Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Luizenmoeder, vrijwilligerswerk, sportkantine: je hoeft Franke er niet voor te vragen. En daar voelt ze zich totaal niet schuldig over.
Ik ben er zo een. Zo’n moeder die nooit helpt op school. Zo eentje over wie wordt gefluisterd door de ouders op het schoolplein die wél hart voor de zaak hebben. Zo een die verwijten naar haar hoofd krijgt geslingerd: “Het zijn ook altijd dezelfden die (van alles in te vullen).” Sorry but not sorry, ik meld me niet als chauffeur om de kinderen naar het museum te brengen, ik help niet mee met het versieren van de aula en luizenmoeder of klassenouder, daar hoef je bij mij al helemaal niet mee aan te komen.
Voordat je nu denkt: wat een onaardige vrouw. Valt wel mee, hoor. Ik doe echt wel dingen waar de school wat aan heeft. Zijn er glazen potjes nodig voor een knutselproject, dan geef ik er met liefde zes extra mee voor kinderen die ze zijn vergeten. Heeft een van de juffen tijdschriften nodig om moodboards te maken, dan weten ze dat ze bij mij aan het juiste adres zijn en kunnen de klasgenoten van Puk (9) naar hartlust oude Kek Mama’s kapotscheuren. Geen enkel probleem.
“Als ik wél tijd had voor luizenpluizen, ging ik toch liever iets anders doen”
Maar overdag helpen op school doe ik niet, want dan doe ik andere dingen. Namelijk: werken. Op maandagochtend om elf uur lampionnen knutselen, dat gaat me niet lukken. Luizenpluizen op woensdagmiddag? Idem. En sowieso: als ik wél tijd had, dan zou ik iets heel anders doen dan andermans kinderen checken op luizen. Want dat vind ik helemaal niet leuk.
Meer verhalen van moeders over alles dat met mombracing te maken heeft? Je leest ze hier.
Ooit heb ik protest aangetekend tegen de vele verzoeken om hulp vanuit school. Ik kreeg zo veel oproepen voor van alles en nog wat, dat ik de schooldirectrice een mail heb gestuurd met het vriendelijke verzoek rekening te houden met werkende moeders. De druppel was toen ik op dinsdagmiddag om vier uur een app kreeg om voor de dag erop twaalf halve saucijzenbroodjes én natte oase te regelen. Natte oase! Hoe verzin je het? In de allerdrukste tijd van het jaar, net voor de kerstvakantie.
Mijn man en ik zaten op dat moment allebei op kantoor zwetend de laatste taken van het jaar af te vinken in grauwgrijze kantoorparken, maar lieten subiet ons werk vallen om aan de wensen van school te kunnen voldoen. Mijn man racete naar de dichtstbijzijnde Hema voor oase (uitverkocht), ik naar de bakker voor saucijzenbroodjes. Gekkenwerk! Denken: laat maar zitten, ze zoeken het maar uit met die natte oase, is geen optie. Want daar heb je niet jezelf, maar je kind mee.
Ik heb toen op hoge poten de directrice gemaild dat er mensen zijn die werken en die helemaal geen tijd hebben om op dinsdagmiddag naar een willekeurig warenhuis te racen voor natte oase. De directrice mailde terug dat ze niet van plan was daar rekening mee te houden, want veel moeders vonden het zo leuk om te kleien en kerststukjes te maken en fruitspiesjes op te leuken met glitter. Niet bepaald feministisch, nee.
Om nog even op de feministische toer door te gaan: niet alleen de hoeveelheid verzoekjes zat me dwars, maar ook het feit dat daarbij vaker de moeders dan de vaders om hulp werd gevraagd, hoe modern we ook denken te zijn met zijn allen. Waarom? Het is: luizenmoeder, klassenmoeder, moeders die koekjes bakken/lego soppen/helpen met knutselen. Halló! Heeft er zich ergens in Nederland al eens een luizenvader gemeld? Ik hoor het graag van je.
