Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Amina (35) is getrouwd en moeder van Hajar (14), Adam (11) en Ismail (4). Ze bezoekt iedere zomer haar familie in Marokko.
“Ieder jaar nemen we ons voor een keertje níet naar Marokko te gaan; ieder jaar zitten we op de eerste dag van de zomervakantie toch weer in het vliegtuig naar Tanger. Ik reis met mijn zus en haar kinderen, mijn man volgt drie weken later; hij krijgt niet zo lang vrij van zijn werk. € 2600 kon ik bij de luchtvaartmaatschappij afrekenen, en dan moeten we in het holst van de nacht vanaf Brussel vertrekken. We hebben het er graag voor over en eenmaal in Marokko geven we niet veel uit.
Ons huis in Tétouan, de stad in het Rifgebergte waar onze families vandaan komen, heb ik samen met mijn broers en zussen afbetaald. Mijn vader woont er samen met mijn oudste zus, die geen gezin heeft. Andere moeders benijden me, met mijn tweede huis aan de Middellandse Zee. Het is waar, het is er prachtig. Tétouan is een mooie, levendige kustplaats, waar ook de Marokkaanse jetset graag vakantie viert. Maar het lijkt mooier dan het is. Zodra ik een voet over de drempel zet, word ik aan het werk gezet. Gordijnen wassen, eten klaarmaken, mijn vader helpen met administratieve klusjes – als we één keer per week naar het strand gaan, is het veel.
Toch klaag ik niet. Eén hand kan niet klappen, zeggen we in het Arabisch. Ik ben blij dat we mijn zus, wiens leven zo’n beetje in het teken staat van de zorg voor mijn vader, kunnen ontlasten. Mijn vader heeft diabetes en moet een paar keer per dag worden geholpen met insuline spuiten. In 1979 is hij naar Nederland gekomen, twee jaar later volgde mijn moeder. Toen zij vijf jaar geleden na een lang ziekbed overleed, wilde mijn vader graag terug naar Marokko. Ik snap dat. Hij was geen immigrant die met zijn rug naar zijn nieuwe land leefde. Een schotelantenne hebben wij thuis nooit gehad. Hij trainde het voetbalelftal van mijn broertjes, en hij spreekt vloeiend Nederlands. Hij kwam naar Nederland omdat hij zijn kinderen een betere toekomst gunde. Dat doel had hij bereikt.
Lees ook: ‘Toen onze oudste was geboren, verwachtte de hele familie zeggenschap’ >
Als mijn vader en moeder in Tétouan waren gebleven, had mijn leven er totaal anders uitgezien. Dan had ik vast ook niet de geëmancipeerde Marokkaanse man ontmoet die ik nu heb en had ik mijn dagen binnen de muren van mijn huis kunnen slijten, zoals veel van mijn nichtjes in Marokko. Daarom vind ik het ook zo moeilijk er ’s zomers niet heen te gaan: de loyaliteit naar mijn familie weegt uiteindelijk zwaarder dan mijn wens ook eens twee weken te kamperen in Zuid-Frankrijk.
Ik werk drie dagen per week als administratief medewerker bij een bibliotheek. Toen mijn middelste zoon naar school ging, ben ik een parttime hbo-opleiding orthopedagogiek gaan volgen. Nu Ismail ook naar school gaat, kan ik op zoek naar een baan die past bij mijn studie. Mijn hart ligt bij de ontwikkeling van jonge kinderen die op de een of andere manier vastlopen. Ik hoop ook dat ik straks wat meer ga verdienen dan de € 650 die ik nu krijg. Mijn man verdient als politieagent € 2900 bruto per maand. Na aftrek van de vaste lasten houden we zo’n € 700 over. Mijn buurvrouw vangt de kinderen tussen de middag op, in ruil daarvoor mag zij onze auto gebruiken wanneer ze wil. De € 80 die we aan maandelijkse overblijfkosten kwijt zouden zijn, bewaren we nu voor ons jaarlijkse verblijf in Marokko.
Dit jaar zijn we overigens wat minder in de stemming dan normaal: in het Rifgebied wordt al maanden gedemonstreerd tegen de manier waarop de overheid de bewoners van de streek behandelt. In de hoofdstad gingen mensen onlangs nog de straat op uit solidariteit met de Riffijnen. De grootste onlusten vinden een paar honderd kilometer verder plaats, maar het zou me niet verbazen als ze overwaaien naar onze streek – de gezondheidszorg en het onderwijs zijn er erbarmelijk. Als mijn vader voor zijn diabetes naar het ziekenhuis moet, zijn we met de familie honderden euro’s kwijt aan het omkopen van de juiste mensen.
Ik ben tevreden met mijn leven en onze zomervakanties. Lastiger vind ik het voor onze kinderen, zeker naarmate ze ouder worden. Zij hebben minder binding met Marokko dan wij, en al spreken ze Arabisch en kunnen ze het goed vinden met hun neefjes en nichtjes, na twee weken hebben ze het er eigenlijk wel gezien. En dan moeten ze nog een maand, zonder wifi. Dit jaar boden de ouders van een vriendinnetje van Hajar aan haar mee te nemen op vakantie naar Bretagne. Mijn man vond dat niet goed. Het is het enige waarover hij en ik onenigheid hebben. Ik weet dat zij ons vertrouwen nooit zouden beschamen, maar hij vindt het een stap te ver. Nu heb ik haar beloofd dat we samen vanuit Marokko een paar dagen naar Málaga gaan, met de ferry. Ik weet alleen nog niet precies van welk geld we dat gaan doen.” Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan. Nog meer Kek Mama? Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >