat komt.’ Toen kon ik me niet langer groot houden. ‘Ik moet bij hem weg hè’, knikte ik. ‘Maak je geen zorgen: met mij komt het helemaal goed.’ Een week later overleed ze, en startte ik mijn zoektocht naar een woning.
Fred denkt tot op de dag van vandaag, ruim een jaar na onze scheiding, dat ik een vergissing heb begaan. Onze liefde was ultiem, vindt hij, en wat ik zoek bestaat niet. Ik weet wel beter. We gaan op goede voet met elkaar om en hebben een co-ouderschap voor onze kinderen. Ook de weken zonder hen in mijn appartement beginnen te wennen. En de allergrootste winst: ik heb me nog geen seconde eenzaam gevoeld.”
Scheiden of blijven? Lees hier de tips van psycholoog Sandra van Scheijndel.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >