‘Ik vind dat mijn man teveel werkt, hij noemt mij een zeikwijf’

ik vind dat mijn man teveel werkt Beeld: Shutterstock
Anne Broekman
Anne Broekman
Leestijd: 3 minuten

Ach ja, die goeie ouwe tijd. Toen we elkaar wellustig besprongen en om niks konden lachen. En nu is het jaren later en zijn we elkaar ongemerkt uit het oog verloren. “We hebben nooit meer eens samen plezier.”

Lees verder onder de advertentie

Karin (36): “Frank vindt dat ik zeur. Hij noemt me niet voor niets een zeikwijf. Echt gezellig is het thuis dus niet. Ik vind dat hij veel te veel werkt. Dat heeft hij altijd al gedaan, in het begin vond ik die ambitieuze kant van hem aantrekkelijk. Die doelgerichtheid, dat doorzettingsvermogen. Beter dan de klaplopers die ik ontmoette in de kroeg. Frank was ook eerlijk toen we onze kinderwens bespraken: een gezin leek hem fantastisch, maar hij zou er niet minder door gaan werken. De zorg zou grotendeels op mij terechtkomen.

Lees verder onder de advertentie

Misschien heb ik stiekem gehoopt dat hij zou bijdraaien na de geboorte van onze dochter. Dat-ie zo verliefd op haar zou worden dat hij geen zestig uur meer zou werken. Dat gebeurde niet. Hij is hartstikke gek op onze Lotte, maar ze heeft hem niet veranderd. Ik voel me een soort single moeder. Hij heeft haar nog nooit opgehaald van het kinderdagverblijf, en hooguit vijf keer in bad gedaan.
 

Lees ook
‘Ik vind mijn man geen leuke vader’ >

 

Lees verder onder de advertentie

‘We kibbelen voortdurend’

Dat zou allemaal nog niet eens zo erg zijn als we het maar gezellig hadden als hij er wel is. Maar dat valt vies tegen. We kibbelen voortdurend. Als Frank weer eens op zakenreis is neem ik mezelf voor dat niet meer te doen, maar die gewoonte lijkt sterker dan ikzelf. Misschien is het wel mijn manier van zijn aandacht vragen. Gezien te worden. Want als we niet ruziën, speelt hij met zijn telefoon, kijkt sport of gaat wielrennen.

Lees verder onder de advertentie

We hebben nooit meer eens samen plezier. Wij tegen de rest van de wereld, dat gevoel. Ik wil niet zo’n suf stel worden dat een uur lang geen woord wisselt als ze tegenover elkaar zitten in een restaurant, maar daar stevenen we wel op af. Frank heeft geen idee waar ik het over heb als ik weer eens klaag, zoals hij dat noemt. We hebben het toch goed, zegt hij. Ik word er moedeloos van. Ook omdat ik geen flauw idee heb hoe ik dit kan veranderen, zolang hij z’n kop in het zand blijft steken.”
 

Dit artikel is deel van een interviewserie en heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

Meer Kek Mama? Volg ons op Instagram.

Meest bekeken