“Hoe modern we ook denken te zijn, moeders worden vaker dan vaders om hulp gevraagd”
Ik ken inmiddels één man die klassenvader is geweest, vriend Maarten. Hij had zich uit pure recalcitrantie opgegeven omdat de veelvuldige oproepjes voor moeders zijn irritatie hadden gewekt. Hij vertelde me dat de moeder die de informatieavond organiseerde voor de nieuwe klassenouders het woord klassenouder niet eens over haar lippen kreeg en maar bleef stotteren: “Klassenmoe- eh, ouder.”
Lees ook: ‘Op het hoogtepunt van de app-horror zat ik in 68 groepsapps, alleen al voor de kinderen’ >
Inmiddels weet ik dat het voor een groot deel ligt aan naar welke school je kinderen gaan. Mijn kinderen zitten inmiddels op een andere school en ik zie daar dat het ook anders kan. De nieuwe school houdt gelukkig juist veel rekening met werkende ouders. In plaats van ad hoc mailtjes te sturen in de drukste weken van het jaar (voor alle vakanties), krijgen we keurig één mail, weken van tevoren, met daarin een waslijst aan dingen die moeten gebeuren. Het is nog steeds veel, maar wel super overzichtelijk en vooruit te plannen. Kijk, daar kan ik wat mee. Al die taken gaan keurig op de to-dolijst die in de kamer hangt, zodat mijn man en ik kunnen afstrepen als we iets geregeld hebben.
Dat mijn man helpt met die taken die afgevinkt moeten worden, daar ben ik enorm blij mee. Ik vind het ook heel fijn dat hij alle taken bij de sportclubs voor zijn rekening neemt. Hij meldt zich voor fluitsessies, kantinediensten en fruittaakjes. En gelukkig zijn er meer vaders die zich met hart en ziel inzetten op de sportclub. Het halve team op onmenselijk vroege tijden in het weekend ergens naartoe brengen vindt hij geen probleem. Even twintig minuten omrijden om een teamgenootje op te pikken ook prima. Volgens hem hoort het erbij: “De sportvereniging is een vereniging; dat doe je samen. Het is normaal om dit met vrijwilligers te doen, dan betalen we ons niet helemaal het apezuur aan personeel dat ingehuurd hoeft te worden.”
Goed, daarvoor hebben we getekend. En dan houden we ons er ook aan. Maar voor de rest teken ik voorlopig nergens op in. Niet op vrijwilligerswerk bij de bejaardensoos en ook niet voor de knutselmiddag in het clubhuis. En mijn man ook niet. Die vindt het met de sportclubjes ook wel genoeg.
Nu ik er zo over nadacht, was ik eigenlijk wel benieuwd naar hoe andere moeders hiertegen aankijken. En dus vroeg ik op Instagram waarom andere moeders niet helpen met dit soort dingen. Mijn inbox stroomde vol met zinnige argumenten: “Ik heb geen handen meer vrij voor nog meer ballen”, “Omdat ik van mezelf houd”, “Omdat ik liever naar yoga ga”, “Omdat ik single mom ben en überhaupt nergens tijd voor heb” en ook nog: “Omdat ik die andere moeders niet trek.”
Miranda schreef me: “Over vier maanden gaat de oudste naar de basisschool. Ik weet bij voorbaat al dat ik geen karmapunten ga verdienen. Ik heb ook niet het goede voorbeeld gekregen. Mijn moeder heeft maximaal één keer zuchtend en kreunend als klaar-over geholpen. Mijn schoonmoeder kocht haar kinderen af, zodat ze niet meeliepen met de avondvierdaagse en zij dus ook niet hoefde. Ik kan er dus eigenlijk gewoon niks aan doen.”
Ik vroeg aan de moeders of ze zich er weleens schuldig over voelen. Mare antwoordde: “Ja, ik heb me zeker weleens schuldig gevoeld en ik heb ook af en toe gedacht: wat zal de juf denken? Daarom ben ik laatst toch maar meegegaan naar het museum. Nu heb ik het voor de komende jaren wel weer gehad, vind ik.”
Maar er zijn ook moeders die zich totaal niet schuldig voelen of die al snel van hun drang tot helpen waren genezen na een slechte ervaring.
