‘De verpleegkundige vroeg of ik wel zeker wist of ik mijn dochter zo wilde noemen’
Je hebt urenlang getwijfeld, lijstjes gemaakt en de perfecte babynaam gekozen—en dan komt er ongevraagd kritiek van vreemden.
Oh, het ouderschap. Alsof het al niet ingewikkeld genoeg is, blijkt dat je met je woorden en lichaamstaal ook je eigen angsten kunt doorgeven aan je kind. Maar geen paniek! Psycholoog Cosima Nimphy zocht voor haar promotieonderzoek uit hoe dat precies werkt. Het goede nieuws? Angst is heus niet meteen besmettelijk.
Nieuwe dingen leren is belangrijk voor kinderen. Van voor het eerst alleen naar school fietsen tot een bommetje maken in het diepe voor hun zwemdiploma: dat soort uitdagingen maakt ze groot en sterk (en ja, soms krijg jij er een hartverzakking van). Maar het onbekende is niet altijd zonder risico. Denk aan vreemde volwassenen of het verkeer. Dat is waar wij ouders om de hoek komen kijken.
Kinderen leren inschatten wat veilig is, vaak door te kijken naar ons gedrag of te luisteren naar wat we zeggen, legt Cosima uit. Dit proces heet social fear learning. Klinkt fancy, maar het is eigenlijk gewoon de wetenschap die zegt: kinderen nemen dingen van je over. Superhandig, want zo hoeven ze niet zelf uit te vogelen dat spelen op de snelweg een slecht idee is. Maar het kan ook betekenen dat je je eigen angsten meegeeft, zonder dat je het doorhebt.
Hoe werkt dat dan, angst overdragen? Cosima deed een experiment waarin ouders en kinderen van rond de elf jaar naar het lab kwamen. Twee vreemden stapten om de beurt de ruimte binnen. De ouders kregen de opdracht om over de ene persoon iets positiefs te zeggen en over de andere iets negatiefs. Vervolgens bleven de kinderen even alleen met de twee vreemden.
En ja hoor: kinderen vonden de persoon waarover hun ouder iets negatiefs zei spannender. Dat bleek uit wat ze zelf vertelden, maar opvallend genoeg niet uit hun lichaamstaal of hartslag. Kinderen gedroegen zich dus niet daadwerkelijk angstiger tegenover de “enge” vreemdeling. “We hebben niet onderzocht hoe dit komt, maar een mogelijke verklaring is dat angst zich pas manifesteert in je lichaam nadat je herhaaldelijk bent gewaarschuwd”, legt Cosima uit. “Of dat mensen als minder fysiek bedreigend worden ervaren dan bijvoorbeeld vreemde dieren.”
Interessant detail: kinderen van ouders met sociale angstklachten waren niet gevoeliger voor de negatieve signalen van hun ouders dan andere kinderen. Ook kinderen met een wat angstiger temperament reageerden niet sterker. Goed nieuws dus! Want het betekent dat jouw eigen onzekerheden je kind niet meteen voor het leven tekenen. Een geruststellend resultaat, aldus Cosima.
Toch heeft wat je zegt als ouder impact – zelfs al na een paar keer. Cosima onderzocht eerder studies naar angstoverdracht bij kinderen, en het resultaat was duidelijk: negatieve boodschappen maken indruk, ongeacht de leeftijd. Dat geldt dus voor een peuter van drie, maar ook voor een puber van zeventien. “Negatieve boodschappen van ouder op kind hadden een groot effect op de angst van hun kind, zelfs al na enkele keren”, zegt ze. Als ouders in angstige bewoordingen praten over iets, bepaalt dat sterk hoe angstig hun kind zal reageren, is de conclusie.
Wil je voorkomen dat je je angsten doorgeeft? Wees je dan bewust van wat je zegt en hoe je je gedraagt in spannende situaties. Een paar tips van psycholoog Cosima:
En onthoud: een beetje angst overdragen is niet erg. Het helpt je kind juist om veilig op te groeien. Dus adem in, adem uit, en geef jezelf wat credits. Want zeg nou zelf, niemand is perfect – en dat hoeft ook niet.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!