Anna’s zoon Joris heeft autisme: ‘Ik leerde hem te zien zoals hij is’

autisme
Wilma van der Wal
Wilma van der Wal
Leestijd: 6 minuten
Het moederschap is ontzettend mooi, maar ook lastig en iets wat je onzeker maakt. Lezen dat andere moeders hetzelfde meemaken, kan helpen. In deze reeks vertellen vijf moeders hoe zij, bijvoorbeeld door het lezen van persoonlijke verhalen, het moederschap relativeren.
Lees verder onder de advertentie

Toen Anna (31) hoorde dat haar zoon Joris (7) een aan autisme verwante contactstoornis heeft, vielen eindelijk alle puzzelstukjes op zijn plaats. Het werd duidelijk waarom Joris op een bepaalde manier op situaties reageert. “Ik kon het veel beter een plek geven.”

Lees verder onder de advertentie

Huilbaby

De eerste periode na de bevalling merkte Anna niks bijzonders aan Joris. Wel was hij een huilbaby. “Hij huilde heel veel, we konden hem niet kalmeren. We probeerden van alles. We namen hem in bed of liepen met hem op de arm om hem te kalmeren. We wisten niet hoe we ermee om moesten gaan, jarenlang hadden we slechte nachten. We kregen natuurlijk wel wat tips, maar je moet als ouders toch zelf je weg zien te vinden. Nu denk ik dat het misschien te maken had met zijn autisme, dat het allemaal prikkels waren die hij niet kon verwerken. Maar dat wisten we toen nog niet. Joris was ons eerste kind, dus je weet ook niet goed wat je kan verwachten.”

Lees verder onder de advertentie

Anders

Joris werd ouder en Anna merkte dat hij zich soms anders gedroeg dan andere kinderen van zijn leeftijd. Zo was Joris bang voor harde geluiden. “Vuurwerk vond hij enorm eng, daar raakte hij echt panisch van. Ook was hij bang voor vlaggenmasten en ballonnen. Dat vonden we apart. We merkten ook dat Joris altijd overzicht nodig had. Een pretpark vond hij bijvoorbeeld niet leuk. Dan bleef hij altijd bij ons staan, omdat er zoveel prikkels waren. Hij durfde niet even ergens heen te lopen. ” Ook hoorde Anna van een vriendin dat Joris zijn motoriek niet goed was. Dat had ze zelf niet door, aangezien hij haar eerste kind was. Anna en haar man maakten zich vooral zorgen om Joris zijn zelfredzaamheid als hij naar de basisschool zou gaan. Hij was nog niet zindelijk en zelf aankleden kon hij ook nog niet. Ze gingen daarover met zowel het speciaal onderwijs als het reguliere onderwijs in gesprek. “We wisten dat Joris aparte begeleiding nodig had, ook met betrekking tot zijn angsten. We hadden gesprekken met een reguliere basisschool of zij die extra tijd daarin wilden steken. Als dat niet het geval was, zouden we voor het speciaal onderwijs kiezen. Het ging ons om Joris, dat hij de veiligheid kreeg die hij nodig had. De school wilde meewerken en dat is eigenlijk heel goed uitgepakt.”

Lees verder onder de advertentie

Bevestiging

“Toen Joris naar de basisschool ging, liepen er al een aantal onderzoeken. Dat duurde uiteindelijk een paar jaar. Toen bleek dat hij een aan autisme verwante contactstoornis heeft. Op dat moment voelden we eindelijk de bevestiging en herkenning die we zochten. We hoorden er steeds meer over: ja, dit is Joris. Alles viel op zijn plaats.” Wat Anna ook fijn vond, was dat ze aan ouders kon uitleggen waarom Joris bepaalde dingen doet. “Als Joris iemand tegenkwam, vroeg hij altijd: ‘Hoe oud bent u en hoe oud zijn uw kinderen?’. Dat was zijn manier van communiceren. Hij wist niet goed hoe hij een gesprek moest beginnen. Ook nam hij veel dingen letterlijk. Als hij in de zandbak speelde, en iemand maakte met een vormpje een broodje, dan zei hij: ‘Dat is geen broodje’. Ik vond dat lastig. Ik had altijd het idee dat ik hem moest verdedigen als hij met andere kinderen speelde. Of dat ik moest uitleggen wat hij bedoelt of op welke manier hij het bedoelt.”

Lees verder onder de advertentie

Lees ook ‘Hij dacht dat hij een stom jongetje was’

Schoolplein

Hoewel Joris moeite heeft om sociale contacten te leggen, heeft hij wel vriendjes om mee te spelen. “Niemand in zijn klas wordt gek gevonden of buitengesloten. En het spelen regelen we als ouders ook samen, dat is gelukkig nooit een probleem. Het schoolplein blijft een lastige plek voor Joris. Hij blijft altijd bij de overblijfouder staan. Het schoolplein is voor hem totaal onoverzichtelijk, waardoor hij niet weet waar hij heen moet. De overblijfouder voelt voor hem vertrouwd. Dat moest ik naar andere ouders verantwoorden. Niet iedereen weet hoe ze het beste met hem om moeten gaan. Begrijpelijk. Wanneer ik overblijfmoeder was, probeerde ik Joris een beetje te pushen om naar zijn klasgenoten te gaan. Nu denk ik: was dat wel de goede manier? Wilde hij dat wel? Ik wilde zo graag dat Joris gezellig ging spelen, omdat ik dacht dat het goed voor hem was. Dat het normaal was. Maar daar voelde hij zich niet prettig bij.”

Lees verder onder de advertentie

Relativeren

“Ik heb meerdere artikelen van Kek Mama gelezen over autisme. Autisme heb je in veel verschillende varianten, dus ik kon mij niet in elk verhaal helemaal vinden. Maar er was één verhaal van een moeder, dat heel herkenbaar was. Zij zat er ook mee hoe ze aan andere ouders moest uitleggen waarom haar kind bepaalde dingen doet en hoe je dat duidelijk maakt. Uitvogelen wat er in dat koppie omgaat. Het voelt goed om te lezen hoe andere ouders dat opgepakt hebben. En die herkenning, dat ik voel wat zij voelen. Want je houdt van je kind, ongeacht wat hij doet of hoe hij is. Maar een ander ziet ook de ‘vreemde’ trekjes en kan dat niet altijd plaatsen. Dat is best spannend. Je wilt je kind gelukkig zien, maar je hebt dat niet altijd zelf in de hand. Daarvoor wil je graag dat een ander ook meewerkt. ”

Onvoorwaardelijke liefde

Als er iets is dat Anna leerde in de afgelopen jaren, is het wel om Joris te zien zoals hij is. En dat hij er mag zijn, met zijn bijzonderheden. Daarin ondersteunt ze hem als dat nodig is. “Ieder kind heeft liefde nodig. Ook al reageert of gedraagt hij zich soms anders dan andere kinderen. Ik weet dat Joris dat doet met een bepaalde intentie. Hij heeft dat nodig om de controle te houden of om niet zoveel prikkels te ervaren. Nu ik dat weet, begrijp ik zijn gedrag veel beter.” Ook is het volgens Anna belangrijk om open en eerlijk te zijn naar andere ouders toe. En dat je je niet moet schamen voor de moeite die je soms ervaart. Het is volgens haar goed om af en toe ook bij jezelf naar binnen te kijken. “Soms denk ik dat iets goed is voor mijn kind, omdat het normaal is voor jongens van zijn leeftijd. Maar ik heb geleerd dat het gaat om wat hij wil en wat belangrijk voor hem is En daarvoor moet ik soms mezelf aan de kant zetten.” Wil je nog meer mooie en herkenbare verhalen van mede-mama’s lezen? Neem nu een abonnement en ontvang Kek Mama elke maand als eerst op jouw deurmat.

Meest bekeken