Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Als je heel erg van elkaar verschilt, kun je best gelukkig worden. “Hoewel hij gek wordt als ik de kopjes scheef in de vaatwasser zet.”
Als het gaat om verruiming van de bedtijden of het kopen van een nieuwe game voor de Playstation, weten de twee zoons van Corinne (42) precies bij wie ze moeten zijn. Bij wederhelft Thom (42).
“We zijn hier thuis net good cop, bad cop,” zegt Corinne. “Van papa mag veel, zo niet alles, terwijl mama de boeman is die eerst nadenkt over het nut van een aankoop en de invloed op tere kinderzieltjes. Onze zoons zijn nu acht en zeven, maar rond hun tweede jaar hadden ze al feilloos door bij wie ze de meeste kans maakten als het om donderstralen ging. Als het even kan deed hun vader net zo hard mee.” Haar man Thom is altijd al impulsief geweest. Vaak charmant, soms bloedirritant.
“Toen we twaalf jaar geleden net verkering hadden, vroeg hij me mee naar Bali. Hij zou daar langsgaan bij een vriend, die er stage liep in een luxe hotel. Eigenlijk ben ik nogal bedachtzaam, maar verliefd als ik was boekte ik een vliegticket. Eenmaal ter plekke bleek niets geregeld. Die vriend had geen idee dat Thom en ik hem zouden bezoeken en het hotel waar hij werkte was volgeboekt. Thom bezat geen creditcard en had alleen een weekendtas bij zich met wat shirts en een zwembroek. We hebben uiteindelijk een topvakantie gehad, maar wel dankzij mijn creditcard.”
Verliefd als ze waren zagen ze de karakterverschillen als een waardevolle toevoeging. “Het lijkt me heerlijk hoor, iemand die hetzelfde is als ik, maar tegelijkertijd ook dodelijk saai”, zegt Corinne. Ze besloten alle twee wat water bij de wijn te doen, zodat ze op een aardige balans uitkwamen tussen impulsief en verstandig. Dat lukte aardig. Tot ze kinderen kregen.
“Thom hanteert in de opvoeding van de kinderen het adagium: eerst doen, dan denken. Zo nam hij in de Efteling onze oudste, toen net vier, mee in de Vogel Rok-achtbaan. Cas kwam er lijkbleek uit en heeft nog wekenlang angstaanvallen gehad. Als ik er niet keihard voor was gaan liggen, zouden de jongens van Thom rustig al GTA mogen spelen op de Playstation. Voor wie dat niet kent, dat is een afschuwelijk bloederig schietspel voor boven de achttien.
Volgens Thom kunnen de kinderen dat best aan, maar ik ben Vogel Rok nog niet vergeten en heb geen zin in twee getraumatiseerde jongetjes. Als we samen rustig praten, ziet hij ook wel in dat er niet voor niets leeftijden staan vermeld op games. Maar hij kan ook vanuit zijn tenen verzuchten dat het hem zo leuk lijkt dat met de jongens samen te spelen. Op zulke momenten voelt het alsof ik drie kinderen heb.”
Lees ook
Verschillend, maar wel gelukkig: ‘De helderziende vond ons totaal niet bij elkaar passen’ >
Bij Fleur (44) en haar man Jurjen (51) worden vooral in restaurants de verschillen pijnlijk duidelijk. Twee kinderen zitten keurig aan tafel; servet op schoot, mes en vork in de hand: dat zijn de elfjarige dochter en negenjarige zoon van Jurjen. Daarnaast stuiteren, joelen en kliederen er twee tienjarige jongens: de tweeling van Fleur.
“Als er een blauwdruk gemaakt moet worden van absolute tegenpolen, kunnen ze mijn man en mij nemen. We zijn vier jaar samen en vormen een samengesteld gezin. Jurjen voedt op volgens de regels en handboeken, ik moet daar niet aan denken. Zijn kledingkast is Marie Kondo-proof, die van mij lijkt op een kringloopwinkel. Hij ruimt de vaatwasser opnieuw in als ik de messen met de punten naar beneden heb gezet en de kopjes scheef. Hij gruwt van de gedachte dat er drie kussens scheef op de bank liggen, van mij mogen de kinderen een hut bouwen onder de eettafel.”
En toch werkt hun relatie. “Wat de opvoeding betreft houden we het bij jouw kind, mijn kind. Hij bemoeit zich niet met mijn opvoeding, ik niet met de zijne. Ook al is het in restaurants best gênant en moet Jurjen zich af en toe verbijten. Maar we praten veel en proberen te lachen om elkaars extremen. Zijn ex-vrouw was keurig, mijn ex net zo’n sloddervos als ik, maar dat werkte uiteindelijk óók niet. Wat wel werkt is compromissen sluiten. Jurjen is voor zijn baan veel op reis. Als hij er niet is, laat ik de kinderen lekker apenkooien in de kamer. De dag voordat Jurjen terugkomt gaan we met bezems aan slag. Is het heel erg bont geworden, dan vraag ik de werkster van mijn zus. Op die manier komt Jurjen toch thuis in een schoon en opgeruimd huis.”
