Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Mary houdt van haar kinderen, maar vindt het prima als ze er even niet zijn. ‘Na de scheiding is iedereen blij: ik met mijn vrijheid, mijn ex met zijn twintig jaar jongere vrouw.’
Mary is gescheiden en moeder van zoon Kjeld (7) en dochter Marit (5). “Een gezinnetje stond bepaald niet boven aan mijn verlanglijst toen ik jong was. Evenmin als trouwen of een eengezinswoning. Nu weet ik waarom. Ik heb ze alle drie geprobeerd en stuk voor stuk laten mislukken. Behalve die kinderen dan, maar over mijn moederschap heb ik niet alle zeven jaren kunnen zeggen dat ik het goed deed. Ik ben altijd al op mezelf geweest. Heb veel ruimte nodig en voel me snel geclaimd door partners en vrienden. Ik hobbelde een beetje van vriendje naar vriendje, woonde nooit langer dan twee jaar op hetzelfde adres en werkte hard om vooral zo veel mogelijk te kunnen reizen. Een traditioneel gezinsleven paste mij niet, dacht ik. Maar toen kwam ik Vladimir tegen.
Ik was 27 en hoewel ik veel had gezien van de wereld, was ik nog lang niet volwassen. Ik bracht mijn weekends door op festivals en feestjes, geloofde niet in eeuwige trouw en dacht niet verder dan de dag van morgen. Wat ik verdiende maakte ik dezelfde dag nog op; mijn enige kostbare bezit waren mijn universiteitsdiploma en de antieke viool van mijn opa. Vladimir was het tegenovergestelde. Negen jaar ouder dan ik, serieuzer, bezorgder. Niet de vrije geest die ik was, dus dat onze relatie gedoemd was te mislukken kon een blinde zelfs zien. Toch viel ik als een blok voor hem. In eerste instantie vanwege zijn erudiete verschijning en zijn belezenheid. Hij werkte aan de universiteit als onderzoeker en bracht ook zijn vrije tijd het liefst met boeken door. Ik keek immens tegen hem op. Hij viel op zijn beurt voor mijn ‘sprankeling’, zoals hij dat noemde. Vond het vooral een uitdaging me te temmen, waar ik op mijn beurt hoopte rust bij hem te vinden.
Opmerkelijk genoeg ontmoetten we elkaar op een feestje. Een vriendin van mij deed haar eindonderzoek bij hem en tijdens haar afstudeerfeest kwam hij beleefdheidshalve langs voor één glas cognac. Dat drinkt-ie ook nog ja, cognac. Woest aantrekkelijk vond ik dat – al moet ik er nu om lachen: hij was achtendertig, niet bejaard. We kletsten op het balkon van haar woning en toen zijn glas leeg was, vroeg hij of hij me mocht bellen. De volgende dag gingen we uit eten en verlieten elkaars zijde nooit meer – nou ja, tot anderhalf jaar geleden. Drie maanden nadat ik hem tegenkwam, zegde ik de huur van mijn appartement op.
Oerinstinct is iets heel sterks. In de eerste maand van onze relatie, waarin hij mij doorlopend zijn liefde verklaarde en verkondigde dat hij gek zou worden zonder mij, dacht ik wel tien keer: als ik nu niet ren, kom ik nooit meer weg. Maar ik rende niet. Ik was verliefd, en hij bood me waar ik ondanks mijn drang naar levensvrijheid zo naar snakte: stabiliteit. Je kunt niet eindeloos door het leven blijven dartelen. Samen vonden we een gulden middenweg. Dacht ik. Ik zou hem levenslust geven, hij mij zekerheid. Nu weet ik dat liefde zo niet werkt.
Met mijn verliefdheid kwam ook een heel ander instinct in mij naar boven: dat van een moeder. Wat ik nooit voor mogelijk had gehouden gebeurde: toen we nog geen halfjaar samen waren, snakte ik naar een kind. Vladimir wist het zo net nog niet. Hij wilde nog zo veel bereiken, zei hij. Dingen leren, ontdekken. Een halfjaar is wat snel om aan een kind te beginnen, vond ik ook. Dus probeerde ik het los te laten, maar las ondertussen alles wat los en vast zat over het moederschap. Toen we een jaar samen waren – ik was bijna 29 – spoelde ik met zijn medeweten de pil door de wc. ‘Voor mij is het welkom’, zei ik. ‘Als dat voor jou niet zo is, liggen dáár de condooms.’ Een halfjaar later was ik zwanger en belde Vladimir als eerste huilend van geluk zijn hele familie af om het blije nieuws te verkondigen. Ook ik was dolgelukkig. Zeven maanden lang leefden we in onze bubbel van babyvoorbereidingen en een alles overstijgende verliefdheid. We kochten een huis en trouwden. Alle dingen waarvan ik altijd had geroepen dat ze niet bij me pasten.
Kjeld werd geboren. En waar ik hoopte overmand te worden door onvoorwaardelijke liefde en zorgzaamheid, was ik vooral met stomheid geslagen. Ik had me het moederschap heel anders voorgesteld. Als een soort serene staat van rust vooral, waarin de baby voornamelijk sliep en ik boeken las, wat werk deed en een nestje bouwde voor ons gezin. In plaats daarvan zat ik met tepelkloven nachtenlang rechtop in bed met een huilbaby van wie ik niks begreep, en een man die met geen mogelijkheid wakker te krijgen was. Ik vond er geen klap aan, dat hele moederschap. Toen Kjeld een jaar was, werd het leuker. Hij begon te communiceren, ik kreeg weer wat ruimte voor mezelf en hij deed het goed op de crèche terwijl ik vier dagen per week werkte. En wat denk je dat ik deed, in plaats van genieten van een situatie die – ergens in de verte – weer wat overeenkomsten vertoonde met het leven dat ik ooit zo liefhad? Ik begon dat jaar over een tweede baby. Geen compleet ridicule inschatting: Marit bleek een droombaby. Maar wel het tweede kind in huis, en dat betekende dat wanneer ik niet werkte ik alleen maar aan het moederen was. Als Kjeld eindelijk sliep, was Marit wakker, en andersom. Vladimir had het druk op de universiteit en begreep niks van mijn wanhoopskreten. ‘Hoezo vind je het zwaar?’ vroeg hij. ‘Het zijn baby’s, en je hebt drie dagen weekend.’
Ik hield van mijn kinderen. Ik deed het allemaal; de borstvoeding, het co-sleepen, de doorwaakte nachten en cursussen Muziek op Schoot. Natúúrlijk deed ik dat. Omdat het moest. Maar ondertussen verloor ik mezelf steeds een beetje meer. Ik vond het niet leuk, het zorgen, 24 uur per dag klaarstaan, nooit aan mezelf toekomen. Met het moederschap verloor ik behalve mezelf bovendien nog iemand: Vladimir. Die weliswaar net zo gek was op onze kinderen als ik, maar ook op zijn 26-jarige PhD-medewerker. Toen Marit twee was, vroeg hij de scheiding aan. Het kwam niet als een verrassing. We zijn geen gelijke geesten, Vladimir en ik. Zijn nieuwe liefde en hij wel. Samen hebben we iets heel moois bereikt: onze kinderen.
Maar met de aanvraag van de scheiding onttrok hij zich meteen aan alle verantwoordelijkheid voor hen. Op dagen die hij eigenlijk zou doorbrengen met onze kinderen, was hij opeens op stedentrip met zijn assistente. Alle regelzaken met betrekking tot de kinderen kwamen ook voor mijn rekening. Daar was ik het niet mee eens. Ik hoefde geen geld, wel verantwoordelijkheidsgevoel van zijn kant. Het werd een regelrechte vechtscheiding, met advocaten, ruzies over geld en moddersmijterij naar familie. Eén ding deden we goed: de kinderen bleven buiten schot. Die merkten er niet veel meer van dan een papa of mama die af en toe wat prikkelbaarder was.
Lees ook 11 Dingen die ik leerde van mijn scheiding >
Mij kostte het jaren van mijn leven, qua stress. Maar we zijn nu ruim anderhalf jaar verder en boven alles heeft de scheiding van Vladimir me meer opgeleverd dan ik ooit had durven dromen. Met – na lang onderhandelen – co-ouderschap en dus maar de helft van de tijd zorg voor mijn kinderen, kan ik voor het eerst van mijn leven oprecht genieten van mijn rol als moeder. Begrijp me niet verkeerd: als Vladimir uit ons leven was verdwenen, had ik Kjeld en Marit evengoed een geweldige jeugd bezorgd. Maar nu we de zorg eerlijk verdelen, vind ik het oprecht leuk. In de week dat ik de kinderen niet heb, werk ik tot diep in de nacht, duik de kroeg in wanneer ik daar zin in heb en als ik wil scharrelen met een man, dan doe ik dat. Mary-tijd. In de weken dat de kinderen bij mij zijn, heb ik hierdoor eindelijk de rust om me compleet op hen te focussen. Dan geniet ik ervan om twintig keer met ze van dezelfde glijbaan te gaan, of iets lekkers te koken na een lange dag werken. Als moeder ben ik veel relaxter geworden, omdat ik kan genieten. Wanneer ze op maandagochtend vertrekken, mis ik ze net zo hard als dat ik blij ben dat ik weer tijd heb voor mezelf. Net zo goed als ik een week later met pijn in mijn hart een spannende afspraak laat lopen, maar me wel me verheug op hun komst. Mijn leven is het afgelopen jaar voor het eerst sinds ik kinderen heb in balans. Ik geloof dat er vrouwen zijn die niks liever doen dan moederen en kapot zouden gaan in een situatie als de mijne. Ik heb daar respect voor, en vraag me weleens af of het mij minderwaardig maakt als moeder dat ik dat anders beleef. Maar dan dans ik een seconde later door mijn woonkamer op mijn kinderloze zaterdagmiddag en voel me gelukkiger dan ooit. Natuurlijk steekt het dat mijn kinderen de dagen bij hem doorbrengen met een stiefmoeder voor wie hij me inruilde en die tien jaar jonger is dan ik. Maar feitelijk wilde ik zelf ook al lang weg uit ons huwelijk, en dat er een vrouw is om de zorg van Vladimir over te nemen wanneer hij weer eens diep in zijn boeken duikt, stemt me tegelijkertijd gerust. Het leven had niet beter kunnen lopen. Ik heb mijn kinderen én mijn vrijheid. En het belangrijkste: Kjeld en Marit zijn gelukkig zo. Dankzij Vladimir weet ik wat liefde is doordat hij me kinderen schonk, maar ook dat een relatie niet hoeft. We hebben allemaal gewonnen.” Dit artikel stond eerder in Kek Mama. Nog meer Kek Mama? Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >