Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Een vruchtwaterpunctie is een onderzoek tijdens je zwangerschap waarmee je kan zien of je baby een chromosoomafwijking of andere genetische aandoening heeft. Maar wanneer wordt er een vruchtwaterpunctie afgenomen? Wij leggen het uit.
Tijdens de vruchtwaterpunctie (ook wel amniocentese) genoemd, wordt er via je buikwand een beetje vruchtwater uit je baarmoeder afgenomen. Hierin zitten lichaamscellen en eiwitten van je baby, die de arts kan onderzoeken op afwijkingen aan de chromosomen en genen. Het onderzoek wordt gedaan vanaf de vijftiende week van je zwangerschap en wordt door de meeste vrouwen niet als pijnlijk ervaren. Een verdoving is daarom vaak niet nodig.
Er zijn verschillende redenen waarom een arts een vruchtwaterpunctie wil afnemen.
Lees ook
‘Ik besloot mijn zwangerschap af te breken toen de NIPT niet goed bleek’ >
De test kent twee vormen: het klassieke chromosoomonderzoek en de snelle aneuploidie-test. Bij het klassieke onderzoek worden de cellen op kweek gezet in een laboratorium. Na ongeveer drie weken heb je de uitslag.
Is er sprake van een verhoogde kans op downsyndroom, het syndroom van Edwards of het syndroom van Patau? Dan kiezen ouders vaak voor de snelle aneuploidie-test. Hierin worden alleen de chromosomen onderzocht en is het niet nodig om de cellen op kweek te zetten. Hier ontvang je de uitslag binnen een week.
Na de vruchtwaterpunctie hebben vrouwen vaak een paar dagen last van ‘menstruatie-achtige’ pijn. Verlies je ineens bloed, heb je koorts of heftige buikpijn? Neem dan altijd contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Neem nu een abonnement op Kek Mama en profiteer van een geweldige aanbieding: 8 nummers én een Studio Noos-tas voor maar € 49,95!