Eveline: “Ik had me ooit opgegeven om te helpen schoonmaken in de klas. Ik heb mijn oudste, die toen in groep twee zat, gevraagd wat nu eigenlijk de bedoeling was. Hij zei, heel mooi: ‘Alle andere mama’s poetsen dan de hele dag de klas.’ Ik dacht: fuck! Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen?! En dat eigenlijk alleen maar om credits te scoren voor een toekomstig schoolreisje…
“Ik heb in totaal twee keer schoongemaakt in m’n hele loedermoeder carrière en ben er trots op”
Mijn oudste is ondertussen negen, de jongste zit nu in groep twee. Ik heb in totaal twee keer schoongemaakt in m’n hele loedermoeder carrière en ben er trots op. En nee, ik neem dan niet mijn complete uitrusting mee en een rooster of strak plan voor wie wat gaat poetsen, zoals de andere moeders. Ik was al blij dat ik een emmer thuis kon vinden en wat poetsdoekjes. Wat een ellende is dat!”
Er was ook nog een moeder die me appte: “Ik doe al genoeg onbetaald werk.” Daarin heeft ze natuurlijk gelijk. Want het huishouden, met gemiddeld zo’n 28 uur per week, is al onbetaald werk genoeg. Ik heb voor de grap zitten rekenen hoeveel mijn gewone werk en huishoudelijke klussen bij elkaar van me vragen, en kwam op 55 uur uit.
“Tel ik huishouden en werk op, dan kom ik al aan 55 uur per week”
Tja, dan kan Sander Schimmelpenninck vinden dat we verwende deeltijdprinsesjes zijn, maar ik denk dat als we alle vrouwen in Nederland laten uitrekenen hoeveel onbetaald werk ze doen, van vrijwilligerswerk tot mantelzorg (die, hé verrassend, óók vooral op het bordje van vrouwen terechtkomt), we gaan inzien dat het wel meevalt met die luiheid.
Ik heb me weleens voorgesteld hoe het zou zijn als de juf Sander Schimmelpenninck zou vragen om kabouters te vouwen bij de kleuters. Ik vermoed dat hij zijn middelvinger zou flippen, met de tekst: “Geen tijd, ik moet aan de weg timmeren.” En dan was er vast niemand die hem dat kwalijk zou nemen. Daar zit de crux, want als je je als moeder zo opstelt, kun je scheve blikken verwachten. En daar moet je wel een beetje schijt aan hebben.
Nu kan ik dat gelukkig goed, schijt hebben aan anderen. Waar ik dan weer géén schijt aan heb: aan andere vrouwen helpen. Solidair zijn staat hoog op mijn prioriteitenlijst. Ik vind het belangrijk om lasagne te brengen naar de moeder met een doodzieke man thuis. Om even op te passen op de buurjongen, als zijn moeder iets belangrijks moet doen. Maar dat beschouw ik als be-lang-rij-ke dingen die ik kan doen voor een ander. Bij lampionnen knutselen heb ik dat gevoel toch minder. Dat is vast heel gezellig, maar als ik gezelligheid wil, bel ik wel een vriendin en dan drink ik liever wijn in een hip restaurant. Lampionnen maken, dat kunnen de juffen zelf ook prima – sterker nog, die zijn daarvoor opgeleid.
Nee, ik zorg liever op mijn manier voor mijn kinderen en de mensen om me heen. Door te zorgen dat er genoeg geld is. Door mijn kinderen te leren dat werken loont en dat je jezelf ermee ontwikkelt. Dat het belangrijk is dat je financieel onafhankelijk bent. Pleerollen verzamelen, ik doe het met liefde. Fruit regelen voor de hockey? Ik bestel drie bakken bij Albert Heijn. Maar zolang vrouwen niet gelijk zijn aan mannen, op zoveel vlakken, zie je mij niet mijn tijd verdoen op school of bij de vrijwilligersclub. Dan schrijf ik liever over wat er voor vrouwen nog allemaal te veroveren is in onze patriarchale maatschappij. Waarvan akte.
Dit artikel stond eerder in Kek Mama.
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.