Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
A. – ze houdt haar naam maar even in het midden – is stapelgek op haar man, maar als vader is-ie strontchagrijnig.
Voorop gesteld: de man van A. heeft vele kwaliteiten, schrijft ze in een blog. ‘Hij is toegewijd en werkt hard. Hij is een geweldige vriend. Hij is eerlijk, betrouwbaar en oprecht. En grappig.’ Er is alleen één dingetje: tegen hun dochter doet-ie nogal boos.
Hij heeft gewoon een kort lontje, schrijft A. ‘En genoeg ouders zijn het oneens over de opvoeding. Je hebt nu eenmaal beiden je eigen bagage. Alleen, wij verschillen niet zomaar van mening; we zijn absolute tegenpolen als het om de opvoeding gaat.’
Haar man is nogal een schreeuwer, schrijft ze. ‘Wanneer mijn dochter eten laat vallen of knoeit met haar drinken. De dingen moeten op zijn manier gebeuren, en anders helemaal níet. De reden: omdat hij het zegt. Hij gelooft niet in herhalen, en geeft onze dochter straf zonder waarschuwing. Het is goed als kinderen opgroeien met ‘een beetje angst’, vindt hij – nadrukkelijk zijn woorden.’
A. komt uit een gezin waar het er verbaal gewelddadig aan toeging, schrijft ze. ‘Dat heeft een behoorlijke wissel getrokken op mijn zelfvertrouwen en psyche. Ik dacht dat als ik me slecht gedroeg, ik slecht wás.’ Jaren van haar leven bracht ze door in gewelddadige relaties, en voor zichzelf opkomen durfde ze al helemaal niet. Nog steeds slaat haar hort op hol wanneer er geschreeuwd wordt in huis. ‘Ik heb het gevoel dat ik op eieren loop.’ Maar: voor één ding komt ze op, en dat is haar dochter.
Lees ook:
‘Ik geef mijn vriend af en toe een flinke klap’ >
Het wordt er thuis niet gezelliger op, schrijft A. Want ook zij schreeuwt, als het om haar dochter gaat. Waarop haar dochter nóg meer schreeuwt. En schopt. ‘Daarvoor krijgt ze nu therapie, en ze heeft een speciale plek in huis waar ze kan afkoelen. Ík volg therapie, en maak aantekeningen voor mijn man. We evalueren onze opvoeding eens per week. We moeten leren samenwerken als team, meer naar elkaar luisteren en minder schreeuwen. Accepteren dat we allebei een eigen rol hebben in de opvoeding. Mijn kalmte en begrip maken dat onze dochter mij in vertrouwen neemt, maar de strenge regels van haar vader hebben haar bovengemiddeld zelfstandig gemaakt.’
Het is een lang traject, realiseert A. zich, maar ze is ervan overtuigd dat het beter wordt. ‘Omdat ik de man ken die ik ooit trouwde.’
Meer Kek Mama? Volg ons op Facebook en Instagram.