Ook Marjet (30) heeft in Pieter (27) haar absolute tegenpool getroffen. Althans, dat zou je zeggen als je hen ontmoet. Zij is een hippe dertiger met een goede baan. Hij heeft een lange baard, draagt de hele zomer afgeknipte jeans en verdient af en toe wat geld met de verkoop van zijn schilderkunst. Marjet: “Mijn ouders zeiden het niet, maar in hun blik zag ik de ontzetting. Wat had ik voor landloper aan de haak geslagen?” Zes jaar geleden kwam haar vriend Pieter voor het eerst bij haar ouders eten. “Ik was 25 en woonde nog thuis. Mijn moeder is klinisch psycholoog, mijn vader kinderarts. Ik ben beschermd opgevoed. Mijn moeder zag achter elke boom een beer en waakte als een tijgerin over mij. Omdat zij doodsbang was om te vliegen, mocht ik dat ook niet. Moet je net Pieter hebben, die op zijn dertiende van huis wegliep, de halve wereld heeft gezien, soms wel en soms geen dak boven zijn hoofd had, aan zes studies begon en er geen afmaakte.”
En toch lijken Pieter en zij veel meer op elkaar dan je zou verwachten, vindt Marjet. “We zijn allebei stronteigenwijs en trekken ons eigen plan. Mijn moeders angst heeft me nooit tegengehouden. Oké, ik ben niet verder gekomen dan Europa en ik koos vaak voor veilige bestemmingen als Kreta en Portugal, maar ik ging wél. Ook ben ik geen medicijnen gaan studeren zoals mijn ouders wilden, maar werd ik verloskundige.”
Inmiddels zijn ze al zes jaar samen en twee dochters van verder. “Mijn vader zei in het begin van onze relatie dat het tussen Pieter en mij niks kon worden, alleen al door het verschil in opleiding. Maar intelligentie haal je niet alleen uit boeken. Pieter is een man van de wereld en degene bij wie ik aanklop voor raad. Over de opvoeding van de kinderen waren we het meteen eens. Ik ben misschien iets voorzichtiger dan hij, maar dat verschil is miniem. Ik heb gewoon liever dat de meiden op hun wereldse vader lijken dan dat ze als angsthaasjes opgroeien.”
Trekken tegenpolen elkaar aan, zoals al eeuwen wordt beweerd? Of is het beter je partner te kiezen op basis van soort zoekt soort? Onderzoeken en wetenschappers zijn daar nog altijd niet uit. De Nederlandse psycholoog en pedagoog Catrin Finkenauer volgde vier jaar lang bijna tweehonderd pasgetrouwde stellen. Zij concludeerde uiteindelijk dat het voor een langdurige, stabiele relatie beter is als je zo veel mogelijk op elkaar lijkt. Datzelfde onderschrijft een onderzoek van de Berkeley University. De wetenschappers onderzochten de berichten van drieduizend gebruikers van heteroseksuele datingsites. 87,5 procent van hen gaf aan een relatie te willen met iemand die compleet anders is. Maar in de praktijk zochten vrijwel alle mensen iemand die op ze leek qua persoonlijkheid en interesses. Conclusie: mensen voelen zich het meest aangetrokken tot iemand uit hetzelfde milieu met dezelfde wensen en verlangens.
Onzin, zegt een onderzoek van de University of Colorado. Het maakt geen klap uit: een relatie is niet meer of minder succesvol als beide partners dezelfde persoonlijkheid en achtergrond hebben. In de studie werden 32 koppels bestudeerd en gekeken naar de persoonlijkheden en hoe gelukkig ze zich voelden in hun relatie. Het wetenschapsteam concludeerde dat de persoonlijkheden geen invloed hadden op de relatie. Of ze nu overeenkomen of juist verschilden, niemand kan zeggen welk huwelijk na 35 jaar nog stand zal houden. Het verlangen de relatie te doen slagen is belangrijker is dan de verschillen in persoonlijkheid. De University of Parana in Brazilië ging nog een stapje verder. Uit een grootschalig DNA-onderzoek uit 2009 bleek dat we heel bewust tegenpolen zoeken om op die manier een gezond nageslacht te garanderen.
Kortom: waarschijnlijk ligt de waarheid ergens in het midden. Die vlieger gaat ook op voor Chantal (29) en haar vriend Javier (29), ouders van een zoon van drie en een dochter van zeven weken. Zij is Antilliaans, zweverig en sociaal, hij is half Nederlands, half Spaans, nuchter en zakelijk. Ze zijn zes jaar samen en hun relatie was tot een jaar geleden uitgesproken stormachtig. “Javier en ik hadden dit jaar vijf jaar getrouwd kunnen zijn. Vorig jaar hebben we de scheiding aangevraagd. We deden geen moeite meer voor elkaar en hadden constant ruzie. Ik ergerde me eraan dat hij alles zo rationeel benaderde. Ik hecht erg aan hygiëne, Javier niet. Als ik mijn geduld verlies met mijn zoontje, waarschuw ik: ‘Mama voelt dat ze boos begint te worden’, terwijl Javier zich inhoudt maar later ontploft.
Eenmaal gescheiden, kwam de liefde weer terug. Chantal en Javier merkten dat ze niet zonder elkaar konden er ontstond meer begrip. Sindsdien zien ze hun verschillen als iets waardevols, een manier om op twee manieren naar hetzelfde te kunnen kijken. Het ging zelfs zo goed, dat ze een tweede kind aandurfden. Er is nog slechts één onderwerp waarin ze lijnrecht tegenover elkaar staan: sport. “Javier wil dat de kinderen later op een vechtsport gaan. Mijn voorkeur gaat uit naar dans. Uiteindelijk heb ik capoeira voorgesteld: een spirituele vorm van dans- en vechtkunst. Leek me een eerlijk compromis. Maar nee, Javier blijft bij zijn standpunt. Dat is nog wel een dingetje.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer lezen over verschillende meningen, vreemde gewoontes van partners of grappige ervaringen van andere moeders?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >