Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Ze hoorden ze wel, de alarmbellen en waarschuwingen van vriendinnen. Maar toch vielen deze moeders als een blok voor een foute man.
De eerste keer dat Britt (35) Marne (36) zag, wist ze: die is van mij. “Ik danste in een bomvolle kroeg toen hij binnenliep. Het was als de zee die spleet voor Mozes, de muziek viel nog net niet stil.” Niet alleen leek iedereen in de kroeg hem te kennen, zo ongeveer iedere vrouw viel in katzwijm bij zijn verschijning. “Inclusief ik, ja. Mijn vriendinnen zagen het gebeuren. ‘Word éven wakker, Britt’, sisten ze, ‘die kerel heeft ‘fout’ op zijn voorhoofd staan.’ Dat kon misschien wel zo zijn, maar ik was mooi de enige op wie hij afstapte.”
Britt liet zich – wat ze zelf noemt – ‘ordinair in de luren leggen’ en ging diezelfde avond nog met Marne naar huis, om nooit meer te vertrekken. “Je kunt niet anders dan weg van hem zijn”, vindt ze nog steeds, zelfs nu ze al elf jaar samen zijn, en twee kinderen (6 en 4) rijker. “Mijn ouders, mijn zussen, het grootste deel van mijn vriendinnen; allemaal zijn ze dol op hem. Waar Marne ook binnenstapt zie je mensen omkijken. Zo’n charisma, dat zie je maar zelden.” Maar waar haar twee kritische vriendinnen die eerste zaterdagavond al voor waarschuwden blijkt óók waar: hij ís een tikkeltje fout. “Niet als vader en partner. Marne plaatst me op een voetstuk en weet als geen ander vaart in ons leven te houden.
Hij heeft altijd wel een of ander wild of romantisch plan. Zo nam hij me een week na onze eerste ontmoeting mee helikopterskiën in Frankrijk. De kinderen heeft hij weleens om tien uur ’s avonds uit bed gehaald omdat de nacht zo helder was en hij sterren met ze wilde kijken – ik heb ze nooit zó zien genieten. Na een lange werkdag kan ik zomaar thuiskomen bij een uitgebreid gedekte tafel, terwijl er een tweesterrendiner op het fornuis pruttelt. Een tikkeltje manisch? Welnee, dit is hoe hij is. Tenminste, dat dacht ik altijd.
Marne houdt van een goede slok. Prima eigenschap, vond ik, want ik ook. Maar waar ik na een paar glazen omval, lijkt hij onverzadigbaar. Hij wordt niet dronken of vervelend, en de volgende dag is hij zo fris als een hoentje. Vond ik dat niet wat verdacht, vroeg een van mijn vriendinnen toen ik zwanger was van onze tweede. Waarna ze voorzichtig toevoegde: ‘Heb je je weleens afgevraagd of hij misschien ook iets anders gebruikt dan alleen alcohol?’ Wist ik veel, ik heb zelfs nooit een joint gerookt. Maar toen ze cocaïne suggereerde en ik me verdiepte in de signalen, vielen opeens allerlei dingen op hun plek. Zijn tomeloze energie. De soms inderdaad tóch wat manische acties. Het feit dat hij niet dronken leek te krijgen.
Opeens viel me op dat hij op een avond ook wel erg vaak even naar zolder schoot. Toen ik op een ochtend op onderzoek uitging, trof ik een ‘buisje’, een soort metalen rietje waardoor je coke snuift – en een klein, wit envelopje. Toen wist ik genoeg. Marne ontkende het geen seconde toen ik de buit – letterlijk – onder zijn neus schoof. ‘Doe ik al jaren, is niks’, reageerde hij. Op mijn vraag of hij het ook al deed aan het begin van onze relatie, kreeg ik een onomwonden ‘ja’. En tijdens mijn zwangerschappen? ‘Ja.’ Toen ik 36 uur lang lag te bevallen? ‘Ja.’ Ik voelde een vlaag van misselijkheid opkomen, maar grabbelde mezelf onmiddellijk weer bij elkaar. Blijkbaar functioneerde hij er prima op.
Hij had een hoge functie bij een internationaal bedrijf, voor het geld hoefde hij het niet te laten. Hij werd er geen eikel van. De kinderen merkten er niets van. Hij presteerde gewoon in bed. Het enige wat me zorgen baarde was zijn gezondheid. Want hoe lang kan je lichaam structureel cocaïnegebruik aan? Hij snoof geen kilo’s, zei hij, alleen wat ‘onderhoudslijntjes’. Dat klonk me behoorlijk verslaafd in de oren, maar toen ik een verslavingskliniek belde om dat te toetsen, noemden ze het weliswaar ‘niet wenselijk’, maar ook ‘niet echt problematisch’. We spraken af dat de kinderen nooit iets te weten mochten komen. Maar ondertussen weet ik wel wat hij uitspookt als hij weer naar zolder glipt.”
Ook Regina (40) is niet naïef als haar man Jean (39) er een avond zonder haar op uit trekt. “Dan is hij bij een ander. Zo is het altijd al geweest. Zijn exen hebben hem er allemaal om verlaten. Maar het stomme is: hij is verder fantastisch. Toen we onze kinderwens bespraken, vroeg ik: zal dit ooit veranderen? ‘Nee’, zei hij, ‘dus als je me erom verlaat, accepteer ik dat.
Ik zal er nooit over liegen.’ Die eeuwige drang naar de jacht is onderdeel van wat hem zo mooi maakt: zijn enorme passie en levenslust. Jean zoekt altijd naar nieuwe projecten, nieuwe uitdagingen, nieuwe ontdekkingen om van te genieten. Oók in onze relatie. Als de klad er even in dreigt te komen, is hij degene die een trip boekt naar een stad waar we nog nooit zijn geweest. Een restaurant dat we nog niet kennen. Hij schreef ons in voor een gezamenlijke massagecursus om elkaar optimaal te laten genieten en als mijn favoriete sneakers overal zijn uitverkocht, weet hij ze als verrassing toch ergens vandaan te toveren.
Ook met onze dochters, inmiddels acht en vijf, bedenkt hij altijd nieuwe dingen. Welke vader – zeker zo bonkig als Jean – gaat op eigen initiatief een workshop moderne dans volgen met zijn kinderen? Wij zijn z’n absolute nummer één. Goed, soms haalt hij de mosterd dus ergens anders. En ik heb overwogen om hem erom te verlaten. Maar de liefde die wij delen vind ik nooit meer met een ander, en hoeveel mannen gaan uiteindelijk niet heimelijk vreemd? Dan heb ik liever dat het open is, ook al voel ik zelf de behoefte niet. En als ik het soms niet trek, dat hij sekst met anderen, dan respecteert hij dat en doet het een tijdje niet. Tot ik zeg: je mag wel weer hoor, als je wilt. Het voelt niet of ik hem écht deel met anderen, het is maar seks. Want er is één regel: slapen doen we altijd samen.”
Die openheid zou Paula (34) maar wat graag hebben in haar relatie, zegt ze. Toch heeft ze geaccepteerd dat het anders is. Grijs gebied, noemt haar man Herman (41) de ‘financieel handige constructies’ die hij gebruikt in zijn vastgoedhandel. Hij deelt mee in renovatieprojecten: opkopen, opknappen en weer doorverkopen. Paula: “Allemaal legaal en legitiem, maar wat zich allemaal afspeelt tijdens het renoveren, daar weet ik het fijne niet van. Er gaan in elk geval flinke stapels contant geld in om, ontdekte ik na een verspreking van de kinderen. Ze waren na school ‘even een paar duizend euro naar een man gaan brengen’, vertelden ze toen ik thuiskwam na mijn werk en vroeg hoe hun dag was.
Vet, vond mijn zoon het wel, want de bankbiljetten zaten dubbelgevouwen tussen een geldclip. Net als in gangsterfilms, vond hij. Wie de man was – ze hadden geen idee. Ze moesten in de auto wachten en binnen twee minuten was mijn man weer terug. Cowboyverhalen, noemde Herman het toen ik om opheldering vroeg. Ik begreep toch ook wel dat hij zijn aannemers soms handje-contantje betaalde? Dat ging nu eenmaal niet om kleine bedragen. Plausibel, vond ik, al voelde ik aan alles dat er een schimmig kantje aan zijn verhaal zat. ‘Zo’n geldclip kan echt niet’, sloot ik de discussie. ‘Zeker niet voor het oog van de kinderen.’
Regelmatig moet hij zomaar ‘even weg’, zonder dat hij nadere verklaring geeft. ‘Zaken’, zegt hij dan. Hij is meestal binnen een uurtje weer terug, dus van een verhouding verdenk ik hem niet. Hij is niet eentje van de snelle seks en bovenal: we zijn gelukkig samen. Na acht jaar huwelijk legt hij me nog altijd in de watten. Ik ben zijn koningin, zegt hij, en de jongens zijn prinsjes. Daar leven we ook naar: als ik morgen een vakantie wil boeken, hoef ik daar financieel in elk geval niet over na te denken. Dat ik werk is puur omdat ik dat zelf wil, voor het geld is het niet nodig. Ik houd mijn inkomen volledig in mijn eigen zak en gebruik het alleen om te winkelen voor de kinderen en ons huis, en regelmatig te eten met vriendinnen.
Ik denk weleens: straks komt er toch iets fouts aan het licht en gaan we met het hele gezin het schip in. Maar Herman zegt dat dat niet kan, dat alles wat hij doet binnen de regels valt. ‘Soms moet je niet bang zijn de mazen een beetje op te zoeken’, grijnst hij dan. Waarna ik mijn onrust snel weer wegstop, want als ik eerlijk ben zou ik onze luxe levensstijl voor geen goud willen opgeven.”
Ook Huiberdine (41) knijpt liever een oogje dicht dan dat ze moet inboeten op haar comfort. Haar man Roel (43) kocht een pied-à-terre in de stad waar hij een restaurant bezat. Handig in de weekends, wanneer hij als gastheer in de zaak aanwezig was. Het restaurant leverde ze een riante boerderij op in de provincie, maar echt lekker aan te rijden was het niet.
Huiberdine: “Ik vond het een goed plan, die etage in de binnenstad. Het leverde ons allebei wat tijd voor onszelf op in de weekends, en het was een mooie investering voor onze jongens later, als ze zouden gaan studeren. Dan zouden ze er kunnen wonen, of we konden het verhuren aan anderen. We hadden het amper ingericht, toen de zaken opeens verslechterden. Het wisselende horeca-aanbod trok gasten weg naar nieuwe hotspots.
Dat maakte ons tweede huis opeens tot een flinke kostenpost. Wekenlang streste Roel erover, tot ik hem er van de ene op de andere dag niet meer over hoorde. Ook kwam hij de meeste weekends weer naar huis, na zijn werk. Was dat niet een beetje zonde, vroeg ik. Als we het appartement toch niet gebruikten, konden we het misschien maar beter verkopen. Hij wimpelde het af. Zo hard drukte het nu ook weer niet op de begroting, en het kon financieel nog weleens goed uitpakken, zei hij. Ik voelde aan mijn water dat er iets niet klopte.
Dat beaamde hij toen ik dreigde er zelf eens poolshoogte te gaan nemen. Een vriend had hem gevraagd er ‘plantjes’ neer te zetten, en in ruil deelde hij royaal in de opbrengst. Een wietplantage, gilde ik. Wat als de politie daar achter kwam? Het appartement stond op naam van ons beiden, straks draaiden we allebei de bak in met twee kinderen van tien en dertien thuis.
Maar hij had de constructie volkomen dichtgetimmerd, zei hij. Er was een officieel huurcontract op naam van een ander. Bovendien ging het om een kleinschalig ‘projectje’ en kom op, wat wilde ik nou helemaal: alles stopzetten en back to basic, of er ondanks de slechte zaken in het restaurant, financieel zelfs iets op vooruit gaan? Het eerste, antwoorde ik lafjes – om er vervolgens bewust nooit meer op terug te komen. Fout of niet, zolang Roel niemand pijn doet, scheelt zijn ondernemingsdrang ons heel wat kopzorgen. En, hebben we afgesproken: zodra de zaak weer op volle kracht draait, is onze ‘huurder’ dakloos.”
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.